U bent hier
Stad zet strijd tegen leegstand en verkrotting verder
In de strijd tegen leegstand, verkrotting en huisjesmelkerij heft de stad een belasting op leegstaande woningen en gebouwen, op uiterlijk verwaarloosde woningen of gebouwen en op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen. Vandaag keurde het college de herziening goed van deze belastingreglementen. Naast het optrekken van de stedelijke tarieven, worden nog een aantal technische wijzigingen doorgevoerd.
Voor de stad Antwerpen blijft de strijd tegen verwaarlozing en voor kwaliteitsvolle woningen zeer belangrijk, zoals ook bepaald in het bestuursakkoord. Door een strijd te voeren tegen leegstand, verkrotting en huisjesmelkerij, kan de kwaliteit en de kwantiteit van het woonaanbod en handelspanden verbeterd worden. De stad besteedt heel wat aandacht aan het proactief informeren, sensibiliseren en ondersteunen van eigenaars. Zo kunnen eigenaars bijvoorbeeld aanspraak maken op een renovatiepremie voor handelspanden.
Belasting op leegstand en verwaarlozing
Met het heffen van een belasting op de leegstaande woningen of gebouwen, op verwaarloosde woningen of gebouwen en op ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, kan de stad eigenaars stimuleren om de toestand van hun pand aan te pakken. Bovendien kan de stad ook sanctionerend optreden tegen hardnekkige vormen van leegstand en verwaarlozing. Deze belasting is dus een bijkomend instrument in een reeks van stedelijke maatregelen.
Aanpassing belastingreglementen
Vandaag worden deze belastingreglementen aangepast. De wijzigingen kaderen enerzijds in de implementatie van de omgevingsvergunning en anderzijds in de wijzigingen in de Vlaamse wetgeving.
Vanaf aanslagjaar 2017 heft Vlaanderen niet langer een belasting op ongeschikt- en onbewoonbaarheid en op uiterlijk verwaarloosde woningen en gebouwen. Op die manier wordt een dubbele heffing, en een dubbele administratieve belasting zowel voor de administraties als voor de eigenaars vermeden. De aanpassing van twee belastingen naar één mag echter niet tot gevolg hebben dat globaal genomen milder wordt opgetreden tegen de eigenaars. Daarom beslist de stad Antwerpen om de stedelijke tarieven op te trekken. Voor ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen, bedragen de nieuwe tarieven 3.500 euro per woning en 1.200 euro per kamer. Voor uiterlijk verwaarloosde onroerende goederen 55 euro per vierkante meter (met een minimum van 2.000 euro). Het bedrag van 6.000 euro voor een onroerend goed dat niet wind- en/of waterdicht is, blijft ongewijzigd.
Ook de tarieven voor leegstaande woningen en gebouwen worden verhoogd. Leegstaande gebouwen en terreinen zijn een teken van slecht ruimtegebruik en halen bovendien het imago en de leefkwaliteit van een wijk naar beneden. De stad heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op het opsporen van leegstaande panden. Door deze actieve inzet is er een vollediger beeld op de leegstand in onze stad. In het belastingreglement zijn verschillende vrijstellingen opgenomen voor die eigenaars die daadwerkelijk actie ondernemen om een einde te maken aan deze leegstand. Zij die echter geen actie ondernemen, en waarvan de panden gedurende langere periode blijven leegstaan, worden geconfronteerd met een belasting. Om het sanctionerend karakter van deze belasting te versterken en om een einde te maken aan leegstand in onze stad, beslist de stad Antwerpen om de tarieven op te trekken tot 2.800 euro voor woningen of gebouwen en tot 800 euro voor kamers.
Koen Kennis, schepen voor financiën: “Uiterlijke verwaarlozing, verkrotting, ongeschiktheid en onbewoonbaarheid en leegstand zijn storend, geven een onveilig gevoel en hebben een negatief effect op de buurt. Met de strijd tegen leegstand en verkrotting, maken we de stad aantrekkelijker voor bedrijven om zich te vestigen en voor bewoners om een kwaliteitsvolle woning te vinden. Deze belastingen zijn zowel regulerend als sanctionerend. Eigenaars die niet het nodige doen om hun gebouwen tijdig te renoveren en om verwaarlozing of leegstand tegen te gaan, worden geconfronteerd met een belasting.”
Verantwoordelijke schepen: Koen Kennis, schepen voor financiën