“Aannemers van nutsbedrijven die slecht werk leveren, moeten we verbieden”

“Als er aannemers zijn van nutsbedrijven die zich geregeld niet aan de regels houden, dan moeten we hen verbieden van nog nutswerken uit te voeren in de stad.” Als schepen van Publiek Domein heeft Ken Casier (N-VA) een duidelijke boodschap voor de nutsbedrijven. Hij is inwoner van Borsbeek en nieuw in het stadhuis.

Hoe is het om nu elke dag het stadhuis van Antwerpen binnen te wandelen?

Ken Casier: “Speciaal. Het is iets groter dan het gemeentehuis in Borsbeek. Ik bedoel districtshuis. (lacht) Ik wandel hier elke dag binnen en buiten met een glimlach. Het voordeel is dat ik heel wat collega’s al langer ken. Bij de anderen zit ik nog in de snuffelfase. Antwerpen is niet zo nieuw voor mij. Ik woon wel in Borsbeek, maar ik ging naar school in Antwerpen, en studeerde en werkte in de stad.”

“Ik was twee legislaturen schepen in Borsbeek. Het schepencollege voelt dus vertrouwd aan, hoewel er nu meer mensen rond de collegetafel zitten en er meer dossiers zijn.”

Wie is Ken Casier?

“De zoon van zelfstandigen. Mijn moeder had een kapperszaak in Borgerhout. Mijn vader was voltijds leerkracht in Deurne. Die job combineerde hij met een krantenwinkel. Ik ben gehuwd en heb twee kleine kinderen. Ik studeerde politieke wetenschappen, toegepaste economische wetenschappen en management, maar uiteindelijk ben ik aan de slag gegaan in de IT-sector.”

Met de bevoegdheid publiek domein kan u al zeker heel wat lintjes doorknippen de volgende jaren, zoals Scheldekaaien, Groenplaats, Meir, Wapper en Koningin Astridplein.

“U noemt nu de meest zichtbare. Het is mijn ambitie om zo veel mogelijk plannen voor publiek domein tijdens deze legislatuur uit te voeren. Voor de Groenplaats werd al een ontwerper aangesteld door het vorige stadsbestuur. Het is nog koffiedik kijken wanneer de vergunning er zal zijn.”

Ik lees wel geen gloednieuwe projecten in het bestuursakkoord. Is Antwerpen dan afgewerkt?

(lacht) “Het klopt dat er momenteel geen nieuwe projecten werden opgenomen in het bestuursakkoord, maar daar staat per definitie niet alles in. Een stad is ook nooit af. Publiek domein vraagt om continue monitoring. De staat van onze straten en pleinen is de grootste bezorgdheid van bewoners. Ik ben me nog aan het inwerken, dus geef me nog even tijd.”

Lokale straten zijn wel niet uw bevoegdheid, maar die van de districten.

“Ja en nee. Het is juist dat ze districtsbevoegdheid zijn, maar als schepen van publiek domein voel ik mij wel mee verantwoordelijk. Ik wil de districten maximaal ondersteunen zodat ze hun ambities kunnen waarmaken.”

En iedereen wil wel wat meer groen.

“Als ik ’s morgens ontbijt, zie ik de koeien in de velden. Het geeft mij een gelukzalig gevoel. Mij moet je dus niet overtuigen van het belang van groen. Antwerpen is historisch gegroeid en is dus geen wit blad. Er moet bij een heraanleg worden gezocht naar een goed evenwicht tussen de verschillende functies van een straat of een plein.”

Alleen zorgt zo’n evenwicht ervoor dat er van alles een beetje is en niemand tevreden is.

“Het klopt dat sommige politici de neiging hebben om minder eenduidige keuzes te maken. Als de opportuniteit er is om meer groen aan te leggen, zal ik dat zeker doen.”

Gaat u de nutsbedrijven onder controle krijgen als het gaat om werken op het openbaar domein? Al veel voorgangers beten daar hun tanden op stuk.

“Dit is een terechte frustratie. Niemand begrijpt dat nadat een straat is heraangelegd, een nutsbedrijf alles weer opengooit. Nutsbedrijven werden opgericht om een groter schaalvoordeel te hebben. Hier nam de overheid de leiding en op zich was dat een goede zaak. Maar ik vrees nu dat lokale overheden vooral lijden onder ingrepen op het publiek domein, die door bepaalde onderaannemers allesbehalve kwalitatief gebeuren. Er is een betere afstemming nodig van de werken. Dat moet al in de voorbereiding gebeuren.”

“Daarnaast is handhaving nodig. We gaan iemand aanstellen voor de coördinatie van de controles op werken van nutsbedrijven. Als die niet zijn aangevraagd of slecht worden uitgevoerd, moeten we ze durven stilleggen. Als er aannemers van nutsbedrijven zijn, die zich geregeld niet aan de regels houden, moeten we hen verbieden om nog nutswerken uit te voeren in de stad.”

Zet u verder in op de digitalisering van de dienstverlening of komt er een pauze? Steeds meer mensen willen een vraag kunnen stellen aan een stadsmedewerker.

“Ik kom uit de IT-sector. Het zal u niet verbazen dat ik het frustrerend vind dat sommigen negatief staan tegenover digitalisering. Het is mijn overtuiging dat sommige zaken kunnen worden geautomatiseerd, waardoor bewoners zelf geen enkele manuele handeling meer moeten doen. Als stad weten we bijvoorbeeld wanneer een identiteitskaart vervalt, dus waarom moeten burgers die dan nog steeds zelf aanvragen? Dat zou dus automatisch kunnen.”

“Dankzij de digitalisering hebben onze loketmedewerkers meer tijd om mensen die niet mee zijn met de nieuwe technologie, te helpen. Ik ben bevoegd voor zowel de loket- als de districtswerking. We gaan dus kijken hoe we meer momenten kunnen creëren waarin mensen met hun informatievragen naar een onthaal- of aanspreekpunt kunnen komen in onze districtshuizen.”

Antwerpen zet in op innovatie met onder meer gezondheidszorg en drones als twee speerpunten. Sommigen pleiten er voor om ook in te zetten op de gamingsector.

“Nu haalt u een punt aan dat me nauw aan het hart ligt. Ik ben een gamer op rust omdat het niet meer te combineren was met het werk en de kleine kinderen. Vlaanderen is de topleverancier van ontwikkelaars van games. Alleen vertrekken die steeds naar het buitenland. Persoonlijk vind ik dat Vlaanderen en Antwerpen daar daadwerkelijk meer moeten op inzetten. Mijn boodschap als schepen van Innovatie is duidelijk: Antwerpen is open voor de gamingsector.”