Gallo-Romeinse sporen in de kelder van het stadhuis

Op 29 januari 2019

In het najaar van 2018 voerden stadsarcheologen opgravingen uit in de kelders van het Antwerpse stadhuis. Ze troffen er sporen en vondsten aan waarvan de oudste uit de Gallo-Romeinse periode dateren, bijna tweeduizend jaar geleden. De vondsten worden bewaard  in het depot voor onroerend erfgoed en de resultaten worden gebundeld in een onderzoeksrapport. De archeologische opgraving paste in de planning van de renovatie van het stadhuis.

Gallo-Romeinse vondsten in het centrum van Antwerpen

De ontdekking van Gallo-Romeinse sporen en vondsten onder het Antwerpse stadscentrum is niet nieuw: al bij opgravingen in de jaren 1950 nabij het Steen kwamen Gallo-Romeinse potscherven aan het licht. Begin jaren 1970 werden vervolgens een aantal Gallo-Romeinse waterputten en paalsporen aangetroffen onder de middeleeuwse stadskern tussen het Vleeshuis en het stadhuis. De ontdekking van een Gallo-Romeins crematiegraf in 2002 aan de Oudaan leerde waar de vroegere bewoners onder meer hun doden begroeven, of in dit geval cremeerden. Ook bij recentere opgravingen in de middeleeuwse stadskern troffen de stadsarcheologen sporadisch Gallo-Romeinse vondsten aan.                                     

Burgemeester Bart De Wever: “Het is wel verrassend dat er zich nog dergelijke oude sporen onder het monumentale stadhuis bevinden. Cornelis Floris de Vriendt liet het stadhuis tussen 1561 en 1564 oprichten op de westzijde van de Grote Markt. Om de kelderverdieping te realiseren, werd van het toenmalige marktplein enkele meters afgegraven. Hierdoor ging heel wat informatie over het middeleeuwse marktplein verloren. De stadsarcheologen leveren met de ontdekking van de Gallo-Romeinse sporen wel aanvullende inzichten over de voorgeschiedenis van de stad.”

De stadsarcheologen vonden onder het stadhuis een achttal kuilen terug met vondsten uit de Gallo-Romeinse periode (2de en/of begin van de 3de eeuw van onze jaartelling – mogelijk dateren de vroegste sporen al uit de 1ste eeuw n.C.). Deze lagen verspreid over het onderzoeksterrein in de kelder van het stadhuis. Het gaat om heel wat potscherven, houtskool en enkele kleine metaalvondsten. De kuilen variëren in grootte en diepte en behoorden tot de Gallo-Romeinse nederzetting die de middeleeuwse handelsstad voorafging. Wellicht gaat het om afvalkuilen.

Betekenis van de Gallo-Romeinse vondsten

De ontdekking van de Gallo-Romeinse kuilen leert ons dat de toenmalige nederzetting(en) zich nog meer naar het zuiden uitstrekte(n), en bevestigt het recente vermoeden dat de nederzetting groter was dan vroeger werd gedacht.

Wat bovendien nog duidelijker wordt, is dat het Gallo-Romeinse Antwerpen, waarvan we de toenmalige benaming niet kennen, toegang had tot een uitgestrekt handelsnetwerk. De vele scherven geïmporteerd aardewerk kwamen onder meer uit het Rijnland. Dit wijst enerzijds op een overname van de Romeinse cultuur van de lokale bevolking en anderzijds op de welvaart van de nederzetting en haar bewoners. De ligging aan verschillende verbindingswegen over water en land zal hierbij een cruciale rol gespeeld hebben.

Ook vondsten uit andere periodes

De opgravingen leverden naast informatie over de Gallo-Romeinse periode en de materialen en aangewende technieken voor de bouw van het stadhuis in de 16de eeuw, ook kennis over de periode daartussen. Een aantal andere grote kuilen bevatten opvallend veel hoornpitten; het binnenste van rundhorens. Deze zijn mogelijk toe te schrijven aan ambachtelijke activiteiten in de buurt, bijvoorbeeld van slagers, hoorn- en/of leerbewerkers. Op basis van de aangetroffen scherven dateren de kuilen uit de late middeleeuwen (1300-1500 n.C.).

Verder onderzoek

Het archeologische onderzoek in de kelder van het Antwerpse stadhuis kadert in de totaalrenovatie. Ook de kelderverdieping wordt aangepakt om er nieuwe functies in onder te brengen. De daarvoor noodzakelijke graafwerken werden begeleid door archeologen van de stad Antwerpen. Dit onderzoek brengt meer inzicht in de bouwgeschiedenis en -techniek van het monumentale gebouw en over wat er vóór de bouw van het stadhuis op die plek plaatsvond.

De resultaten van het archeologisch onderzoek worden gebundeld in een onderzoeksrapport en de opgegraven vondsten komen terecht in het depot voor onroerend erfgoed van de stad Antwerpen. Vele verdere vragen over de precieze omvang, status en datering van de Gallo-Romeinse nederzetting(en) en de relatie tot gelijktijdige bewoningskernen in bijvoorbeeld Ekeren, Wijnegem of Kontich verdienen toekomstig onderzoek. Niettemin vormen de opgravingen in het stadhuis een belangrijke schakel in de kennis over de vroegere nederzetting(en) ter hoogte van het huidige stadscentrum.

Verantwoordelijke: burgemeester Bart De Wever

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is