U bent hier
Stad zet innovatieve projecten op om de luchtkwaliteit voor kinderen te verbeteren
Vijf partners uit Vlaanderen en Nederland, waaronder de stad Antwerpen, slaan de handen in elkaar om met het Europese Interreg-project ‘Zuivere Lucht’ aan innovatieve oplossingen te werken om de binnenluchtkwaliteit voor kinderen te verbeteren, zonder daarbij de buitenlucht uit het oog te verliezen. Daarvoor werken ze onder andere met living labs en worden er ook innovatieve luchtzuiveringsinstallaties getest.
Hoewel de luchtkwaliteit de laatste decennia al sterk verbeterd is, wordt de aandacht ervoor en de invloed ervan op de gezondheid alleen groter. Meer en meer mensen willen weten hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit en hoe die nog verder kan verbeterd worden. De jaarlijkse gezondheidskost veroorzaakt door slechte luchtkwaliteit in Europa wordt geschat op ongeveer 1500 miljard euro. De oorzaken van luchtvervuiling aanpakken om zo de luchtkwaliteit te verbeteren, is vanzelfsprekend het belangrijkste. Dat vraagt echter vaak een zekere invoertijd. De stad wil ook op korte termijn de gevoelige groepen, zoals kinderen, extra beschermen tegen luchtverontreiniging en neemt daarom ook deel aan het Europese Interreg-project ‘Zuivere Lucht’, zodat zij versneld van gezondere lucht kunnen genieten. Het project richt zich specifiek op de kwaliteit van de binnenlucht voor kinderen en jongeren. Maar er wordt ook gekeken naar de invloed van de buitenlucht op de binnenlucht.
“Vanuit de stad werken we op vlak van luchtkwaliteit op twee sporen. Prioritair gaat onze aandacht natuurlijk naar het aanpakken van de bron van vervuiling”, stelt schepen voor leefmilieu Nabilla Ait Daoud. “Maar het Antwerpse luchtkwaliteitsbeleid bestaat niet uit ‘of-of’, het is een ‘en-en’-verhaal. Het is belangrijk om niet enkel de luchtkwaliteit aan te pakken, maar ook de blootstelling aan vervuilde lucht - in het bijzonder bij onze kinderen. Jonge kinderen zijn immers extra kwetsbaar voor luchtvervuiling. Hun longen zijn nog volop aan het ontwikkelen en in verhouding tot hun lichaamsgewicht ademen ze extra grote volumes in. Bovendien heeft slechte lucht een grote invloed op de ontwikkeling en leerprestaties van onze kinderen.”
Aandacht voor binnenlucht én buitenlucht
Binnen dit project wordt op twee sporen gewerkt aan het verminderen van de blootstelling door een betere luchtkwaliteit. Enerzijds worden er living labs opgezet: dat zijn lokale experimenten waarbij bewoners, studenten en andere geïnteresseerden samenwerken om bijvoorbeeld de invloed van de buitenlucht op de binnenlucht in kaart te brengen en, waar mogelijk, mee de bron van de vervuiling aan te pakken. Zij werken daarnaast ook samen ideeën uit om de binnenluchtkwaliteit te verbeteren. Anderzijds worden er nieuwe, innovatieve zuiveringsinstallaties getest. De partners van het project kozen alvast een kinderdagverblijf in Antwerpen en een school in Den Haag uit om deze installaties te testen.
Op dinsdag 29 mei konden bewoners, beleidsmakers, experts, scholen en kinderdagverblijven kennismaken met de partners van het project en de problemen die het project verder wil onderzoeken en aanpakken. Op een interactieve markt werden live-luchtkwaliteitsmetingen uitgevoerd. Deelnemers leerden wat een goede of slechte luchtkwaliteit allemaal tot gevolg kan hebben en hoe de toekomst er uit zou kunnen zien. Er werd ook duidelijk dat een doorgedreven samenwerking tussen verschillende actoren van belang is om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Lokale projecten uit een living lab kunnen ook elders werken
Door internationale samenwerking kunnen er makkelijker oplossingen gecreëerd worden voor gezamenlijke problemen. Het Europese project ‘Zuivere Lucht’ is een project dat gesubsidieerd wordt door het Interreg-programma Vlaanderen-Nederland. In Nederland is de stad Den Haag betrokken.
In Antwerpen verenigen inwoners en scholen zich onder de vlag van Stadslab2050, aangezien zij al veel ervaring hebben met living labs. Samen met de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) en de Universiteit Antwerpen zullen zij experimenteren rond luchtkwaliteit en op zoek gaan naar specifieke en lokale maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bijvoorbeeld verluchting of beplanting zouden daarin een rol kunnen spelen.
Alternatieve, duurzame luchtzuiveringstechnologie als deel van de oplossing
Eén van de mogelijke maatregelen om de binnenluchtkwaliteit te verbeteren is luchtzuivering. Bestaande luchtzuiveringstechnologieën gebruiken meestal mechanische filtratie. De deeltjes die in de lucht zitten worden door dit type filters niet vernietigd, maar vastgehouden. Als gevolg daarvan is er frequent onderhoud of vervanging van onderdelen nodig.
Momenteel loopt er door Universiteit Antwerpen en VFA Solutions onderzoek naar en ontwikkeling van een beloftevolle nieuwe technologie, plasmakatalyse. Deze techniek zorgt ervoor dat de vervuilde lucht omgezet wordt naar chemische bouwstenen zoals H2O, CO2 en O2 . In Antwerpen en Den Haag zal deze innoverende technologie getest worden in een kinderdagverblijf en een school.
“In het Antwerpse onderwijs staan wij voor een aantal grote uitdagingen. Leerwinst is daar zeker één van. Voor mij is het van cruciaal belang dat we, naast een fysieke plek voor ieder kind, ook voor kwalitatief onderwijs zorgen: élk kind moet alle kansen krijgen om zich optimaal te ontplooien. De leeromgeving heeft een belangrijke effect op de leerprestaties van een kind: zijn/haar leerwinst daalt immers als hij/zij zich in een omgeving met slechte luchtkwaliteit bevindt. Net om die reden ben ik blij dat er nu, na twee jaar hard werken, eindelijk een beoordelingskader en een subsidiereglement voor luchtzuiveringsinstallaties in scholen is.”
Een toolbox voor eigen metingen
Door de stijgende interesse in het zelf meten van de luchtkwaliteit in zowel Vlaanderen als Nederland, zal er binnen het project ‘Zuivere Lucht’ een digitale toolbox ontwikkeld worden. Met deze toolbox kunnen burgers zelf op een correcte, wetenschappelijke manier de luchtkwaliteit meten. De toolbox reikt een handleiding aan om te weten te komen wat de gebruiker meet en hoe die gegevens geïnterpreteerd moeten worden. Tijdens de living labs wordt de toolbox nog verder verfijnd. Bedoeling is dat die online te vinden zal zijn op de website van de stad na het schooljaar 2018 – 2019.
“Leefbaarheid en duurzaamheid zijn voor dit bestuur echte horizontale en prioritaire bevoegdheden. Milieukwaliteit is daar zeker een belangrijke component van, maar niet de enige. Leefbaarheid gaat immers ook over een stad maken waar ieder kind een plaats in de opvang en een stoel in de school van zijn dromen heeft, in een gezonde omgeving waar een sterke economie kansen geeft aan iedereen die ze wil grijpen”, besluit schepen Ait Daoud.
Verantwoordelijke schepenen: Nabilla Ait Daoud, schepen voor leefmilieu en kinderopvang - Claude Marinower, schepen voor onderwijs