Programma 2024

VEILIGE STAD

Antwerpen is de veiligste grootstad. Aan die veilige leefomgeving is dan ook heel hard gewerkt. De inzet van duizenden politiemensen en stedelijke toezichters die elke dag waken over de veiligheid en de leefbaarheid van onze stad kan niet genoeg geroemd worden. De voorbije jaren zijn we niet op onze lauweren blijven rusten, maar hebben we nog een tandje bijgestoken.

Maatschappelijk ontwrichtende uitdagingen zoals de drugscriminaliteit kregen onze volle aandacht. Eindelijk beseft men ook in  Brussel dat ons voorbeeld moet worden gevolgd: meer mensen en middelen voor politie, gerecht en veiligheidsdiensten in de strijd tegen de gewetenloze drugsmaffia. We moeten er nu over waken dat deze beloftes ook effectief gerealiseerd worden.

Antwerpen is een grootstad waar de politie overal zichtbaar en aanspreekbaar moet blijven. In Antwerpen is geen plaats voor no-gozones of straatintimidatie. Iedereen die in Antwerpen rondwandelt, moet zich veilig voelen, van welk geslacht, welke geaardheid of welke afkomst ook.

Veiligheid betekent immers dat iedereen zich goed voelt op het openbaar domein. Straten, pleinen en parken moeten uitnodigen. Daarom zetten we in op een slim cameranetwerk, een veilige en goed doordachte omgeving, en op nabijheidspolitie die vertrouwen inboezemt.

Veiligheid in het verkeer en propere straten zijn twee speerpunten van ons beleid. Door doelgerichte acties tegen sluikstort, met meer en steeds slimmer cameratoezicht, is het aantal vaststellingen de laatste jaren sterk gestegen. We voerden ook bestuurlijke inbeslagnames van auto’s in voor wegpiraten, strengere boetes en opruimkosten voor sluikstorters en een preventief huisarrest voor relschoppers.

De veiligheid van de Antwerpenaar blijft voor ons altijd voorop staan. Want veiligheid is de eerste taak van elke overheid.
 

VEILIGHEID

  • Antwerpen is de veiligste grootstad van Vlaanderen en dat moet zo blijven. We stellen alles in het werk om de criminaliteit verder naar beneden te drukken.
     
  • De voorbije jaren werd hard ingezet op meer “blauw op straat”. De wijkwerking werd hierbij sterk uitgebouwd en er zijn meer interventie-eenheden beschikbaar dan ooit. We gaan nog enkele stappen verder:
    • De wijkwerking wordt versterkt, moet nog makkelijker bereikbaar en klantvriendelijker worden en dient nog meer aanspreekbaar zijn voor de Antwerpenaar.
    • De spreekuren van de wijkwerking van onze lokale politie voor bewoners worden uitgebreid en de politie organiseert wijkbezoeken om nog meer voeling te houden met de wijken.
    • De opvolging van oproepen via de Blauwe Lijn moet nog beter.
    • Justice has to be seen to be done: we verhogen de zichtbaarheid van alle veiligheidsdiensten in alle wijken van de stad.
    • We blijven onverminderd investeren in de werking, kwalitatief personeel en innovatieve technologie voor de Antwerpse lokale politie. We zeten nog sterker in op technologie en datagerichte aansturing van de hulp- en handhavingsdiensten.
  • Drugs richten onnoemelijke maatschappelijke schade aan, verwoesten mensenlevens en leiden nu ook tot onaanvaardbaar geweld in onze stad. We maken de lokale en internationale drugsmaffia duidelijk dat ze geen plaats hebben in Antwerpen en dat onze straten niet dienen om hun interne conflicten uit te vechten. De war on drugs gaat onverminderd verder. Van straatdealer tot drugsbaron, allemaal moeten ze zich opgejaagd voelen in Antwerpen. We blijven drugpanden consequent sluiten en pleiten voor de sluiting van woningen die in hoofdzaak dienen als deal- en gebruiksplek.
     
  • We voeren de strijd tegen dealers op het openbaar domein verder en pakken hen op. Het hardnekkige probleem van illegale (drugs)criminelen die moeilijk uitgezet kunnen worden, blijven we aankaarten om het gesloten centrum, dat in 2017 door de toenmalige federale regering toegezegd werd, eindelijk te verwezenlijken.
     
  • In Antwerpen wordt de wet nageleefd. Dus ook gebruikers van (hard)drugs mogen de dans niet ontspringen. Wij verhogen het bewustzijn over de korte en lange termijneffecten die het gebruik van (illegale) drugs met zich meebrengt. Tegelijkertijd lichten we toe hoe dit gebruik bijdraagt aan een crimineel systeem. We maken gebruikers bewust van het systeem van uitbuiting en geweld dat ze mee in stand houden, en treden op tegen het onterechte hippe imago van drugs door middel van gerichte educatieve campagnes en sociale bewustmakingsinitiatieven. We bieden tegelijkertijd toegang tot ondersteuning en behandeling voor degenen die willen stoppen met gebruik en zetten daarnaast verder in op preventieve maatregelen in samenwerking met scholen en lokale en bovenlokale justitie- en gezondheidsdiensten.
     
  • De scheepvaartpolitie, de inspectiediensten zoals de douane, de federale gerechtelijke politie, de Politiezone Antwerpen en de gerechtelijke overheden moeten alle mensen en middelen krijgen die nodig zijn om onze stad en haven te beveiligen en de drugsnetwerken op te rollen. De aanpak van drugs is een zaak van nationaal belang. Aangezien er een jarenlange forse inspanning nodig zal zijn, zijn we voorstander van het financieren van onze strijd tegen drugs met inbeslaggenomen financiële middelen van alle drugscriminelen.
     
  • We behouden een voldoende groot aanbod in drugshulpverlening dat consequent gericht is op preventie, afkicken en re-integratie in onze stadsgemeenschap.
     
  • Het KALI-team wordt gevoelig uitgebreid om de oorlogskas van de drugsbendes droog te leggen. Dit is een multidisciplinair korps dat specifiek werkt op ondermijning.
     
  • De havens van Antwerpen-Brugge en Rotterdam richten een formeel haven-veiligheidsnetwerk op dat periodiek samenkomt. Dit gebeurt in eerste instantie tussen de steden en havenbedrijven, maar uiteraard ook met veiligheidspartners, vertegenwoordigersgroepen en private bedrijven. Dit netwerk neemt zelf initiatieven, en spreekt de juiste niveaus aan om initiatieven te nemen die buiten haar bevoegdheden vallen.
     
  • De Stadsmariniers krijgen een eigen budget om de veiligheids- en overlastproblemen in hun wijk aan te pakken. Ze krijgen een duidelijk operationeel mandaat om alle betrokken stadsdiensten in actie te brengen met één duidelijk doel: minder overlast. Stadsmariniers worden enkel ingezet waar ze een meerwaarde kunnen betekenen. Ook de buurtregisseurs worden opgewaardeerd en de stadswachten worden naar een hoger niveau gebracht.
     
  • Er moet een evaluatie komen van de wet op de bestuurlijke handhaving die gestoeld is op grootstedelijke noden om burgemeesters gericht en krachtig te laten optreden tegen gekende overlastpanden en winkels of horecazaken die een dekmantel zijn voor criminele activiteiten. Het structureel kunnen wegsnijden van malafide uitbatingen is daarbij voor ons de cruciale toets. In Nederland werkt die wetgeving al jaren. We dringen bij de hogere overheid aan om hiervoor dan ook eindelijk meer mogelijkheden te krijgen als lokaal bestuur.
     
  • In de aanpak van ondermijnende criminaliteit streven we ernaar een proactieve evaluatie van bedrijven mogelijk te maken. We verzamelen en verwerken hiervoor informatie over bedrijven en het achterliggende bestuurdersnetwerk uit diverse bronnen. Deze informatie bieden we aan onze ambtenaren aan, zodat zij vroegtijdig signalen van mogelijke fraude kunnen detecteren. Antwerpen engageert zich om deze waardevolle informatie actief in te zetten, waardoor een veiliger ondernemingsklimaat wordt gecreëerd, de lokale bedrijfsgemeenschap beter beschermd wordt en middelen efficiënter en correcter ingezet kunnen worden.
     
  • We voeren de strijd verder op tegen intrafamiliaal geweld, seksueel geweld en partnergeweld, samen met de politie, hulpverlening en het parket. Het ’Veilig Huis’ biedt hierbij een veilige en toegankelijke haven. Maatregelen zoals een stalkingsalarm en contactverboden voor geweldplegers zorgen ervoor dat we kort op de bal kunnen spelen.
     
  • Mensen moeten zich veilig voelen in Antwerpen. Er is geen plaats voor (seksuele) intimidatie, daders worden hier kordaat op aangesproken en riskeren een GAS-boete wanneer ze de openbare orde verstoren. Via campagnes doorbreken we de meldingsschroom voor respectloos of strafbaar gedrag. We stimuleren aangifte en geven preventietips voor veilig uitgaan waarbij we samenwerken met de uitgaanssector.  We blijven strijden tegen mensenhandel en tienerpooiers.
     
  • Antwerpen wordt beter voorbereid op grote crisissen zoals overstromingen, langdurige stroomuitval, droogte, een nieuwe pandemie, enzovoort. De Chief Resilience Officer tekent noodplannen uit die we hopelijk nooit nodig hebben maar die meteen kunnen worden uitgevoerd als dat toch zo is. Ook de brandweer wapent zich beter tegen zekere en onzekere stedelijke calamiteiten. Elke stadsmedewerker weet wat hij of zij moet doen in een crisissituatie.
     
  • De bestaande veiligheidscamera’s worden gemoderniseerd en uitgebreid waar nodig, steeds met respect voor de privacy / persoonsgegevens, om nog meer criminelen en overlastplegers op heterdaad te betrappen.
     
  • Naast de vaste camera’s maken we de omslag naar intelligente mobiele veiligheidscamera’s die snel kunnen worden ingezet waar het nodig is. We veranderen camera’s geregeld van locatie om de pakkans te verhogen.
     
  • Bij de realisatie van nieuwe grote publieke en private projecten behoort de uitrusting met vaste camera’s tot de standaardvoorwaarden. Bij grote aanlegprojecten van het openbaar domein wordt standaard een ruimtelijke veiligheidscheck doorgevoerd en worden er voorwaarden opgelegd die de aansluiting van camera’s op termijn mogelijk maken. Elk groot bouwproject en elke grondige heraanleg van een straat, plein of wijk moet een ruimtelijke veiligheidstoets doorstaan. Zo kunnen donkere hoekjes, blinde vlekken voor de veiligheidscamera’s, klankkasteffecten en andere factoren die overlast in de hand werken, al op de tekentafel worden uitgesloten.
     
  • De politie en toezichters laten innovatieve digitale toepassingen los op camerabeelden en andere beschikbare data om daders sneller en effectiever op te sporen. Zo zetten we het politie- en toezichtspersoneel intelligenter in. We houden daarbij uiteraard steeds rekening met de bescherming van de privacy.
     
  • De stad voorziet een meldpunt waar men op een anonieme manier melding kan maken van overlastpanden, economische of seksuele uitbuiting en illegale huisvesting of huisjesmelkerij. Dit meldpunt fungeert als coördinerend instrument voor stedelijke toezichtsdiensten, de lokale politie en partnerinstellingen zoals het parket, het arbeidsauditoraat of bovenlokale inspectiediensten.
     
  • Het jeugdbeleid moet beter aansluiten op het veiligheidsbeleid. De jeugdwerkpartners sluiten een duidelijke samenwerkingsovereenkomst af met de politie en het parket. We beschermen jongeren tegen bedreigingen in hun eigen leefwereld maar ook online, waar ze vaak net het kwetsbaarst zijn.
     
  • Meer mensen en middelen worden ingezet in de strijd tegen cybercriminaliteit, een bijzonder kwalijke vorm van misdaad waarvan veel Antwerpenaars grote gevolgen ondervinden.
     
  • We voeren een nultolerantiebeleid voor sluikstorters.
    • Anonieme toezichters die geregeld van locatie wisselen op afwisselende tijdstippen, betrappen sluikstorters op heterdaad. We zetten daarnaast op grote schaal (intelligente) camera’s in.
    • Het bedrag voor GAS-boetes moet verder omhoog, zowel voor meerder- als minderjarigen, tot een maximumboete van € 1.000.. We vragen dat de GAS-boetes kunnen worden omgezet naar een alternatieve straf, zoals het mee opkuisen van het openbaar domein. De GAS-boetes gaan omhoog naarmate dezelfde dader opnieuw betrapt wordt. Hardleerse sluikstorters krijgen een zware rekening.
    • Bovenop de GAS-boete betalen ze ook een retributie voor de schoonmaakkosten die ze veroorzaken.
    • Op piekmomenten of op sluikstortgevoelige plaatsen voorzien we extra afvalcontainers, zodat niemand een excuus heeft om afval te laten rondslingeren.
    • We leggen dwangmaatregelen aan eigenaars op voor de sanering van chronische sluikstortplaatsen  en verzamelplekken van zwerfvuil (voortuinen, braakliggende terreinen, verlaten parkings etc.).
    • Gekende sluikstortgevoelige plaatsen krijgen een infrastructurele check en worden heraangelegd of heringericht tot plekken die meer respect afdwingen en sluikstorters ontmoedigen.
    • Meermaals per jaar beloont de stad de wijken die de grootste inspanning leveren tegen sluikstort met een buurtfeest.
  • Politie en toezichters moeten meer aandacht hebben voor de veiligheid rond bouwwerven met een inname van het openbaar domein, zowel voor private werven als die van de stad zelf. De focus ligt daarbij op de veiligheid van fietsers en voetgangers.
     
  • Ook in de parken en recreatiegebieden wordt het toezicht uitgebreid om overlast tijdig aan te pakken.
     
  • Het parket en de federale overheid moeten eindelijk  agressie tegen politie, brandweer en hulpverleners prioritair aanpakken. Hulpverleners moeten anoniem klacht kunnen neerleggen. Ook voor agressie in de kinderopvang of tegen stadsmedewerkers en parkeerwachters geldt een nultolerantie. We vragen aan hulpverleners en veiligheidsdiensten om agressie altijd te melden en steeds (anoniem) klacht neer te leggen. De brandweer en andere hulpdiensten kunnen blijven rekenen op politiebijstand tijdens interventies met een hoog risico.
     
  • De werking en de werkingsmiddelen van de brandweerzone Antwerpen blijven gehandhaafd. Op de veiligheid van de Antwerpenaar wordt niet bespaard. Onze brandweer blijft de beste en snelste hulpverleningszone van het land dankzij modern materiaal, efficiënte kazernes en kwalitatief personeel.
     
  • Na de renovatie of nieuwbouw van tal van regiokantoren en de opening van het nieuwe Antwerpse politiegebouw, met zijn state-of-the-art-infrastructuur en de daaruit volgende verbeterde dienstverlening, mag elke Antwerpenaar zich veilig en beveiligd voelen. We zetten het rijke verleden van ons politiekorps in de kijker, onder andere door de ontsluiting van het erfgoedcentrum van de politie. 
     
  • De nieuwe politievoertuigen zijn rijdende kantoren, uitgerust om de belangrijkste verklaringen en dergelijke af te nemen, de Antwerpenaar moet dus niet meer voor alles naar het politiekantoor. Het nieuwe hoofdkantoor van de politie is altijd open.
     
  • We zetten in op gerichte en selectieve aankoop van bijvoorbeeld overlastpanden of binnengebieden. Zo kan er ruimte worden vrijgemaakt en aanslepende leefbaarheidsproblemen worden opgelost.
     
  • De functie van toezichter wordt opgewaardeerd met een concurrentiëler loon en moderne werkingsmiddelen. Zo hebben we krachten die met beide voeten in de werkelijkheid staan en die beter opgewassen zijn tegen hun taak. We creëren een systeem van toezichters-reservisten die kunnen bijspringen op drukke momenten. We geven onze toezichters ook vaststellingsbevoegdheid; zo kunnen ze ook zelf optreden indien nodig.
     
  • Een alcoholverbod op het openbaar domein leidt tot een voelbare vermindering van overlast en zwerfvuil. Het kan dus zijn nut hebben, maar toch zetten we dit enkel in als alle andere maatregelen gefaald hebben. Prioriteit moet blijven om overlastplegers en sluikstorters te betrappen, niet om de brave burger te treffen. Elk alcoholverbod wordt periodiek geëvalueerd.
     
  • We laten niet toe dat het openbaar domein en openbare gebouwen worden geclaimd door groepen overlastplegers. Indien nodig maken we gebruik van plaats- en toegangsverboden en huisarresten om deze plekken te vrijwaren van overlast.
     
  • We gaan de vorming van jongerenbendes tegen en grijpen zo vroeg mogelijk en kordaat in met een aangepaste aanpak. Voor wapenbezit op het openbaar domein geldt een zerotolerantie.
     
  • We worden strenger voor gebedshuizen die een erkenning aanvragen. Geloofsgemeenschappen waar geen Nederlands gesproken wordt, waar geen sprake is van deftig beheer of die tekenen vertonen van radicalisme of minachting voor onze democratische Verlichtingswaarden, krijgen geen erkenning of ondersteuning.
     
  • De huisvesting voor buitenlandse arbeidskrachten (bijvoorbeeld voor de werken aan de Grote Verbinding) moet verlopen via professionele verhuurders die binnen een duidelijk kader moeten werken om overlast, overbewoning en woonkwaliteitsproblemen te voorkomen. Er moet onder andere worden voorzien in kwalitatieve huisvesting met eigen faciliteiten binnen het eigen project, en een aanspreekpunt in geval van overlast.
     
  • Illegale logies en de daarbij gepaard gaan de overlast pakken we grondig aan. We vragen de hogere overheden meer lokale bevoegdheid om onder andere illegale AirBnB’s aan te pakken die voor overlast zorgen in woonbuurten.  We zetten eveneens actief in op opsporing van adresfraude om huisvesting van illegalen te voorkomen.
     
  • In probleemstraten of -panden zetten we meer in op periodieke controles door een multidisciplinair team. Op die manier worden op een kort tijdsbestek en tegelijk tal van knelpunten en schendingen onderzocht met het oog op het verbeteren van de leefbaarheid (drugs, overlast, arbeidsinspectie, immigratie, handelspraktijken, …).
     
  • We hanteren een zerotolerantie voor huisjesmelkers en richten een fonds op waarmee huisjesmelkers zelf de noodopvang van hun slachtoffers financieren. Op die manier worden de gevolgen van hun houding niet meer afgewenteld op de stad en hun slachtoffers.
     
  • We zijn en blijven solidair met de slachtoffers van oorlog in Europa. Tegelijk verzetten we ons met klem tegen elke bijkomende capaciteit voor de opvang van asielzoekers. Antwerpen doet al meer dan zijn deel in vergelijking met andere steden.
     
  • In woonbuurten kiezen we resoluut en consequent voor rust en leefbaarheid voor de bewoners, natuurlijk ’s avonds en ’s nachts maar ook overdag. Maar in gevestigde horecakernen en levendige uitgangsbuurten moeten de horeca en het uitgangsleven zich volop kunnen ontwikkelen. Bewoners kunnen niet eisen dat het historisch gegroeide karakter van hun wijk verandert.
     
  • We bakenen uitgangszones af. Ze geven duidelijkheid en rechtszekerheid voor de uitbaters en feestvierders.
     
  • De handhaving van bouwovertredingen richt zich prioritair op veiligheid, brandveiligheid, de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel van de buurtbewoners.
     
  • Samen met de bevoegde overheden bekijken we hoe we kwetsbare personen goed kunnen opvangen in de stad. Dit gaat over slachtoffers van partnergeweld, uitbuiting, LGBTQI+-agressie, …

BEREIKBARE STAD

πάντα ῥεῖ - Alles stroomt, stelde Heraclitus 2500 jaar geleden. En dat doet het vandaag nog. Niet alleen de Schelde blijft in Antwerpen stromen, ook het verkeer. De afgelopen legislatuur was er één van ‘werven en werken’. Er is veel werk verricht. We hebben geïnvesteerd in fietspaden, fietsstraten, schoolstraten, woonerven, parkeergarages, park-and-rides, voetgangersgebieden, deelmobiliteit, duurzame logistiek, veilige en comfortabele oversteken, ….

We kunnen ons nog steeds vlot voortbewegen, maar doen dat minder vaak met de wagen. We kunnen nog steeds parkeren, maar doen dat vaker op eigen terrein of onder de grond. De parkeerbehoefte verschilt ook per wijk, daarom voeren we een parkeerbeleid op maat op de omgeving. We hebben een duidelijke stap gezet naar een gezonde en dynamische stad waarin we ons opnieuw vlot kunnen voortbewegen na jaren stilstand. De mobiliteitsomslag is voelbaar: het aandeel autoverplaatsingen vermindert, we zien meer fietsers en voetgangers op straat. Onze stad is multimodaal ontsloten voor bewoners, bedrijven en bezoekers. We zetten in op een bereikbare én leefbare stad.

Dit alles is enkel mogelijk door het oplossen van de bovenlokale mobiliteitsknoop. De realisatie van de Oosterweelverbinding, met de daarbij horende Ringparken, is noodzakelijk voor de leefbaarheid en de mobiliteit in onze regio. Net zo noodzakelijk als een serieuze opwaardering van het openbaar vervoer. Het potentieel van het openbaar vervoer in de regio Antwerpen is nog steeds onderbenut. Om ons overstapmodel te laten werken, moet dit absoluut beter.
 

MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN

  • De N-VA zet verder haar schouders onder het uitvoeren van het Toekomstverbond. Nadat we in 2017 met de burgerbewegingen van de rechtbank naar de werkbank zijn getrokken om de mobiliteits- en leefbaarheidsplannen uit te tekenen, zetten we nu volop in op de uitvoering van ons project De Grote Verbinding. Onze stad wordt beter bereikbaar dankzij de Oosterweelverbinding en groener dankzij de Ringparken.
  • De Oosterweelverbinding krijgt stilaan vorm en de overkappings- en leefbaarheidsprojecten worden maximaal mee uitgevoerd tijdens de werken. Het vervolledigen van de ring door de realisatie van de Oosterweelverbinding is dé absolute prioriteit. Met deze extra Scheldekruising hebben we een robuust netwerk waardoor doorgaand verkeer op het hoofdwegennet rondom de stad blijft. Ook bij incidenten en files betekent dit minder sluipverkeer door onze woonkernen. Het doorgaand verkeer én het havenverkeer worden langs het Haventracé gestuurd dat als een volwaardige ring rond de stad wordt uitgerust. Bij de A12 noord wordt een extra rijstrook aangelegd voor openbaar en collectief vervoer van en naar de stad. Als stad blijven we ook het proces van De Nieuwe Rand opvolgen en streven we naar de verbetering van de mobiliteit en de leefbaarheid rond Antwerpen.  Zo gaan mobiliteits- en leefbaarheidsingrepen hand in hand.
  • Antwerpen blijft open en bereikbaar. De N-VA zal de bereikbaarheid van de stad bij alle mobiliteitsactoren, zoals de NMBS, De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer, Lantis, De Vlaamse Waterweg, het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, … hoog op de agenda blijven plaatsen. Als economisch hart van Vlaanderen, verdient Antwerpen beter dan wat een aantal van voornoemde mobiliteitsactoren ons vandaag voorschotelen.
  • Tijdens de werken wordt maximaal ingezet op minder hinder. Ook bieden we via Slim naar Antwerpen mobiliteitsadvies op maat aan voor haar bewoners, bedrijven en bezoekers. Slim naar Antwerpen wordt verder uitgebouwd tot een regionale speler.
  • Het samenwerkingsmodel over de Grote Verbinding tussen de stad en Lantis wordt verder uitgebouwd in het kader van de uitvoering van de werken. Daarnaast moet ook de Antwerpenaar betrokken blijven bij het project. De stad wil haar bewoners en bedrijven trots laten zijn op de werken.
  • De fietsbrug over de Schelde wordt gerealiseerd en zal met de nieuwe fietsverbinding door de Oosterweel-Scheldetunnel een fietsring rond de stad vormen met het Ringfietspad. De fietsverbinding zal zowel voor de recreatieve als functionele fietser een enorme meerwaarde betekenen en onze fietsbereikbaarheid verbeteren.
  • Het mobiliteitsplan van de Vervoerregio, het Routeplan 2030, biedt een leidraad voor de regionale mobiliteit voor de stad Antwerpen met haar districten en de gemeenten in de regio. De N-VA wil de vervoerregio bestendigen en meer armslag geven. We streven naar een vervoersautoriteit voor de regio Antwerpen. Dit bedrijf kan in de toekomst de regie van alle mobiliteitsmodi in de regio opnemen.
  • Een volwaardig Antwerps Gewestelijk Expressnet zorgt ervoor dat de hele (vervoer)regio met de trein bereikbaar is en blijft. De verschillende treinstations in de regio worden uitgebouwd als overstappunten met verschillende overstapmogelijkheden. We blijven aandringen bij de NMBS op een sterker regionaal aanbod met kwaliteitsvolle treinen, met onder anderen ook een verbinding voor personenvervoer over het Ringspoor van Kallo tot en met logistiek park Schijns. De regie voor dit aanbod leggen we bij de nieuwe Antwerpse vervoersautoriteit.
  • We blijven bij de NMBS aandringen in het kader van nieuwe stedelijke ontwikkelingen en aantrekkingspunten zoals het Sportpaleis op de opwaardering, en de inrichting van nieuwe treinstations bijvoorbeeld Luchtbal, Linkeroever en Schijnpoort.
  • Verder blijven we aandringen om een terminal voor de Eurostar naar Londen te voorzien in Antwerpen-Centraal zodat de twee wereldsteden rechtstreeks met elkaar verbonden worden. Vandaag rijden deze treinen al door Antwerpen op het traject Amsterdam-Londen maar stoppen ze er niet.
  • We zetten in op goede en leesbare regionale overstappunten in samenspraak met de andere mobiliteitsoverheden. Reizigers moeten in de regio vlot kunnen overstappen tussen de auto, het openbaar vervoer, de fiets en/of de deelmobiliteit. In de stad gaat het om 'Slimme Schakels’ waar vlot en comfortabel van vervoersmodus gewisseld kan worden. Aan de rand van stad vragen we om P&R’s, zoals onder andere die van Boechout, als slimme schakels te ontwikkelen om grote verkeersstromen op te vangen.  We pleiten ervoor dat de mobiliteitsaanbieders een gecombineerd mobiliteitsproduct aanbieden, minstens voor het openbaar vervoer. 
  • Voor senioren en minder mobiele mensen ijveren we binnen het vervoer op maat naar een vorm van taxidienst die toelaat zich te kunnen verplaatsen van en naar de knooppunten.
  • De weginfrastructuur moet leesbaar zijn. Weggebruikers moeten intuïtief begrijpen waar hun plaats is en wie er voorrang heeft.
  • Antwerpenaren krijgen steeds meer mobiliteitsalternatieven. Het aanbod aan deel(bak)fietsen, deelsteps en deelauto’s is sterk gestegen en ze worden goed gebruikt. Het combineren van vervoersmogelijkheden zit in de lift. We zetten de komende legislatuur verder op het vergroten van het mobiliteitsaanbod.
  • De afgelopen jaren is deelmobiliteit een vaste waarde geworden in het Antwerpse mobiliteitslandschap. Dit is soms efficiënter dan eigen vervoermiddelen. We zetten verder in op samenwerking met verschillende aanbieders voor deelfietsen, deelbakfietsen, deel-steps, deelscooters en deelauto’s.
  • We blijven kritisch ten opzichte van hinder of overlast van deelvoertuigen. De stad wordt digitaal onderverdeeld in zones waar deelvoertuigen wel of niet mogen komen en geparkeerd kunnen worden. Het gebruik van de deelsystemen wordt gereguleerd onder andere door digitale dropzones en snelheidsbeperkingen. Bij overlast en misbruik wordt de aanbieder gesanctioneerd. Aanbieders van deelvoertuigen die overlast veroorzaken worden verplicht om hun vloot te reduceren op het openbaar domein. We onderzoeken hoe we bij nieuwe concessies hierop kunnen verder bouwen en hoe we tegelijkertijd nieuwe inzichten en concepten kunnen integreren.
  • We stimuleren werkgevers in de regio om het leasen / aankopen / verhuren van duurzame mobiliteitsmiddelen te faciliteren aan alle werknemers. De werkgeversaanpak, waarbij we medewerkers van Antwerpse bedrijven aansporen om zich duurzaam te verplaatsen, die is uitgewerkt voor Antwerpen kan hierbij als voorbeeld dienen voor de Vervoersregio.
  • Ook voor mobiliteit binnen de stad zorgen we voor goede en leesbare overstapplaatsen tussen de verschillende soorten vervoer. Reizigers moeten vlot kunnen overstappen tussen de auto, het openbaar vervoer, de fiets en/of de deelmobiliteit. We voorzien voldoende en veilige stations voor elk type vervoer zodat overstappen wordt gestimuleerd. We zorgen ook voor ruime, propere, veilige en goed verlichte knooppunten en opstapplaatsen, die vlot bereikbaar zijn voor reizigers, ook die met een fysieke beperking. Overlast in de buurt van opstapplaatsen dulden we niet.
  • In het kader van ons Smart City-project bekijken we in welke mate we verkeersborden slim kunnen maken, om flexibel in te spelen op de wijzigende verkeerssituaties die we digitaal monitoren.
  • De digitale (r)evolutie maakt het verspreiden en vinden van informatie steeds gemakkelijker. Gebruikers en ontwikkelaars kunnen beschikken over realtime-informatie over de verkeerssituatie van onze regio. Dit omvat niet alleen de drukte op het wegbeeld, maar ook gegevens over de bezettingsgraad van parkings, de status van bruggen en sluizen, enzovoorts.
  • Er wordt verder gewerkt aan éénvormige betaalmogelijkheden voor verschillende mobiliteitsdiensten in de vervoersregio onder regie van de vervoersautoriteit. We vragen de NMBS om alle districten van de stad op te nemen in éénzelfde tariefzone.
  • Mobiliteit-als-een-dienst (Mobility-as-a-service) wordt verder gepromoot. Dit mobiliteitsconcept gaat uit van een veel efficiënter gebruik van de bestaande (mobiliteits)aanbieders. Bereikbaarheid en keuzevrijheid staan hierbij voorop. De consument koopt mobiliteit in, in plaats van te investeren in een transportmiddel. We onderzoeken hoe we Slim naar Antwerpen verder kunnen inschakelen om een MaaS-aanbod in de vervoerregio te krijgen. Ook ’s nachts is de stad multimodaal ontsloten. Dit is belangrijk voor werknemers die in shiften werken. Het nachtelijk verkeer kent een andere mobiliteitsvraag dan het verkeer overdag. Dit wordt opgevolgd en bijgestuurd door de vervoersautoriteit. We leggen de basis voor een convenant met de taxisector, De Lijn en de deelmobiliteitsbedrijven om de uitstroom van bezoekers van het nachtleven vlot en veilig te doen verlopen.
  • De 16e-eeuwse stad groeit uit tot een wandelstad, door de uitrol van woonerven waar voetgangers de breedte van de straat kunnen gebruiken en auto’s en fietsers te gast zijn. De Via Sinjoor verbindt het centraal station met de Schelde door een aaneenschakeling van voetgangersgebieden. Doordat auto- en fietsverkeer ter hoogte van de Suikerrui ondergronds gaat, wordt de Via Sinjoor zonder obstakels voor voetgangers verbonden met de wandelboulevards langs de Scheldekaaien. Het nieuwe grotere en autovrij Steenplein wordt zo het knooppunt van de twee grote Antwerpse voetgangersassen (Kaaien en Via Sinjoor). De grote werken aan het Astridplein, de Meirbrug, de Groenplaats en de Kaaien scheppen een enorme opportuniteit om de Via Sinjoor om te vormen tot een fiere stadsas.
  • Dertig jaar geleden werd de Meir aangelegd. Over enkele jaren is de Meir het pronkstuk van een Via Sinjoor met een heraangelegde Meirbrug, Operaplein, Wapper, Huidevettersstraat… Ons kroonjuweel komt daarna aan de beurt om na een grondige renovatie ook de volgende dertig jaar een aantrekkelijke winkelstraat te blijven.
  • We zetten in op de positie van de voetganger. We zoeken afstemming van acties vanuit verschillende domeinen (mobiliteit, onderwijs, sport, leefbaarheid, trage wegen, …). We werken verder aan het versterken van lokale voetgangersinfrastructuur rondom openbaar vervoer haltes, grote parkeervoorzieningen, scholen, winkelkernen, en andere voorzieningen die belangrijk zijn voor voetganger.
  • We verbeteren in de hele stad de begaanbaarheid en de veiligheid van de voetpaden. Voetpaden met losliggende tegels, plasvorming, onkruid... pakken we aan. Bij nieuwe projecten letten we erop dat voetpaden duidelijk herkenbaar zijn en conflicten tussen voetgangers en fietsers vermeden kunnen worden. Er is bij de aanleg voldoende aandacht voor integrale toegankelijkheid openbaar domein; slechtzienden, mensen in een rolstoel of met buggy’s en mensen die minder goed te been zijn moeten zich ook zonder hindernissen in de stad kunnen verplaatsen. We bekijken hoe we net zoals bij fietsstraten, ook functionele wandelwegen kunnen aanduiden onder de naam ‘Sinjorenpaden’.
  • We maken de regels die gebruikt worden voor toegankelijkheid van het openbaar domein raadpleegbaar voor de burger, zodat deze op termijn door ervaringsdeskundigen kunnen verbeterd worden.
  • We stellen paal en perk aan de verrommeling van het openbaar domein. We zien er ook op toe dat de breedte van voetpaden wordt gerespecteerd en niet in het gedrang komt door niet onderhouden geveltuinen, hinderlijk geparkeerde fietsen, enz. Voor deelsystemen reguleren we de parkeerlocaties en voor andere tweewielers voorzien we ook parkeerplaatsen bijvoorbeeld aan fietsnietjes. We  treden op tegen hinderlijk geparkeerde voertuigen, zowel op straat als op de voetpaden.
  • We zetten verder in op het vervolledigen van een veilig en comfortabel Antwerps functioneel fietsnetwerk en fietsostrades in en om de stad. Nieuwe en verbeterde fietsinfrastructuur loodst de fietser op een vlotte manier in en om de stad. Zowel overdag als ’s nachts moet fietsen aangenaam zijn, dus hebben we ook aandacht voor goede verlichting. Fietspaden krijgen markeringen die de rijrichting(en) aanduiden en ook voldoende opstelplaats op die locaties waar fietsers moeten wachten.
  • In publieke parken en groengebieden zorgen we ervoor dat het voor fietsers duidelijk is waar ze gewenst zijn, waar ze moeten opletten en waar ze te gast zijn. Dit doen we door voetgangers en fietsers te ontvlechten, signalisatie te voorzien en fietsers aan te manen om de rijsnelheid te matigen.
  • We blijven verder werken aan het verbeteren van de kwaliteit en de uitbreiding van fietsverbindingen, zoals bijvoorbeeld een veilige fietsverbinding richting Berendrecht, langs het havengebied. Hier blijven we als stad verder op inzetten met de hogere overheden.
  • Het aantal conflicten op fietspaden neemt toe. We zetten in op een veilig en inclusief fietsnetwerk waarbij we rekening houden met verschillende groepen en verschillende soorten fietsen. We maken gebruikers bewust van deze problematiek in het kader van verkeersveiligheid waarbij we beroep doen op hun burgerzin om de snelheidslimiet te respecteren. Brommers en speedpedelecs moeten op straat in de zone’s 30 en 50, want we hanteren een suggestiesnelheid van 25km/u op de fietspaden. Regelmatig zal op drukke punten door de politie actief gecontroleerd worden op gevaarlijk en onaangepast rijgedrag op de fietspaden. Daarnaast creëren we comfortabele en aangename fietsroutes doorheen centrumgebieden en woonbuurten. De focus ligt hier vooral op aangenaam en veilig fietsen voor iedereen – van jong tot oud. Fietssnelheid is hier minder belangrijk. De routes lopen in zone’s 30 via fietsstraten, woonerven en andere rustige straten met voldoende fietscomfort.
  • Het algemeen Vlaams beleid van openbaar vervoer werkt niet in de Antwerpse regio. De Lijn heeft haar traminfrastructuur onvoldoende onderhouden, waardoor er vandaag trams traag of zelfs niet meer rijden. Dit is voor een stad als Antwerpen onaanvaardbaar. Daarom wil de stad de regie van het openbaar vervoer laten vastleggen door de vervoerregio. We vragen om de bevoegdheid en voldoende budget naar de vervoersautoriteit te brengen, zodat we zelf keuzes kunnen maken, die zijn toegespitst op onze regio. De Lijn kan dan als uitvoerende partner fungeren.
  • De N-VA wil de bestaande tram- en metro-infrastructuur in Antwerpen verbeteren om het overstapmodel te laten werken. Onder impuls van de N-VA worden de laatste ongebruikte metrokokers in dienst genomen. Nieuwe metrolijnen zoals die op de Bisschoppenhoflaan moeten voorbereid en uitgevoerd worden. Metrostation Schijnpoort wordt uitgevoerd als een overstapmetrostation met in de toekomst ook een treinstation en met een overstapplaats voor internationale bussen om dit verkeer in de binnenstad af te bouwen. We vragen aan De Lijn om het centrum van Hoboken zo snel als mogelijk terug bereikbaar te maken met de tram. Bestaande overstappunten zoals de Zwaantjes en Harmonie worden beter ingericht.
  • Op termijn moet er een nieuw, functioneel en hedendaags metronetwerk worden uitgebouwd. We moeten af van de logica van De Lijn dat de metro een gewone ouderwetse tram is – met al zijn beperkingen – die ondergronds rijdt.
  • Wij willen dat er maximaal werk wordt gemaakt van kwaliteitsvolle, stille, veilige, propere en gebruiksvriendelijke bussen, trams en treinen, door onder andere te voorzien in een performant en modern cameranetwerk, realtime-informatie voor de reiziger, en mogelijkheden om de fiets mee te nemen op het openbaar vervoer … Nieuwe bussen en ook de (kleine) bussen voor vervoer op maat worden komende jaar maximaal verschoond (versnelde elektrificatie of waterstof). De perrons moeten integraal toegankelijk zijn.
  • Door de versterking van het metro- en tramnet kunnen we de stad verder ontbussen. De regionale bussen moeten niet meer allemaal het stadscentrum in, maar zetten de reizigers af buiten het stadscentrum, waar ze kunnen overstappen op trams die via snelle verbindingen het stadscentrum ontsluiten.
  • De stad heeft vandaag slimme verkeerslichten, die de verkeersveiligheid en het verkeersmanagement verbeteren. Als stad vragen we dan ook de gegevens van trams en bussen om dat openbaar vervoer optimaal te kunnen laten doorstromen aan de verkeerslichten.
  • De huidige stelplaatsen van De Lijn die niet volstaan en gelegen zijn in woonwijken moeten op geschiktere locaties ondergebracht worden.
  • Antwerpen heeft een tramgeschiedenis van 150 jaar. We ondersteunen het opzetten van een toeristische tramuitbating, in samenwerking met De Lijn en het Trammuseum. Historische rijtuigen worden ingezet in het toeristenseizoen. Het museum kan worden gevestigd in de oude loods aan de Draakplaats.
  • De auto blijft een belangrijk vervoersmiddel, vele Antwerpenaren hebben nog steeds een wagen nodig voor hun werk of hun gezin. Daarom maken we het autoverkeer vlotter en veiliger dankzij technologische evoluties.
  • Gezien de evolutie naar een emissievrij wagenpark, verstrengen we de lage emissiezone niet verder.  We blijven bij de Vlaamse Regering ervoor pleiten om de oldtimers met een O-plaat vrij te stellen. Voor reeds ingeschreven auto’s die in de huidige regelgeving toegelaten zijn, voorzien we een uitdoofbeleid, dit wil zeggen dat deze ook na 2025 toegelaten blijven mits ze in hetzelfde gezin ingeschreven blijven.
  • Laden Op Eigen Terrein is in principe ons uitgangspunt, aansluitend bij onze visie op Parkeren Op Eigen Terrein. Dit is vandaag (nog) niet voor elke automobilist mogelijk, dus sensibiliseren we bewoners en VME’s hierover. Daarnaast breiden we het netwerk van oplaadpunten voor elektrische voertuigen verder uit. Het is de bedoeling dat deze enkel worden gebruikt om te laden, als Parkeer-Laad-Rijd-plaats. Paalklevers willen we ontmoedigen. Daarnaast stimuleren we de plaatsing van snelle laders op locaties waar bezoekers kort kunnen bijladen – bijvoorbeeld op parkeerterreinen van supermarkten. Voor (super)snelladen zien we een rol voor tankstations, net zoals die nu worden gebruikt om te tanken. We communiceren over laadplekken in de app Slim naar Antwerpen.
  • We werken verder aan het optimaliseren van verkeerslichten. Verkeerslichten staan vooral op hoofdwegen. Bij de optimalisatie van de lichten houden we daarom rekening met de doorstroming voor autoverkeer, trams en bussen. We vinden het belangrijk dat fietsers en voetgangers comfortabel en veilig kunnen staan en oversteken zonder lange wachttijden. Conflicten tussen auto’s en fietsers of voetgangers worden waar mogelijk verwijderd. We gebruiken detectiemethodes om ervoor te zorgen dat de verschillende gebruikers niet onnodig hoeven te wachten. Waar verkeerslichten niet meer noodzakelijk zijn, halen we ze weg. Op de verkeersluwe uren van de dag schakelen we de verkeerslichten uit als ze geen meerwaarde zijn voor de verkeersveiligheid.
  • We voorzien voldoende budget en mankracht voor structureel onderhoud van onze weginfrastructuur. Proactief kiezen we bij nieuwe aanleg voor robuuste materialen met een lange levensduur die eenvoudig hersteld kunnen worden. Hierdoor wordt hinder als gevolg van herstellingen beperkt. Aannemers van nutswerken worden verplicht om inbreuken meteen definitief te herstellen om het straatbeeld deftig en veilig te houden. In het algemeen bekijken we hoe we projecten sneller kunnen realiseren. Onveilige plekken worden in kaart gebracht en waar mogelijk infrastructureel onder handen genomen.
  • De stad neemt enkel gewestwegen over in beheer na een heraanleg en als er door Vlaanderen recurrente financiering voor het onderhoud wordt voorzien. De Turnhoutsebaan verdient meer dan een strook rode verf. Ze wordt volledig heraangelegd waarbij de tram onder de grond verdwijnt, de rijbaan zo wordt aangelegd dat veilig rijgedrag wordt afgedwongen en waarbij fietsers en voetgangers eindelijk de ruimte krijgen die ze verdienen. Daarnaast dringen we bij het gewest ook aan op investeringen in andere invalswegen in onze stad, zoals de Sint-Bernardse Steenweg, Leugenberg, Kapelsesteenweg en de Grotesteenweg.
  • Het havengebied moet beter bereikbaar zijn via het openbaar vervoer. De Waterbus wordt verder uitgebouwd in de richting van belangrijke mobiliteitsknooppunten zodat de hele haven bereikbaar is. Een ‘Havenbus’-dienst kan de verschillende bedrijfsbussen en pendelbusinitiatieven bundelen tot één performant, collectief en openbaar busnetwerk. Zo laten we de waterbus ook stoppen in Hoboken.
  • Onze stad is en blijft een stad aan de stroom. Net zoals in andere havensteden is personenvervoer op het water een vaste waarde en we vinden het belangrijk om dit voor de toekomst te borgen. De Waterbus ontsluit het stadscentrum naar de haven en de kernen waaronder Hoboken langs de Schelde. Frequente veerdiensten vormen een belangrijke schakel voor pendelaars, voetgangers en fietsers tussen de rechter- en linkeroever, zowel in Hoboken, het stadshart en in de haven. Waar veerboten succesvol in gebruik zijn, wordt de capaciteit en frequentie uitgebreid zowel wat betreft aantallen als avondlijk gebruik.
  • Voor fietsende werknemers in het noordelijk deel van de haven en de industrie wordt een snelle, efficiënte veerdienst in het kanaaldok ingelegd als aansluiting op de fietsverbindingen vanuit de polderdorpen, Stabroek en Kapellen.
  • Linkeroever is een volwaardig stadsdeel met een groeiend aantal bewoners, waar elke Antwerpenaar komt vertoeven in het groen. Daarom moet dit stadsdeel vlot bereikbaar zijn en blijven. We dringen er bij de hogere overheden op aan om de mobiliteitsverbindingen tussen de Antwerpse linker- en rechteroever te garanderen voor elke weggebruiker, vandaag, tijdens en na de komende infrastructuurwerken. De voetgangerstunnel wordt steeds intensiever gebruikt door voetgangers en fietsers. Om het extra voetgangersverkeer en de problemen met de liften en roltrappen van de Voetgangerstunnel op te vangen, onderzoeken we alternatieven om de oversteekbaarheid van de Schelde voor voetgangers te garanderen.
  • Antwerpen blijft dankzij een sterke samenwerking met de taxisector inzetten op moderne, zichtbare en duurzame taxi’s in het Antwerpse straatbeeld. We blijven taxibedrijven stimuleren om over te schakelen op duurzame voertuigen en nieuwe technologie en zorgen ervoor dat taxi’s maximaal personen met een handicap tot voor de deur kunnen afzetten.
  • Stadslogistiek maakt een grote omwenteling door en wij omarmen dat graag. Voor winkelgebieden faciliteren we onderzoeken die hinder door leveringen kunnen verminderen. Ook volgen we de evolutie van de pakjesbezorgers. We bekijken met de sector of het nodig is om in te zetten op sensibilisering van chauffeurs van beleveringsverkeer (zowel met vrachtwagen, fiets of andere) over de risico’s in een stadsomgeving. De stad werkt verder aan haar Sustainable Urban Logistics Plan en brengt de voorgestelde maatregelen van het plan in de praktijk.
  • We faciliteren de plaatsing van geautomatiseerde 'pakjeskluizen' aan de P&R-parkings. Forenzen kunnen daar pakjes laten afleveren. Logistieke dienstverleners kunnen bovendien in winkelgebieden een bezorgservice aanbieden voor winkelende klanten.
  • Toeristische bussen krijgen een vaste stek. Zij kunnen toeristen in de stad afzetten en ophalen, en verplaatsen zich dan naar een geclusterde busparking met faciliteiten iets verder buiten het centrum van de stad.
  • Voor het goederenvervoer zetten we resoluut in op een mobiliteitsomslag. We willen, samen met de haven, goederen, producten en vloeistoffen zowel via het spoor en het water als via pijpleidingen van en naar de stad vervoeren. We blijven aandringen op het traject van de IJzeren Rijn met als prioriteit de verwezenlijking van een tweede spoortoegang tot de haven (3RX), rekening houdend met de leefbaarheid van de omgeving.
  • Elke metropool heeft een luchthaven. De luchthaven creëert heel wat jobs en speelt een belangrijke rol voor onze haven en diamantsector. We ondersteunen de luchthaven in haar verdere uitbouw met de focus op zakelijk toerisme binnen de bestaande vergunning. De bereikbaarheid van de luchthaven met het openbaar vervoer moet verbeterd worden. We versterken de educatieve rol van de luchthaven, met ondersteuning van evenementen zoals de Stampe en Vertongen Fly. De uitbouw gebeurt binnen de huidige milieuvergunningen en in de beste verstandhouding met de omwonenden. We zien erop toe dat de luchthaven ook verder stappen neemt om te verduurzamen. Zo behouden we onze weliswaar bescheiden, maar vooruitstrevende luchthaven.
  • De luchthaven van Antwerpen is nu al een pionier in elektrische luchtvaart. We volgen de evoluties in de (drone-)luchtmobiliteit verder op. De stad Antwerpen onderzoekt hoe zij een rol kan opnemen in de stimulans van de technologische vooruitgang van de luchtmobiliteit en hoe dit kan bijdragen aan de stedelijke taken en doelstellingen. Zo worden drones ingezet door de veiligheidsdiensten, wordt het gebruik van het luchtruim in kaart gebracht en worden corridors voor drone-luchttransport onderzocht.
  • Parkeren op eigen terrein (POET) blijft het credo bij de bouw van nieuwe of vernieuwde gebouwen om te verhinderen dat de parkeerdruk wordt afgewenteld op het openbaar domein. De parkeernorm houdt rekening met de realiteit dat mensen een auto nodig hebben. De parkeernormen moeten ruim genoeg zijn zodat bewoners hun wagens kunnen parkeren bij hun woning, zeker in de buitengebieden van de stad waar er minder openbaar vervoer ter beschikking is. We zoeken naar creatieve oplossingen voor het parkeren van auto’s en op het openbaar domein schrappen we geen parkeerplaatsen zolang de parkeerdruk te hoog blijft. Met de inkomsten van het buurtparkingfonds kunnen we investeren in kwalitatieve en veilige buurtparkings in de verschillende buurten van de stad. We focussen ons daarbij vooral op plaatsen met een hoge parkeerdruk. In publieke parkings worden de parkeerplaatsen voor personen met een handicap steeds dicht bij de uitgang of lift voorzien.
  • We zorgen ervoor dat onze inwoners dicht bij huis kunnen parkeren door voldoende buurtparkings te voorzien. In wijken met een hoge parkeerdruk voorzien we bewonerskaarten die toegang geven tot parkeren op straat of in gebouwde voorzieningen.
  • We zetten verder in op park-and-rides, park-and-bikes en park-and-walks voor pendelaars en bezoekers van de stad. Deze locaties worden ook voorzien van de nodige (traag)laadpunten.
  • Het dynamische parkeergeleidingssysteem wordt verder uitgebouwd, ook buiten de stadsgrenzen, om bezoekers rechtstreeks naar de verschillende park-and-rides en publieke parkings te brengen. Ook in winkelkernen in de districten zorgen we voor meer parkeergeleiding.
  • Fietsparkeren op eigen terrein  wordt het nieuwe credo voor de realisatie van fietsenstallingen bij nieuwbouw of renovatie. Net zoals er publieke parkings voor auto’s zijn op drukke plaatsen willen we ook verder inzetten op grote, beveiligde en overdekte publieke parkings voor fietsen met alle hedendaagse voorzieningen zoals lockers en oplaadpunten. We gaan verder met de succesvolle uitrol van inpandige buurtfietsstallingen of stallingen voor andere voortbewegingstoestellen in de stad en de districten.  Fietsen zien we het liefst geparkeerd aan een beugel of in een fietsenstalling. Maar het is niet de bedoeling dat ze daar worden achtergelaten. Daarom zetten we in op het verwijderen van weesfietsen en zoeken we partners om de fietsen een tweede leven te geven.
  • Iedereen is voetganger. Bij de aanpassingen van weginfrastructuur wordt rekening gehouden met de veiligheid en het comfort van de voetganger. Zebrapaden worden structureel doorgetrokken over fietspaden. Waar het kan worden fietspaden gescheiden van voetpaden om conflicten tussen voetgangers en (elektrische) fietsen/steps te verminderen. We zijn zeer voorzichtig bij het gebruik van ‘rechtsaf of rechtdoor door rood’ voor fietsers omdat dit het risico op conflicten met voetgangers verhoogt.
  • De stad stelt een verantwoordelijke aan die proactief en reactief afstemt met de inbreuken van de nutsbedrijven, met het oog op een spoedig en definitief correct herstel van het openbaar domein.
  • In het ontwerp van het openbaar domein houden we rekening met de inrichting van contactpunten voor afname elektriciteit op plaatsen waar er vraag is namens markten, foren, evenementen.


VERKEERSVEILIGHEID

  • Voor ons is verkeersveiligheid in de eerste plaats een kwestie van individuele verantwoordelijkheid en respect. Het is cruciaal dat elke weggebruiker zich bewust is van zijn rol binnen het verkeerssysteem en handelt met de veiligheid van alle anderen in gedachten. Je zit niet in het verkeer, je bent het verkeer.

  • We werken een specifieke handhavingsaanpak uit voor elektrische steps, speed-pedelecs, en elektrische scooters. Die spelen een belangrijke rol in de nieuwe mobiliteit en de mobiliteitsomslag, maar hun gebruikers brengen zichzelf en anderen te vaak in gevaar. We sensibiliseren over het dragen van een helm als een eerste, evidente stap naar minder lichamelijke letsels.
  • We dragen een verkeersveiligheidscultuur uit in onze stedelijke communicatie. We sensibiliseren bestuurders, kinderen en bedrijven over verkeersveiligheid. In het bijzonder confronteren we fietsers, steppers en voetgangers met de gevaren van afleiders in het verkeer, zoals oortjes of hoofdtelefoons, zoals dit vandaag al gebeurt bij automobilisten.
  • We willen dat zo veel mogelijk kinderen te voet of per fiets naar school gaan. We investeren in veilige schoolfietsroutes. We zetten meer in op verkeersopvoeding, in samenwerking met de scholen. Waar mogelijk en gewenst organiseren we, in samenspraak met de betrokken scholen, schoolstraten met een vaste afsluiting. De werking van de gemachtigd opzichters in Borsbeek is een goed voorbeeld. We behouden dit en bekijken hoe we dit in de rest van de stad kunnen implementeren. We breiden het project van de schoolroutekaarten uit naar alle districten.
  • Daarnaast zorgen we ervoor dat oversteekplaatsen voor voetgangers, met name in de buurt van scholen, veilig zijn door middel van adequate markeringen, drempels, zichtbaarheid. We zetten verder in op het uittekenen van transportroutes zodat zwaarder verkeer tijdens de schooluren de directe schoolomgevingen en veel gebruikte schoolroutes kunnen vermijden.
  • Fietskoeriers werken onder grote druk en hebben vaak geen volwaardig statuut. De politie spreekt hen aan op hun rijgedrag en treedt op, indien nodig ook tegen hun werkgever. We werken samen met de sociale inspectie om misbruik aan te pakken.
  • We schakelen een versnelling hoger  met de bestuurlijke inbeslagname van auto’s en brommers van veelplegers die zich asociaal en gevaarlijk gedragen in het verkeer. We treffen hen waar het het meeste pijn doet.
  • Voor snelheidshandhaving gebruiken we moderne en flexibele technologie: mobiele camera’s, mobiele trajectcontroles en ANPR-camera’s om de pakkans te vergroten.
  • We voeren snelheidsinformatieborden op onze fietspaden in voor fietsers in de juiste richting. Fietsers in de verkeerde richting worden aangemaand om aan de juiste kant te fietsen. Hierop wordt ook gehandhaafd door de lokale politie.
  • Dankzij het nieuwe GAS-reglement kan er in alle zones 30 actief gehandhaafd worden, en vooral in schoolomgevingen, fietsstraten en locaties waar buurtbewoners meldingen maken van straatracen en andere vormen van asociaal rijgedrag.
  • Slimme scanwagens worden ingezet om de pakkans bij fout en asociaal parkeergedrag te vergroten.
  • Wie de politie belt om een hinderlijk geparkeerde auto te laten takelen, moet vaak veel te lang wachten. We zorgen dat dit sneller gebeurt, waardoor ook de politie geen tijd meer verliest met wachten op de takeldienst. Dit kan ook voor het onterecht parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats.
  • De districten zullen kunnen beschikken over meer nauwkeurige data waarmee ze zelf kunnen bepalen welke straten of kruispunten prioritair moeten worden heraangelegd voor veiliger verkeer.
  • Elke agent is verkeersagent: we zorgen ervoor dat alle politiemensen die niet op weg zijn naar een dringende interventie, storende en/of gevaarlijke overtredingen die ze tegenkomen verbaliseren.
  • We ontvlechten het verkeer waar het kan. We blijven prioriteit geven aan het uitbouwen van verkeersveilige infrastructuur, het conflictvrij maken van kruispunten, het stimuleren van veilige voertuigen en aan het creëren van een verkeersveiligheidscultuur.  Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur blijft veiligheid – zeker voor de zwakke weggebruiker – hét uitgangspunt. We rusten alle verkeerslichten voor fietsers en voetgangers verder uit met aftellichten.  Fietslichten plaatsen we op ooghoogte. We markeren voetgangers- en fietsoversteken die niet conflictvrij zijn, van waarschuwingslichten, waarschuwingssymbolen en geluidssignalen voor blinden en slechtzienden. Drukknoppen voor groenlicht plaatsen we bereikbaar voor elke fietser.
  • We bouwen het Antwerps Verkeerscentrum uit als het alles overkoepelend orgaan dat 24/7 op de hoogte is van de complete verkeerssituatie in de stad. Alle wegen- en infrastructuurwerken, aanpassingen van de verkeerssturing of van de snelheidsbeperkingen, evenementen … zijn gekend door het centrum en worden proactief meegedeeld aan alle stakeholders zoals politie, nutsbedrijven, en aanbieders van navigatiediensten.
  • We bouwen de vrachtroutetoets uit tot een navigatietool voor vrachtwagens. Het vrachtwagennetwerk is zo gekozen dat typische risicosituaties voor dodehoekongevallen, schoolroutes en andere functies zoveel als mogelijk zouden vermeden moeten worden. De routes zijn opgenomen in de routeplanner van de stad en worden op verschillende manieren gecommuniceerd met de sector. De transportfederatie is nauw betrokken.
  • Er worden ook vooraf afspraken gemaakt met aannemers van alle werven over hun aan- en afrijroute. Aannemers moeten zorgen voor veilige werfomgevingen, door voldoende aandacht te hebben voor de omliggende verkeerssituatie, heldere verkeerssignalisatie en een proper openbaar domein rond de werf. Moddersporen doorheen de stad aanvaarden we niet.
  • In de voertuigen van de stad zelf worden automatische snelheidsbegrenzers ingebouwd voor alle zones 30. Wanneer er meer voertuigen correct begrensd worden in snelheid, heeft dit een vertragend effect op de algemene snelheid. We gaan dan ook in overleg met De Lijn en transportfederaties om snelheidsbegrenzers in bussen, taxi’s en vrachtwagens te laten plaatsen.
  • Een belangrijke factor bij verkeersveiligheid is de uitrusting van de voertuigen. De stad blijft het goede voorbeeld geven wat betreft het verkeersveilig inrichten van de eigen voertuigen voor onder andere het verkleinen van de dode hoek, zoals achteruitrijcamera’s, doorzichtige deuren, fietsenvangers, … . We zullen ook onze leveranciers aanzetten om maximaal rekening te houden met de verkeersveiligheid.
  • Elektrische ondersteuning draagt zeker bij aan het aantal fietsers. En fietsen, zeker op een elektrische fiets, vraagt vaardigheden. Daarom zetten we in op de fietsvaardigheid van jong en oud, met verplichte verkeerseducatie in de middelbare scholen en fietsopleidingen voor iedereen die dit wil doen.
  • Met een herfst, sneeuw- en ijzelplan zorgen we voor zowel de preventieve aanpak als voor de algemene opkuis en bestrijding van herfstbladeren en -vruchten, sneeuw en ijzel – zodoende maximaliseren we de fietsveiligheid op onze fietspaden. De stadsdiensten zijn hierbij flexibel en sturen 24/7 bij. Hierbij hebben we specifieke aandacht voor fietspaden en fietsbruggen. Er is een gedetailleerd actieplan per weertype, zowel voor de preventieve aanpak als voor de algemene bestrijding bij sneeuwval. Burgers en handelaars worden ook op hun verantwoordelijkheid gewezen om hun voetpad vrij te maken.
  • De centra voor autokeuring in Hoboken en Deurne zorgen voor te veel hinder voor de buurt. Daarom moet de autokeuring op Vlaams niveau hervormd worden, waarbij de keuringscentra verdwijnen en de technische inspectie naar Nederlands voorbeeld gebeurt bij vakgarages.

WELVARENDE STAD

Antwerpen is de economische binnenboordmotor van Vlaanderen. Het is een welvarende stad die welvaart creëert in heel onze regio. Aan die welvaart werken elke dag honderdduizenden mensen. Dat moet zo blijven. Van onze grote sectoren zoals de haven en de diamant, tot de zelfstandige ondernemer, ze dragen allemaal bij aan en maken deel uit van onze stadsgemeenschap. We zijn dankbaar voor en koesteren al die ondernemers en werknemers die onze welvaart maken. Het is onze taak om iedereen uit die gemeenschap maximaal mee te krijgen. Iedereen die kan, moet meewerken. De keten van tewerkstelling start bij het onderwijs. Voor ons is elke ongekwalificeerde schoolverlater die niet aan het werk geraakt, een gemiste bijdrage voor onze welvaart.

Het algemeen onderwijsbeleid is geen kerntaak van een lokale overheid. Onderwijs in de bredere zin  is echter wel een hoeksteen in onze samenleving. Daarom zorgen we ervoor dat elke Antwerpse jongere de kans krijgt om zichzelf ten volle te ontplooien en zijn kansen te grijpen. We betrekken hiervoor alle scholen in het Antwerps onderwijsbeleid, niet enkel het stedelijk onderwijs. Het aantal leerlingen dat de school verlaat zonder diploma moet omlaag, excellentie moet opnieuw beloond worden, en leerkrachten in onze scholen moeten zich volop kunnen toeleggen op hun kerntaak.

Naast onderwijs is tewerkstelling daarmee één van de hoekstenen uit onze samenleving. Net zoals onderwijs is het echter geen kerntaak van een lokale overheid. Wel wil de stad een rol spelen als matchmaker om werkloosheid aan te pakken en ervoor zorgen dat Antwerpse bedrijven de juiste werknemers kunnen vinden. Ieder van ons heeft capaciteiten om mee te bouwen aan onze stadsgemeenschap, daar moet iedereen naar eigen vermogen aan bijdragen. Wie wil werken, kan werken. Het aantal vacatures bij onze Antwerpse bedrijven staat historisch hoog. Tegelijk telt Antwerpen nog heel wat werkzoekenden en is de jongerenwerkloosheid een groeiend probleem. Het gemiddeld inkomen in Antwerpen ligt nog steeds lager dan het Vlaams gemiddelde. Werk is en blijft ook de beste garantie tegen armoede. Het aantal werkenden dat onder de armoedegrens leeft is 3,8 procent. Voor niet-werkenden is dat maar liefst 38 procent. Het spreekt dan ook voor zich dat ‘werk maken van werk’ onze prioriteit is. Vandaag en morgen.

Er is werk, we moeten mensen dus naar werk begeleiden. Zo worden mensen zelfredzaam en beschermd tegen armoede. Op die manier kan onze stad sociaaleconomisch groeien en wordt de stadsgemeenschap verder versterkt. Hoe meer mensen aan het werk, hoe groter onze welvaart en hoe beter we in staat zijn om solidair te zijn met de Antwerpenaar die het echt nodig heeft. De welvaart en solidariteit van onze gemeenschap zijn een collectieve verantwoordelijkheid en daarom is het ook de plicht van eenieder om daartoe bij te dragen. Die collectieve verantwoordelijkheid vertaalt zich dus in een individuele verantwoordelijkheid van elke Antwerpenaar om bij te dragen aan de samenleving naar best vermogen.

Het primaire doel van ons beleid is het stimuleren van werkactivering door enerzijds het verhogen van het aantal gekwalificeerde jongeren uit het onderwijssysteem. Dit wordt bereikt door het verminderen van vroegtijdige schooluitval. Anderzijds maken we werken lonend, niet alleen door het verhogen van het nettoloon, maar maatschappelijk veel efficiënter, door het betaalbaarder woonaanbod voor mensen aan de onderkant van de arbeidsladder te versterken.

 

ONDERWIJS 

  • We voeren de strijd op tegen de ongekwalificeerde uitstroom van jongeren. Iedereen die kan werken, moet aan de slag. Jongeren die schoolmoe zijn, worden op de werkvloer opgeleid en rechtstreeks toegeleid naar een job die voldoening brengt en hen helpt om op te klimmen op de sociale ladder. De strijd tegen ongekwalificeerde uitstroom begint al in het kleuteronderwijs en zet zich verder in de volgende stappen in het onderwijstraject.
  • We zetten een groot project op samen met alle betrokkenen (OCMW, Integratie & Inburgering, VDAB, Onderwijs, Jeugd én de bedrijven en sectoren) en maken van de Jobs in de Grote Verbinding één groot school-, opleiding- en tewerkstellingsproject waar jongeren en jongvolwassenen arbeidsvaardigheden kunnen aanleren en kwalificaties behalen. Ze worden hier door een team medewerkers van alle betrokken actoren begeleid en alle hindernissen die een succesvolle kwalificatie of tewerkstelling in de weg staan, worden weggewerkt. We verwachten dat jongeren de kansen die ze krijgen, ook grijpen.
  • De VDAB en het bedrijfsleven krijgen veel vroeger toegang tot ons onderwijs. Al op hun 13de bieden we leerlingen in technische of vakspecifieke richtingen uitzicht op een job in sectoren die vandaag schreeuwen om bekwame arbeidskrachten. Dan denken we vooral aan de bouw- en de zorgsector. Tieners die uitzicht hebben op een job waarmee ze kunnen bouwen aan de stad van de toekomst, geven we een doel in het leven.
  • In deze snel veranderende maatschappij is een goede samenwerking tussen de bedrijfswereld en het onderwijs noodzakelijk om de kloof tussen onderwijs en de arbeidsmarkt te verkleinen. Het systeem van gastleraar waarbij werknemers uit de privésector of ambtenaren enkele uren per week lesgeven is een win-winsituatie voor zowel bedrijven als het onderwijs. Zo brengen bedrijven expertise en innovatie naar de klasvloer en leren leerlingen de nieuwste technologieën en de arbeidsmarkt kennen. Ook heeft het een positief effect op de kwaliteit van ons onderwijs én de groei en ontwikkeling van lokale bedrijven. Dit systeem van gastleraar wordt actief gepromoot binnen de stedelijke diensten en Antwerpse bedrijven. Het stedelijk onderwijs neemt hierbij het voortouw.
  • De problematiek van ongekwalificeerde uitstroom is zodanig ernstig dat taboes moeten sneuvelen: we aarzelen niet langer ouders te verplichten om hun verantwoordelijkheid op te nemen, met aanmoediging en ondersteuning, maar desnoods ook sancties.
  • In Antwerpen en in de Antwerpse scholen wordt excellentie beloond. Bij veel scholen is er – onterecht – schroom om excellentie te belonen en de lat hoog te leggen omdat nu eenmaal niet alle leerlingen daar over geraken. Die mentaliteit willen we omkeren. De stad organiseert wedstrijden voor alle scholen in de stad Antwerpen om excellentie opnieuw te promoten, ook en vooral in de STEM-richtingen. De link met bekende knelpuntberoepen, bijvoorbeeld in de haven, biedt de ideale kans voor leerlingen om zich te tonen. Deze wedstrijden zijn zowel op theoretisch/cognitief gebied als op vak/stiel (lassen, elektro, ICT, metaal, hout, …).
  • De stad ontzorgt scholen zodat zij zich kunnen concentreren op hun kerntaak: onderwijzen en kinderen en jongeren klaarstomen voor het leven. Het gedrag of problematiek bij sommige leerlingen gaat veel verder dan de schoolmuren en overstijgt de macht en kracht van een schoolteam. Brede basiszorg is onderdeel van kwaliteitsvolle onderwijsleerpraktijk maar scholen moeten de grens van het haalbare respecteren. Een school is geen zorginstelling. Dergelijke leerlingen of situaties kan de school doorgeven aan een nieuw onderwijsmeldpunt van de stad Antwerpen.
  • Deze cel brengt alle informatie over de betreffende leerling samen : OCMW, welzijn, politie, school, justitie, buurtwerk, CLB, andere relevante actoren.
  • Deze cel zorgt dat de juiste instantie gericht optreedt in dat gezin en de school bijstaat: voorziet in juridische bijstand voor de school, eventueel de toewijzing van een deel van het leefloon aan de school voor de facturen, effectief aanhangig maken bij rechtbank van problematische afwezigheden, doorgeven van tekenen  van rijkdom die gelinkt kunnen worden aan drugshandel, opvolging van geweldbeheersing door leerling, … 
  • De opvolging gaat over van de school naar die cel.  Via de kinderen komt ook -en vooral- het gezin in beeld. Als een leerling overgaat van de ene naar de andere school -wat vaak gebeurt- is de opvolging gegarandeerd en gaat er geen informatie verloren.
  • Voor scholen moet er een meldingspunt komen waar ze vermoedelijk onterechte doktersattesten kunnen aangeven, dit moet verder worden opgenomen met de orde van de artsen.
  • Zo zorgen we dat de andere leerlingen op school nog in goede omstandigheden les kunnen volgen en dat leerkrachten gemotiveerd blijven en ook in de stad blijven werken.
  • Het is belangrijk dat kinderen ook thuis en in hun omgeving de Nederlandse taal kunnen gebruiken en niet enkel op school. Het is daarbij even belangrijk dat de ouders in het Nederlands met de school kunnen communiceren. Bij ouders die het Nederlands daartoe onvoldoende machtig zijn voeren we een aanklampend beleid dat hen richting taallessen Nederlands voor anderstaligen stuurt.
  • In Antwerpen worden jonge, beginnende leerkrachten of zij-instromers intensief opgeleid om de specifieke uitdagingen van een grootstad aan te kunnen. We gooien hen niet zomaar in het diepe en bieden hen perspectief op een loopbaan die voldoening geeft. We vragen de Vlaamse overheid om leerkrachten die in moeilijke omstandigheden lesgeven extra aan te moedigen.
  • We doen geen enkele toegeving op het gebruik van het Nederlands als voertaal in het onderwijs, en in het AGSO in het bijzonder. We voeren een overkoepelend beleid, te beginnen in de kleuterklas, om alle niet-Nederlandstalige kinderen tot een basisniveau te brengen. We verplichten ouders om aan dit traject mee te werken. In scholen waar het aantal niet-Nederlandstalige kinderen de normale werking en differentiatiemogelijkheden hypothekeert, voorzien we intensieve taalbadklassen waar kinderen eventueel netoverschrijdend worden samengebracht tot ze voldoende Nederlands begrijpen om hun schoolcarrière succesvol te kunnen verderzetten.
  • Onze Antwerpse jeugd is de toekomst van onze stad. Om hen beter vertrouwd te maken met de zorgende functies die een grootstad kenmerken, voeren we burgerstage in voor Antwerpse leerlingen van de derde graad van het secundair onderwijs. Deze burgerstage, die tijdens een volledige lesweek binnen het schooljaar georganiseerd wordt in samenwerking tussen leerkrachten, schoolbesturen en stedelijke diensten, brengt hen kennis en ervaring bij die nuttig en noodzakelijk is om volwaardig deel te kunnen nemen aan de Antwerpse stadsgemeenschap. De burgerstage kan zowel in het zorglandschap, in het onderwijs, in sociale dienstverlening en in de zorg voor het openbaar domein plaatsvinden. Respect voor andere stadgenoten, stadspersoneel en het openbaar domein is daarbij een rode draad. Stiptheid, discipline, netheid en hoffelijkheid staan als kernwaarden centraal. Als erkenning voor een succesvolle stage krijgt een leerling een stedelijk attest. Dit attest dient als keurmerk voor werkgevers. De stad weet zo ook op welke bewoners het beroep kan doen voor allerhande vrijwilligersactiviteiten. Daarnaast voeren we ook een SODA-attest in. Met het behalen van dit attest, kunnen jongeren aantonen dat ze opgeleid zijn in stiptheid, orde, discipline en attitude.
  • Het is belangrijk dat kinderen zeker één gezonde maaltijd per dag krijgen. We evalueren of het invoeren van schoolmaaltijden in het basisonderwijs hiertoe bijdraagt en niet ten koste gaat van de onderwijstijd. Indien dit positief geëvalueerd wordt, zetten we dit verder. Zowel publieke als private initiatieven komen in aanmerking.
  • Om de historiek van kleuter tot werkzoekende goed op te volgen, onderzoeken we hoe we overdracht van relevante informatie uit persoonlijke dossiers tussen onderwijsinstellingen onderling en de VDAB mogelijk kunnen maken, rekening houdend met de geldende privacyregels. Vandaag moeten onderwijsinstellingen en de VDAB nog te vaak opnieuw met een wit blad over een leerling beginnen.
  • De levensbeschouwelijke neutraliteit bij het onderwijzend personeel van het stedelijk onderwijs blijft onverkort behouden.
  • Er wordt een vast overleg opgezet tussen het stadsbestuur en vertegenwoordigers van de Universiteit en de Hogescholen. Zo krijgen stad en onderwijsinstellingen een platform om gezamenlijke dossiers te behartigen.
     

STUDENTEN 

  • Nieuwe studenten moeten zich welkom voelen in de stad. Daartoe dragen niet alleen de instellingen bij, ook de extra curriculaire activiteiten zijn erg belangrijk. We geloven in het verenigingsleven, ook bij de studenten. Studenten worden aangemoedigd om zichzelf te organiseren en ontplooien in (studenten)verenigingen. Studenten worden ook aangemoedigd om te participeren aan het algemene uitgebreide vrijetijdsleven in de stad. Antwerpen heeft een rijk aanbod aan cultuur, sport en andere evenementen en organisaties waar studenten, net zoals alle Antwerpenaren, ook welkom zijn.
  • Het studentenleven zorgt voor plezier en vertier van studenten, maar ook voor risico’s op overlast voor de bewoners van de stad. Daarom zijn goede afspraken noodzakelijk. In het doop- en feestcharter worden die afspraken elk jaar opnieuw besproken, bijgesteld en vastgelegd. Daarin beogen we een veilige omgeving voor inwoners en studenten, door een billijke spreiding van evenementen en activiteiten. Om onnodige overlast te vermijden, ijveren we er als stad, in samenspraak met de onderwijsinstellingen, voor dat onze studenten voldoende passende en veilige locaties ter beschikking hebben voor feesten en cantussen. De capaciteit van feestlocaties op de buitencampus van de Universiteit Antwerpen moet terug op peil komen.
  • Studenten kunnen zich vlot verplaatsen in de stad. Zowel het verkeer van hun kot naar de campus of tussen de campussen moet vlot kunnen verlopen. De onderwijsinstellingen spreiden de aanvangsuren van de lessen, zodat verplaatsingen van studenten minder massaal gegroepeerd worden om een overbezetting van het openbaar vervoer, de deelsystemen en het openbaar domein te vermijden en zetten mee in op een degelijk aanbod.
  • Studenten moeten in Antwerpen ook voldoende veilige en kwaliteitsvolle huisvesting kunnen vinden. We bekijken met de Vlaamse overheid en private partners hoe we het aanbod op de markt kunnen verhogen. De stad ziet er op toe dat studentenkoten voldoen aan de geldende normen. Daarnaast is een evenwichtige inbedding van de studentenhuisvesting in de stad broodnodig. Een overconcentratie van enkel studentenhuisvesting is niet bevorderlijk voor de leefbaarheid van de stad. De huisvesting van internationale studenten wordt ook steeds belangrijker. De stad bekijkt in samenwerking met de onderwijsinstellingen welke rol zij hierin kan spelen.
  • Het Antwerps hoger onderwijs moet een aantrekkingspool blijven van talent. De onderwijsinstellingen in onze stad waaronder onder andere onze zeer gespecialiseerde opleidingen rond mode en scheepvaart brengen talentvolle studenten uit binnen- en buitenland naar de stad. Studenten worden aangemoedigd om na de studies te blijven wonen en werken in de Antwerpen.
  • Onze hogere opleidingen in techniek en ingenieurswetenschappen moet omwille van de technologische vernieuwing in kader van het verduurzamen van onze maatschappij verder uitgebouwd worden. Dit vereist verhoogde investeringen en het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden met vooraanstaande instellingen, zoals de technologiecampus in Eindhoven.
  • De stad Antwerpen stimuleert de onderwijsinstellingen om bedrijfsgerichter te werken en al tijdens de opleidingsfase het bedrijfsleven te betrekken. Door een sterkere samenwerking met het bedrijfsleven kunnen studenten hun opleiding niet alleen afronden met een diploma op zak, maar ook mogelijk met een job.
  • De stad moedigt het studenten-ondernemerschap aan. Studenten moeten hun creatieve en zakelijke ideeën al tijdens hun studies kunnen testen. Zo kunnen ze bij succes al onmiddellijk doorstarten in de stad. Ook bij de vele creatieve opleidingen in onze stad is een wisselwerking met andere actoren zoals ondernemers, overheden, onderwijs, … zeer belangrijk. Deze benadrukken het innovatieve karakter van onze stad.
  • We faciliteren het fundamenteel en wetenschappelijk onderzoek van onze hogere onderwijsinstellingen, en zoeken mee naar creatieve oplossingen om de resultaten toepasbaar te maken voor onze samenleving.
  • Antwerpen heeft ook aandacht voor het mentaal welzijn van haar studenten. De instellingen bouwen samen met de steun van de stad via Psy-net aan een gekend en toegankelijk interprofessioneel netwerk waar hulpverleners en begeleiders zorg bieden op basis van de noden van studenten en met aandacht voor preventie.


WERK 

  • We erkennen de noodzaak van een holistische benadering om duurzame resultaten te bereiken en als grootste stad van Vlaanderen maken we daar krachtdadig werk van. Werkactivering door lokaal ondersteunde onderwijsversterking en oordeelkundig woonbeleid gebaseerd op de meest recente inzichten. Dit voorstel benadrukt de onderlinge verbondenheid tussen onderwijs, taalvaardigheid en woonomstandigheden in het streven naar een hogere werkactivering.
  • De doelstelling van de stad is om iedereen maximaal aan het werk te krijgen. De handvaten van een lokale overheid zijn vandaag redelijk beperkt. Daar bekijkt de stad samen met de VDAB welke rol ze verder kan opnemen in het toeleiden van werkzoekenden en inactieven naar de arbeidsmarkt. De stad en VDAB werken hierbij nauw samen en wisselen daarbij relevante gegevens uit. Verder bekijkt de stad ook de rol van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld uitzendkantoren, om de toeleiding tot werk te maximaliseren.
  • De stad volgt het Vlaamse principe van ‘dienstverlening op maat van elke werkzoekende’. We sporen werkzoekenden aan om hun talenten en vaardigheden verder te ontwikkelen. De stad ondersteunt hen daarbij maximaal en dringt bij de VDAB aan op een specifiek instrumentarium om Antwerpse werkzoekenden op te kunnen volgen. Wanneer blijkt dat werkzoekenden onvoldoende inspanningen leveren in hun zoektocht naar werk, is het sluitstuk consequente sanctionering door de VDAB.
  • Werkzoekenden en leefloongerechtigden worden maximaal geactiveerd met behulp van activeringsmaatregelen, -trajecten en opleidingen bij VDAB. Een werkloosheidsuitkering of leefloon is immers geen hangmat, maar een tijdelijk vangnet voor wie het écht nodig heeft. De arbeidsbereidheid van aanvragers leefloon bij het OCMW wordt maximaal onderzocht via versnelde procedure art. 60 sociale tewerkstelling zoals vandaag ook gebeurt.
  • Om te weten of de initiatieven die genomen worden door de stad effectief zijn, krijgt de stad de mogelijkheid om werkzoekenden die in op- en toeleidingstrajecten naar werk zitten, voor langere periode op te volgen. We zetten alleen nog in op die trajecten die effectief werkzoekenden leiden naar een duurzame tewerkstelling. Andere trajecten zetten we stop.
  • De stad ondersteunt werkgevers die werknemers zoeken in knelpuntberoepen. Zo kunnen die werkgevers met de stad jobbeurzen organiseren om personeel te zoeken.
  • Voldoende kennis van de Nederlandse taal is één van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle intrede op de arbeidsmarkt. De eerste kennismaking met het Nederlands begint thuis, zet zich verder op de schoolbanken, en blijft ook in de toekomst een absolute topprioriteit bij de activering van werkzoekenden. We blijven dan ook sterk inzetten op lessen Nederlands, zeker ook op de werkvloer, en engageren ons om samen met de verschillende partners voldoende capaciteit te blijven voorzien. Wie de taal niet spreekt, kan niet volwaardig deelnemen aan onze samenleving. Bovendien verhogen we de intensiteit van de inburgeringscursussen en we versnellen daarbij de inburgeringstermijn via Atlas en partners, met een voltijdse inspanning rond inburgering. Dit betekent dat we streven naar een meer intensief leertraject dan de huidige 2 tot 4 halve dagen Nederlandse les. Een taal leer je immers pas echt goed door intensieve studie.
  • De stad ondersteunt het Vlaams principe ‘integratie door werk’. Met geïntegreerde trajecten krijgen anderstalige werkzoekenden aangepaste begeleiding en opleiding in combinatie met het aanleren van het Nederlands, in functie van snelle tewerkstelling. Ook sensibiliseren en stimuleren we bedrijven om hun werknemers Nederlands te (laten) leren op hun werkvloer en in hun vrije tijd. Als iedereen mekaar begrijpt via het Nederlands, komt dat de veiligheid op het werk ten goede. Ook privéaanbieders schakelen we in bij de opleiding van het Nederlands.
  • De aanklampende en wijkgerichte aanpak zorgt ervoor dat in wijken met een lage tewerkstellingsgraad specifiek kan worden gewerkt op de activering van de bewoners. Met het oog op het bekomen van een duurzame job, volgen we werkzoekenden op en begeleiden we hen actief naar de juiste opleiding en dienstverlening.
  • Het aanpakken van jeugdwerkloosheid blijft een belangrijk aandachtspunt. De stad wil daarom samen met VDAB specifieke projecten voor jongeren die niet aan het werk, op school of in opleiding zijn (NEET-jongeren) blijven opzetten.
  • Jongeren worden ook toegeleid naar werk via jeugdwerk dat lokaal ingebed is in de omgeving van de jongeren. We onderzoeken verder hoe we de  correlatie tussen jeugdwerk, lokaal gekende partners en tewerkstelling van jongeren kunnen verbeteren.
  • Het duaal leren, waarbij jongeren zowel op de schoolbanken als op de werkvloer vaardigheden en competenties verwerven, wordt samen met het onderwijs verder ondersteund, gepromoot en uitgebreid.
  • In Antwerpen kampen sommige economische sectoren met een structureel tekort aan goed opgeleide werknemers. De stad werkt samen met de VDAB, de provincie en de sectorale partners, om de aanpak van het personeelstekort in specifieke sectoren zoals o.a. de bouw, de industrie, de metaal en chemie, de haven, de logistiek en de zorg, weg te werken. 
  • We maken met zoveel mogelijk bedrijven afspraken om voldoende werkplaatsen te voorzien voor activerings– en begeleidingstrajecten voor werkzoekenden en leefloongerechtigden. We maken afspraken op maat met deze bedrijven.
  • Binnen de activering van werkzoekenden gaan we het zelfstandig ondernemerschap nog meer promoten. We willen er met alle betrokken partners voor zorgen dat mensen begeleid worden op weg naar hun eigen onderneming.
  • De bestaande Vlaamse gemeenschapsdienst wil langdurig werkzoekenden sterker activeren. De stad onderschrijft deze maatregel en biedt dan ook voldoende leerwerkplekken aan.
  • De stad, VDAB en ATLAS bundelen de krachten om de screening en activering van inwijkelingen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Dat hebben we gedaan door alle diensten in één centraal onthaalbureau samen te brengen. Deze manier van werken is klantvriendelijker, resultaatsgerichter en geeft de nieuwkomer een duidelijk en activerend signaal. Het concept heeft zijn verdiensten bewezen en wordt onverkort verdergezet. We verwelkomen legale nieuwkomers in onze inclusieve samenleving voor zover zij willen meebouwen, bijdragen aan onze samenleving en actief het Nederlands willen aanleren.
  • We nemen ook initiatieven om de werkgelegenheidskansen voor personen met een beperking in onze stad te verbeteren. Zo bieden we ondersteuning aan maatwerkbedrijven zodat personen met een beperking extra kansen krijgen om een eigen inkomen te verwerven en actief bij te dragen aan de maatschappij. Zo kan iedereen zijn eigen talenten maximaal ontplooien.
  • De methode van open oproepen heeft voor innovatie gezorgd in de dienstverlening en geleid tot doorgedreven samenwerking in de sector van het sociaal ondernemerschap. We zetten deze werkwijze voort voor verschillende vormen van dienstverlening en voor alle nieuwe projecten.


HAVEN

  • Onze ééngemaakte haven van Antwerpen-Brugge zorgt voor een enorme toegevoegde waarde. Die bestendigen we door te blijven focussen op industrie en logistiek én op containeroverslag.
  • Onze petrochemische cluster is de grootste van Europa en na Houston zelfs de grootste ter wereld. We willen deze cluster – die al heel veel geïnvesteerd en gerealiseerd heeft in én voor een duurzame toekomst voor de haven - daarom nog verder versterken en verder begeleiden in de energietransitie.
  • De duurzame toekomst van onze haven wordt onder andere verankerd door het essentiële complexe project Extra Containercapaciteit Antwerpen (ECA). Dat ECA-project zal zorgen voor broodnodige extra 24/7 exploiteerbare containercapaciteit. Zo bieden we een duidelijk perspectief aan huidige én toekomstige bedrijven in onze haven om toekomstige goederenstromen te kunnen opvangen. De eerste belangrijke stappen zijn deze legislatuur gezet. Nu is het prioritair om de uitvoering te starten en daarom blijven we dit project hoog op de agenda van de hogere overheden plaatsen. We blijven vol inzetten op het aantrekken van grote investeringen en roepen luid en duidelijk uit: Antwerpen is open for business.
  • We dringen aan op een optimalisering van de werking van het loodswezen.
  • We transformeren de haven tot dé energiepoort van Europa.
  • Onze haven innoveert en pioniert. Op het ingeslagen pad van duurzame groei gaan we verder. We maken van onze haven een proeftuin in de omslag naar een nog duurzamere economie. We zijn pioniers voor de invoer van energiedragers zoals waterstof. Projecten rond captatie, opslag  en hergebruik van CO2 en materialen verdienen daarom maximale ondersteuning.
  • Onze haven denkt en handelt klant-, oplossings- en toekomstgericht. Door data te delen kunnen administratieve en logistieke stromen efficiënt georganiseerd worden én mobiliteit aanzienlijk verbeterd worden. Het platform NxtPort benut het potentieel van data in de haven ten volle en verdient het dus om nog meer uitgerold te worden.
  • We rollen bij prioriteit walstroomvoorzieningen uit. Zowel bij nieuwe investeringen als bij bestaande terminals. We zoeken hierbij actief naar Vlaamse en/of Europese cofinanciering.
  • Onze Antwerpse haven moet vlot bereikbaar zijn. Een elementaire factor hierbij is het Toekomstverbond waarbinnen het Haventracé en de Oosterweelverbinding de cruciale elementen zijn. Na de start van Oosterweel moet ook de aanleg van de tweede Tijsmanstunnel opgestart worden.
  • We zetten verder in op een  multimodale ontsluiting  met bijzondere aandacht voor binnenvaart. Dit betekent onder andere het voorzien van voldoende ligplaatsen en een slimme toekenning en invulling van deze plekken.
  • We zetten verder in op een  multimodale ontsluiting  met bijzondere aandacht voor het spoor. Het 3RX-tracé (de vroegere Ijzeren Rijn) en de tweede spoorontsluiting van de Antwerpse haven blijven hoog op de agenda staan. We koesteren de ambitie om het aandeel van het spoorvervoer in de haven te verdubbelen. De trieerinstallatie in Antwerpen-Noord die wagons slim sorteert en herverdeelt over treinen is van strategisch groot belang, maar zou moeten uitgebaat worden door één neutrale partij die ten dienste staat van alle spoorwegondernemingen. Even logisch als broodnodig is een doorgedreven elektrificatie van het spoorvervoer vanaf deze neutrale hub. Ook daar blijven we de federale overheid op haar verantwoordelijkheden wijzen. 


ONDERNEMEN 

  • Antwerpen is open voor ondernemers. We houden de vinger aan de pols door ondernemers en ontwikkelaars samen te brengen in participatie en partnerschap met de stad. Ondernemers worden begeleid en gestimuleerd om te investeren in de stad.
  • Als stad willen we ondernemers toeleiden naar plaatsen waar ze zich kunnen vestigen, groeien en verankeren. We zetten verder in op het clusteren van industriële en ambachtsfuncties. We geven via het vergunningenbeleid ondernemers de kans om in alle vrijheid te ondernemen en begeleiden hen naar de geschikte locaties. Nieuwe ondernemingen die ontstaan in woonwijken worden, wanneer ze door hun groei voor overlast in de buurt zorgen, begeleid naar geschikte locaties. 
  • De gekende bedrijvenlocaties zoals Blue Gate, Katwilgweg, Innovatieve Stadshaven, Luchthaven Antwerpen, de Kanaalkant en Ter Beke worden verder ontwikkeld en ingevuld. Ook wordt onderzocht hoe andere locaties zoals Spoor Oost en ’t Zand op termijn ontwikkeld kunnen worden als bedrijvenlocatie. Ook de andere Antwerpse bedrijventerreinen worden aantrekkelijk gemaakt via flankerende maatregelen en een sterke ambassadeurswerking. Ook kleinere maak- of herstelbedrijven vinden hier een plek.
  • Blue Gate versterkt haar positie als innovatieve industriële cluster. We stimuleren dit bedrijventerrein om een sterke motor te worden die op eigen kracht kan draaien, door een diverse portefeuille aan industriële en innovatieve ondernemers aan te trekken.
  • Leegstand van bedrijfspanden wordt verder aangepakt door de stad. Eigenaars worden aangesproken door de stad op hun verantwoordelijkheid om de panden actief te exploiteren, onder andere via de leegstandsbelasting.
  • ‘Een Antwerps burger hoeft alleen maar zijn hand in de Schelde te steken om zich met de wereld te verbinden’, stelde een voormalig Antwerps burgemeester (Lode Craeybeckx). Die internationale verbinding wordt gekoesterd. De stad zet daarom verder in op economische diplomatie. We zetten onze stad en onze ondernemingen internationaal in de kijker.
  • We nemen het voortouw om jaarlijks een economisch forum te houden waarbij zowel het Havenbedrijf, FIT en Antwerp Convention Bureau actieve deelnemers zijn. Deze kennisuitwisseling komt onze economische diplomatie ten goede.
  • We trekken buitenlandse investeringen aan die in de stad voor jobs en welvaart zorgen. Daarnaast richten we ons ook op menselijk kapitaal, studenten en bezoekers kunnen op lange termijn een meerwaarde zijn voor onze Antwerpse stadsgemeenschap.
  • Antwerpen gaat zich als  economische hoofdstad van Vlaanderen meer richten op Nederland. We gaan voor een goede samenwerking met Rotterdam, Noord-Brabant en Zeeland.
  • Antwerpen omarmt de digitale revolutie. De stad ziet een toekomst waarin AR-applicaties (Augmented Reality) bijdragen aan een innovatieve en interactieve ervaring voor zowel inwoners als bezoekers. Antwerpen stimuleert de digitale vaardigheden van haar studenten.
  • We zijn gestart met de creatie van een ambitieus, innovatief ecosysteem: een hecht netwerk van living labs, kennisinstellingen, incubatoren, industriële en digitale groeibedrijven, kapitaalverschaffers, corporates en internationale merken waar de stad van morgen wordt ontwikkeld. Antwerpen is de grootste Vlaamse proeftuin voor slimme technologie (IoT – Internet of Things). We ontwikkelen slimme oplossingen voor praktische problemen. We betrekken nieuwe en gevestigde spelers via onze ‘Marktplaats’. Deze nieuwe technologieën en ondernemers geven nieuwe impulsen aan onze economie.
  • We zorgen er als stad voor dat het netwerk van bedrijven, universiteiten en onderzoekscentra, start-ups, ontwikkelaars de nodige infrastructuur en ook alle data ter beschikking heeft, om innovatieve producten en diensten te testen.
  • De vraag naar logistieke dienstverlening in onze stad neemt alsmaar toe en e-commerce is niet meer weg te denken uit onze economie. Het innovatieve ecosysteem zoekt samen met de logistieke sector, bouwfederaties, ondernemingen en dergelijke naar slimme oplossingen voor logistiek waarmee we de stad leefbaar en bereikbaar houden. We moedigen ondernemers aan om mee te surfen op de golven van de digitale revolutie. Initiatieven als ‘The Loop’ van RetailDetail, extra afhaalpunten van bouwbedrijven in de stadsrand en innovatieve binnenvaartoplossingen van Blue Line Logistics zijn inspirerende oplossingen voor ondernemers.
  • We gaan voluit voor Industrie 4.0 en promoten nieuwe technologieën en concepten in de wereld van fabrieken en machines. In de nieuwe industrie zijn alle onderdelen van een fabriek draadloos aangesloten op een netwerk en geven slimme machines aan wat ze maken en wat hun status is. In de creatieve werkplaats FabLab Antwerpen kunnen creatievelingen ideeën komen uitwerken en werken met 3D-printers, robots, lasers enzovoort. We stimuleren dat scholen hun leerlingen laten kennismaken met deze nieuwe technologieën. Antwerpen wil een uitvalsbasis worden voor bedrijven die in het kader van Industrie 4.0 diensten en producten leveren aan de industrie zoals bedrijven die wisselstukken in 3D printen of die sensoren en slimme motoren maken voor machines.
  • Antwerpen blijft een levend laboratorium. Startende ondernemers kunnen hun innovatieve toepassingen in de stad uittesten. De stad faciliteert de oprichting van private innovatiehubs en biedt haar opgebouwde kennis aan ter versterking van deze. Het grootste testlabo in onze stad is het openbaar domein. We willen nieuwe ontwikkelingen op grote schaal laten testen op het grondgebied van de stad.
  • Antwerpen is ook een echt laboratorium met Blue Chem, de eerste incubator voor duurzame chemie in ons land. Als stad blijven we verder inzetten op deze incubator, waar start-ups en scale-ups alle kansen krijgen om te groeien en innoveren.
  • We maken de transitie naar circulaire economie. Grondstoffen worden niet telkens opnieuw uit de aarde gehaald, maar worden hergebruikt. Nieuwe producten maken, uit wat we vandaag nog als afvalstromen kennen, is de toekomst. Bedrijven en productontwikkelaars die hier oplossingen bieden, zijn meer dan welkom in Antwerpen. Nieuwe ontwikkelingen gemaakt van duurzame grondstoffen leggen de basis voor onze toekomst. 
  • Antwerpen wil zich internationaal blijven positioneren als speerpunt voor technologische innovatie, voornamelijk op vlak van Internet of Things en Artificiële Intelligentie. Dit organiseren we in The Beacon. We monitoren The Beacon voortdurend en bij groeiende belangstelling plannen we een doordachte uitbreiding.
  • De stad organiseert marktoproepen voor innovatieve ontwikkelingsprojecten die bij moeten dragen aan de groei en internationalisering van bedrijven die behoren tot de ecosystemen van onze digitale, circulaire, creatieve en/of gezondheidseconomie.
  • Om zowel inter- als nationale bezoekers aan te trekken steken we onze toeristische campagnes in een nieuw jasje. Door de grandeur van onze stad nog beter in beeld te brengen, vallen we op bij een brede groep aan geïnteresseerde citytrippers.
  • We vinden het belangrijk dat onze logiessector tijdens de weekdagen ook bezoekers kan ontvangen en blijven dan ook inzetten op congrestoerisme. Deze toeristen bezoeken na hun meetings vaak op eigen houtje de stad. Het is daarom van groot belang om deze ervaren reizigers in de watten te leggen, zij zijn immers toekomstige ambassadeurs van onze stad. Door het Antwerp Congresbureau te ondersteunen vinden meerdaagse internationale congressen hun weg naar Antwerpen.
  • Antwerpen is reeds bekend als congresbestemming maar botst vaak op een capaciteitstekort qua grootte van locaties. Daarom zetten we samen met partners onze schouders onder een uitbreiding van extra congres- en expo-infrastructuur.
  • Antwerpen is een culinaire stad. Het ruime aanbod van restaurants en bars, zowel hippe nieuwe eetconcepten als tijdloze klassiekers, is één van onze grote troeven. Dat wordt bevestigd door de komst van het Vlaams Culinair Centrum in het Loodswezen.
  • We stimuleren nocturnes en ondersteunen de toeleiding naar onze monumentale kerken. We geloven dat dit, net zoals theater en concertbezoek, in combinatie met een restaurantbezoek de perfecte formule is om bezoekers te verleiden om een overnachting in onze stad te boeken.
  • Ook de omgeving van het Rubenshuis, de Wapper, krijgt een grondige opknapbeurt. We maken er een aangenaam plein van waar bezoekers en shoppers even tot rust kunnen komen op één van de talrijke terrassen.
  • Zowel de Sint-Paulusplaats als de toegangswegen tot het Eilandje maken we aantrekkelijker door herkenbare symbolen te plaatsen die de bezoekers uitnodigt om de stad verder noordwaarts te ontdekken.
  • De nieuwe stadscamping op Linkeroever trekt avontuurlijke toeristen aan maar ook campertoeristen. Zij kunnen hier comfortabel verblijven in het groen en zijn slechts op enkele minuten met het OV in de bruisende binnenstad. In de buitendistricten bekijken we of er op interessante plaatsen camperplaatsen kunnen gerealiseerd worden. Zo willen we concreet onderzoeken of dit kan in de buurt van de Oude Landen in Ekeren, de Hobokense Polder of aan andere natuurgebieden.
  • Antwerpen beschikt over een brede waaier aan logiesconcepten. Nieuwe woonconcepten worden goed gescreend en getoetst aan de hotelnota, om een overaanbod aan logies te vermijden. 
  • We ontvangen rivier- en zeecruisepassagiers met open armen. Ons state-of-the-art ponton wordt uitgerust met walstroomaansluitingen zodat alle riviercruises hierop kunnen aansluiten. We werken dankzij Antwerp Cruise Port nauw samen met alle betrokken partners om het imago van Antwerpen als boetiekhaven hoog te houden. Verder onderzoeken we of riviercruises vanop hun winterligplaats ook toeristisch aantrekkelijk of functioneel kunnen zijn. Alle andere vormen van waterrecreatie zullen aan populariteit winnen dankzij het stadshavenplan.
  • We promoten toeristische fietsroutes, door het Vlaamse en provinciaal beleid voor fietstoerisme wordt dit extra versterkt. We voorzien wielertoeristen van de beste fietsinfrastructuur en laten hen kennismaken met aparte routes in én rond de stad. Ook de (toeristische) fietsroutes in de districten worden in de kijker gezet.
  • We creëren de mogelijkheid voor het uitbaten van een online ticketplatform en/of fysieke ticketzuil waar alle attracties, cultuurhuizen, concertzalen en musea hun tickets op kunnen aanbieden. Zo kan een bezoeker in één oogopslag zien wat er allemaal te beleven valt.
  • Verder waken we ook over de aanwezigheid van onze stad in de campagnes die Toerisme Vlaanderen lanceert op de internationale markt.
  • De districten spelen hun toeristische troeven verder uit. De stad volgt nieuwe lokale toeristische tendensen op en zet in op trekpleisters in de buitendistricten, zoals een toeristische fietsroute langs de forten, de Kinderboerderij in Wilrijk, het Stampe en Vertongen Museum en de concentratie van streetart in Berchem.
  • Sint-Anneke transformeert zich tot een bruisend recreatiegebied met uitgebreide toeristische voorzieningen. De ontwikkeling van kwalitatieve horecagelegenheden zal bijdragen aan een verhoogde levenskwaliteit voor zowel bewoners als bezoekers en nieuwe economische kansen creëren.
  • We stimuleren en ondersteunen ondernemers die zich verenigen. Of het nu gaat om het organiseren van evenementen, acties of inspraak tijdens een heraanleg; samen kunnen ondernemers meer. In de historische binnenstad kan één sterke overkoepelende handelaarsvereniging een meerwaarde betekenen als volwaardige partner van het stadsbestuur voor haar detailhandelsbeleid.
  • Zodra de sector in het toeristisch centrum beslist om alle zondagen open te zijn, zullen wij dit met veel toeters en bellen promoten naar de bezoekers toe.
  • We blijven investeren in sterke winkelkernen waar het aangenaam vertoeven is. Ondernemers die hun pand willen renoveren kunnen rekenen op onze hulp. Sommige winkelstraten hebben een extra duwtje in de rug nodig tijdens een heraanleg van de straat bijvoorbeeld. Daarom voorzien we ook echte eyecatchers die een winkelstraat een nieuwe “smoel” kunnen geven. In de districtskernen wordt er verder ingezet op clustering en kernverdichting van de detailhandel.
  • Het district Wilrijk heeft een sterke winkelkern maar zal nog meer kunnen schitteren door een opwaardering van de omgeving van De Kern. In alle districten bekijken we hoe we een identiteitsversterkend project in samenwerking met de handelaars kunnen opzetten.
  • Properheid in en rond de winkelstraten is een speerpunt. We zorgen voor een specifieke aanpak op plekken waar bezoekers en shoppers onze stad bezoeken. Slimme ophaaltijden en straatinrichting helpen ons daarbij.
  • Samen met de nutsmaatschappijen zoeken we naar de beste manier om winkelstraten steeds logisch en zo efficiënt mogelijk aan te leggen. Tijdens werken moeten de handelaars steeds bereikbaar zijn en bij voorkeur vinden structurele werken plaats in rustige periodes.
  • Als de stad beroep doet op externe leveranciers van goederen of diensten, doen we dat bij voorkeur bij Antwerpse ondernemers. We communiceren actief over onze oproepen en maken ondernemers warm om zich in te schrijven. Zo kunnen we onze jubilarissen bijvoorbeeld in de bloemetjes zetten met een leuk geschenk van een lokale handelaar in plaats van een onpersoonlijke cadeaubon van een grote keten.
  • Om nieuwe ondernemers aan te trekken en leegstand te bestrijden werken we met plug-en-play winkelconcepten. Zo krijgen starters de kans om hun concept te testen in een fysieke winkel vooraleer ze zelf deze grote stap zetten.
  • We houden de vinger aan de pols door om de 3 jaar metingen uit te voeren in onze winkel- en horecakernen. Zo krijgen we inzichten in trends en kunnen we ons beleid bijsturen waar nodig. Sommige kernen worden groter en hebben andere noden dan kleinere winkel- of horecakernen. Ook districten krijgen zo inzicht in de levendigheid van hun eigen kerngebieden.
  • Waar nodig passen we parkeerregels naar het winkelgedrag van de bezoekers. Winkelstraatparkeren is een goed instrument voor zowel winkeliers als bewoners van de buurt.
  • We investeren in passantentellingen doorheen de stad die we publiek delen.
  • De stad evolueert en breidt uit. Nachtleven als onderdeel van een rijke stadscultuur moet daardoor steeds mee bewegen. Daarom houden we het locatie onderzoek voor nieuwe nightlife concepten up to date en begeleiden we ondernemers in hun zoektocht naar een vaste plek in de stad.
  • Om te voorkomen dat onze horeca- en feesteconomie steeds verder van het stadscentrum komt te liggen door klachten van de omgeving, verankeren we het agent of change-principe. Daarmee willen we de bestaande horeca-zones duidelijk afbakenen.
  • We faciliteren evenementen die stadsbreed het nachtleven op een positieve manier in de kijker zetten.
  • Dankzij een overzicht van de verschillende winkelsfeergebieden in onze stad krijgen winkeliers een helder zicht op waar zij zich best kunnen vestigen met hun onderneming. We nodigen hen uit om kennis te maken met Antwerpen als shoppinghoofdstad en brengen makelaars, investeerders en huurders bij elkaar.
  • We ijveren voor een ondernemersvriendelijke regelgeving die is aangepast aan de hedendaagse winkel- en reca concepten.
  • In samenwerking met het Antwerp Congres Bureau staan we voortdurend in contact met ambassadeurs uit onze economische clusters. Mede dankzij hen kijken investeerders naar Antwerpen als potentiele stad als partner voor hun congressen. Of zelfs de vestiging van hun hoofdkwartier in onze stad.
  • We starten in de strategische horecakernen met het plaatsen van klinknagels om de maximale beschikbare terrasoppervlakte duidelijk aan te duiden.
  • Onze Bourgondische traditie zetten we in de kijker door positionerende evenementen in samenspraak met de sector. Van sterrenrestaurant, over café’s en afhaalzaken, tot frietkoten, het maakt allemaal deel uit van onze eetcultuur.
  • We stimuleren handelaars om het Nederlands te gebruiken in hun etalages en reclamecampagnes.
  • Wanneer een ondernemer in contact komt met de stad, legt hij een vlot parcours af doorheen de verschillende vergunningen die nodig zijn. Hiervoor stellen we het online ondernemersloket verder op punt en voorzien we performante teams die werken op maat van de ondernemer en niet andersom.
  • De doorlooptijden van omgevings- en terrasvergunningen worden korter. We herschikken de administratieve werking zo dat ondernemers meteen na hun aanvraag zicht hebben op een reactie van de stad. De digitalisering van het ondernemersloket draagt bij tot klantvriendelijkheid en een transparante manier van werken. De procedure “vergund geacht” waarbij reeds lang bestaande niet vergunde delen van een gebouw geregulariseerd worden, moet vereenvoudigd en korter worden.
  • Antwerpen onderscheidt zich van de andere diamantcentra in de wereld door transparantie van de handel hoog in het vaandel te dragen. We werken daarom verder aan de internationale erkenning van Antwerpen als maatschappelijk en duurzaam verantwoorde wereldhoofdstad voor handel in diamant waarbij we de nadruk leggen op compliance en de daarbij horende traceerbaarheid van diamant van mijn tot vinger. Naast de 4 klassieke diamant-C’s van ‘carat’, ‘clarity’, ‘colour’ en ‘cut’ dient de vijfde C van ‘compliance’ voor Antwerpen de belangrijkste te zijn. 
  • Om het leiderschap als hoofdstad van diamant te behouden en de diamantbewerking te versterken willen we verder inzetten op innovatietrajecten, nieuwe technologieën en ondersteuning van opleidingen tot diamantbewerker.
  • We volgen van nabij de implementatie van de basis-bankdiensten voor diamantairs en juweliers op en ondersteunen wanneer nodig.
  • We blijven actief inzetten op de uitbreiding en promotie van het Antwerp Most Brilliant-kwaliteitslabel voor juweliers dat de consument op kwalitatief en ethisch vlak alle garanties biedt.  Daarbij speelt ook het Checkpoint Diamant een belangrijke rol.
  • Na de renovatie van het DIVA diamant- en zilvermuseum wordt het opnieuw hét centrum waar toeristen en Antwerpenaren de eeuwenoude diamantnijverheid in onze stad kunnen ontdekken en ervaren. We zorgen ervoor dat ook de diamant- en juwelensector maximaal van de faciliteiten van het museum kan gebruik maken om de connectie tussen industrie en klanten in de verf te zetten.
  • Samen met de districtsbesturen zetten we verder in op de ondersteuning en vernieuwing van onze Antwerpse markten, met de nadruk op het aantrekkelijker maken van de markten in de buitendistricten, waarbij we tevens naar een divers aanbod van producten streven.
  • De Sinksenfoor heeft zijn plek op Spoor Oost gevonden. We zetten daarom in op het toegankelijker maken van het terrein voor iedereen. We pakken de veiligheids- en de overlastproblemen op en naast de site aan.
  • We onderzoeken waar ambulante handel versterkend kan werken vooral op plaatsen waar weinig aanbod is.
  • We stappen af van een beleid met forfaitaire bijdragen voor elektriciteitsverbruik bij markten, foren en evenementen. We gaan hierbij uit van het principe: “De verbruiker betaalt.”

ZELFREDZAME STAD

Antwerpen voert een sociaal beleid dat opgebouwd is rond zelfredzaamheid. We geloven in de kracht van onze burgers en focussen op de emancipatie en activering van elke Antwerpenaar. We geloven in de kracht van een sterke stadsgemeenschap. Wanneer iemand van ons het moeilijk of pech heeft, dan staat de gemeenschap klaar om te helpen. Niemand wordt achtergelaten en de Antwerpenaar kan rekenen op de steun van onze warme stadsgemeenschap.

Onze stadsgemeenschap is opgebouwd rond gedeelde normen en waarden, en onze gemeenschappelijke Nederlandse taal. Aan nieuwkomers vragen we niet om hun verleden of afkomst af te werpen, wel verwachten we dat ze onze gemeenschappelijke toekomst omarmen. Zo kunnen nieuwkomers actief mee vorm geven aan ons Antwerps kostbaar weefsel. Onze normen en waarden, onze vrijheden, kortom onze manier van leven, zijn hierbij een niet-onderhandelbare basis.

We kiezen consequent voor een persoonsgerichte aanpak waarbij we focussen op rechten én plichten. De stad bepaalt het lokaal sociaal beleid en is regisseur van zorg- en hulpnetwerken die geïntegreerd en wijkgericht werken. We gaan voor een actieve en aanklampende werking op maat van de klant. Informele netwerken en ontmoeting (mantelzorg, vrijwilligerswerk, buurtnetwerken en zelforganisaties) zijn omwille van hun preventief karakter integraal onderdeel van een lokaal sociaal beleid. Mensen uit sociaal isolement en eenzaamheid halen is een prioriteit in onze stad. Wie tot onze Antwerpse stadsgemeenschap behoort, wordt niet achtergelaten.

Efficiëntie is cruciaal in ons sociaal beleid, daarom meten en monitoren we de vooropgestelde doelstellingen continu en op een objectieve manier. Samen met onze partners zetten we volop in op innovatie om de efficiëntie van ons sociaal beleid te blijven verbeteren. Het aanpakken van stedelijke armoede vereist een geïntegreerde en preventieve benadering met een coherent armoede preventiebeleid gekoppeld aan een remediëring van de huidige toestand.

Centraal in deze aanpak staat het creëren van stabiele woon- en leefomstandigheden, die de basis vormen voor verdere ontwikkeling en integratie in de samenleving. Dit is vooral cruciaal voor kinderen uit arme gezinnen, aangezien een veilige en stabiele thuisomgeving essentieel is voor hun educatieve kansen en toekomstig activering potentieel. Met dit plan overstijgen we in ‘t Stad het Vlaams activeringspercentage op 10 jaar.

Onze focus ligt in eerste instantie op het mobiliseren van gezinnen in armoede. Door deze gezinnen te ondersteunen en te mobiliseren, kunnen we de vicieuze cirkel van armoede doorbreken en voorkomen dat kinderen educatieve kansen missen. Dit is van vitaal belang, aangezien schoolverlaters een significant probleem vormen, vooral in tijden van arbeidsmarktkrapte.

Naast het waarborgen van een niet-precaire woon- en thuissituatie, zetten we in op trajecten naar opleiding en tewerkstelling. Deze trajecten zijn ontworpen om mensen actief uit de armoede te helpen en hen te integreren in de arbeidsmarkt. Door deze gecombineerde aanpak streven we naar een duurzame oplossing voor stedelijke armoede, waarbij we snel en doeltreffend optreden om de verschillende facetten van dit complexe probleem aan te pakken.

Hulpverlening dient om mensen de kracht en ondersteuning te geven om terug op eigen benen te kunnen staan, om opnieuw zelfredzaam te zijn. We zitten mensen op de huid net om hen de kracht te geven aan zichzelf te werken. Aanklampende en bemoeizorg noemen we dat. Sommigen hebben in het leven meer nodig dan één zetje, op ons kunnen ze rekenen.

Door zo lang mogelijk thuis te wonen in een leeftijdsvriendelijke omgeving met bij voorkeur levensloopbestendige woningen, kunnen onze senioren actief ouder worden. We waarderen en versterken de zelfredzaamheid van onze senioren. Welzijn en individuele autonomie zijn de uitgangspunten van onze seniorenzorg. De zorgoplossingen zijn steeds meer op maat: thuiszorg, thuisverpleging, mantelzorg en ondersteunende technologie. Het Zorgbedrijf Antwerpen is wat dat betreft een voorloper omdat het al die zorgoplossingen gecentraliseerd aanbiedt.

In 2030 zal Vlaanderen meer dan 2,1 miljoen 60-plussers tellen. Tegen dan zal dus 30% van de bevolking ouder dan 60 jaar zijn. Die vergrijzing die op ons afkomt stelt Antwerpen voor bijkomende uitdagingen gedurende de volgende bestuursperiodes. Deze uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van zorggerelateerde problematieken, alhoewel deze uiteraard een belangrijke rol zullen spelen. Het is ook belangrijk dat onze senioren zo lang mogelijk als actief lid van onze stadsgemeenschap kunnen functioneren.

Antwerpenaren zijn trots op hun stad. We willen iedereen dan ook de kans geven om mee te bouwen aan die stad. Dat kan op verschillende manieren, waarvan het verenigingsleven in ons DNA de meest wijdverbreide exponent is. We koesteren ons verenigingsleven, wat een van de bouwstenen van onze samenleving vormt. Het speelt een cruciale rol in het versterken van ons sociaal weefsel, in het realiseren van zorgzame buurten en in het bereiken van mensen in kwetsbare situaties. We respecteren de eigenheid van jeugdverenigingen, sportclubs, culturele organisaties, seniorenverenigingen, wijkverenigingen, etc. en we geven alle ruimte aan de bijdrage die ze leveren aan onze gemeenschap.

Een samenleving heeft slechts een beperkt absorptievermogen om nieuwkomers te ontvangen. In verschillende Antwerpse wijken is dit vermogen overgeschreden. Hierdoor verdwijnt het draagvlak bijvoorbeeld om nog bijkomende inwijkelingen op te vangen in de stad.

Dierenwelzijn ligt de Antwerpenaar na aan het hart en verdient ook in onze stad de nodige aandacht. Antwerpen heeft steeds een voortrekkersrol gespeeld op vlak van dierenwelzijn en gaat verder op de ingeslagen weg. Dierenwelzijn is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van ieder van ons. Eigenaars hebben de plicht om voor hun dieren te zorgen en eventuele overlast te vermijden.

 

KINDEROPVANG

  • Het beleid dat we de afgelopen jaren hebben gevoerd, heeft gezorgd voor een enorme stijging in het aantal kindplaatsen in Antwerpen. In 2012 telde de stad slechts 25 kindplaatsen per 100 kinderen, maar door de heuse inhaalbeweging sprongen we over de Barcelonanorm van 33% en zitten we momenteel aan 40 kindplaatsen per 100 kinderen. De stad blijft streven naar een toename van de kwalitatieve opvang voor alle Antwerpse kinderen die opvang nodig hebben.
  • Kinderopvang is een plaats waar kinderen veilig, vrij en onbezonnen kunnen groeien. Het legt een basis voor de verdere ontwikkeling van het kind. Daarom is het cruciaal om naast het uitbreiden van de opvangplaatsen in de private kinderdagverblijven ook te werken aan de veiligheid en de kwaliteit van de kinderopvang.
  • We geven in de stedelijke kinderopvang voorrang aan werkende ouders – zowel tweeverdieners als alleenstaanden – en aan werkzoekenden die in een arbeidsmarktgericht traject met oog op duurzame tewerkstelling stappen. We starten een pilootproject waarbij we ondernemingen ondersteunen die kinderopvang 'on site' willen opstarten, ten behoeve van het eigen personeel.
  • Om ouders maximaal te laten participeren op de arbeidsmarkt blijven we ook investeren in occasionele kinderopvang waarbij ouders met een dringende/onverwachte opvangvraag terecht kunnen. We onderzoeken in welke mate we de flexibiliteit van de openingsuren kunnen uitbreiden.
  • Nederlands blijft de omgangstaal in alle kinderdagverblijven, zowel met de kinderen als met de ouders. We zetten sterk in op taalontwikkeling van jongs af aan om zo de kwaliteit van het Nederlands te verhogen en de ontwikkelingskansen van het kind te vergroten. We stimuleren ouders om Nederlands te spreken met hun kind door te werken met een pictogrammenboekje gevuld met Nederlandse woorden en zinnen die (in de opvang) vaak gebruikt worden.
  • Veiligheid is belangrijk in de kinderopvang. Daar werken we vandaag al zeer hard aan. Een kind dat zich veilig voelt, heeft meer kans om zich optimaal te ontwikkelen. We werken aan zowel de statische als de dynamische veiligheid van de kinderopvang en zoeken voortdurend naar verbeterpunten om de veiligheid te verhogen. Dit betekent dat we sterk inzetten op veilige infrastructuur en het correct handelen om de veiligheid in de opvang te waarborgen. Waar de stedelijke kinderopvang pionier was, stimuleren we nu de installatie van camera’s ook bij private initiatieven.
  • We bekijken het businessmodel van de stedelijke kinderopvang in het kader van nieuwe Vlaamse regelgeving en middelen. We gaan ervan uit dat de markt de stedelijke kinderopvang op termijn kan overnemen, zonder het aantal kindplaatsen te verminderen. De stedelijke kinderopvang legt de focus op kwaliteit, continuïteit en duurzaamheid.
  • De stad heeft vertrouwen in de private kinderopvang en blijft de regiefunctie van de stad versterken. De regie kinderopvang is een dienst waar alle Antwerpse ouders, opvanginitiatieven en starters terecht kunnen voor ondersteuning en begeleiding. De focus ligt op het opbouwen van een netwerk rondom de opvanginitiatieven om zo de dienstverlening aan de ouders te optimaliseren. Deze dienst werkt maximaal digitaal.
  • De kwaliteit bij de zelfstandige kinderopvang in Antwerpen ligt hoog. De stad blijft  de private initiatieven regionaal ondersteunen door een sterk begeleidingsaanbod voor starters te ontwikkelen, toelages te voorzien en regelmatig te evalueren, vormingen op maat aan te bieden en kennis te delen via overlegmomenten met de sector.
  • We blijven stadspatrimonium marktconform aanbieden in functie van private kinderopvang. Bij grote nieuwbouwprojecten kijken we steeds of er plaats is voor kinderopvang en gaan we samenwerkingsovereenkomsten aan om deze te realiseren.
  • De betaalbaarheid van kinderopvang blijft belangrijk. Naast de door Vlaanderen gesubsidieerde plaatsen volgens inkomenstarief, blijven we ook als stad extra betaalbare opvangplaatsen creëren. Dit doen we door ons eigen systeem voor betaalbare kinderopvang (namelijk de kinderopvangtoelage), dat al jaren succesvol werkt, te optimaliseren en uit te breiden. We vragen aan Vlaanderen om onze initiatieven over te nemen.
  • We blijven voldoende kwalitatief personeel aantrekken. Ondanks dat kinderopvang een Vlaamse bevoegdheid is, blijven we als stad nauw in contact met de betrokken partners, zoals onderwijsinstellingen en VDAB, om ook als stad onze expertise en advies te delen. Daarnaast werken we in de stedelijke kinderopvang met een voldoende grote mobiele ploeg van kinderbegeleiders die indien nodig flexibel over de locaties ingezet kunnen worden.
  • We blijven inzetten op de huizen van het kind. In elk district moet er een bereikbare werking worden aangeboden, met een outreachende werking waar nodig.
     

SOCIALE ZAKEN EN ARMOEDEBESTRIJDING 

  • De stad zet in op een efficiënt en resultaatgericht sociaal beleid. De focus ligt op de zelfredzaamheid en emancipatie van onze burgers, activering staat hierbij centraal.
  • Armoedebestrijding start bij een globale aanpak en visie. Om mensen uit armoede te krijgen moeten we in eerste instantie een stabiele thuissituatie creëren. Vervolgens kan een traject naar opleiding en tewerkstelling worden opgestart. Zeker voor kinderen van ouders in armoede geldt die stabiele thuisomgeving als een uitgangspunt. Om te vermijden dat kinderen door armoede opleidingskansen missen, focussen we ons in eerste instantie op gezinnen in armoede met kinderen. Schoolverlaters zijn immers in tijden van krapte op de arbeidsmarkt een cruciaal probleem dat we moeten aanpakken. We bekijken de verschillende opties hoe we ervoor kunnen zorgen dat stabiele thuissituaties worden gecreëerd en ondernemen snel actie. Elke schoolverlater door armoede is een gemiste kans en een potentiële kost voor onze maatschappij in plaats van een bijdrage.
  • Onze ‘ketenaanpak’ is dé methode om armoede te voorkomen en aan te pakken. We verlaten het verkokerde hulpverleningsmodel waarbij elke hulpverlener vanuit zijn of haar expertise de cliënt apart ondersteunt en doorverwijst naar de volgende. Hulpverleners zoeken samen naar concrete oplossingen voor de Antwerpenaar met problemen. De stad neemt hierin het voortouw en zorgt dat de juiste hulpverleners als één team rond de zorgbehoevende werken. Zo vermijden we dat mensen steeds worden doorverwezen zonder duidelijke oplossing, en wordt er meteen gewerkt aan de problematiek. Het finaal doel voor de cliënt is dat de hulpverlening zich overbodig maakt in plaats van een verdienmodel te zijn dat zichzelf in stand houdt. Het aanbod van onze dienstverlening moet correct gespreid worden over het grondgebied van de hele stad. In sommige wijken struikel je bij wijze van spreken over de hulpverleners, terwijl het in andere buurten zoeken is.
  • Het gebruik van drugs is nefast voor de gebruiker en voor de gemeenschap, de impact op gezondheid en welzijn is niet te overzien. Druggebruik is nooit onschuldig, het ligt aan de basis van het in stand houden van een criminele keten die onze gemeenschap sterk ontwricht. Het is daarom cruciaal dat druggebruik in de strafwet blijft staan. Dit ook als stok achter de deur om naar hulpverlening toe te leiden. Minderjarige en probleemgebruikers leiden we naar de best passende hulpverlening. Op tijd ingrijpen is van levensbelang. Preventie van druggebruik gaat hand in hand met kennis over drugs, daar zetten we bijkomend op in.
  • Mensen die door multiproblematiek (dak- en thuisloosheid, zwaar middelengebruik, psychische aandoeningen) een gevaar zijn voor zichzelf en hun omgeving, of structurele ernstige overlast veroorzaken in de publieke ruimte, maar die tegelijk alle vorm van hulpverlening pertinent weigeren /mijden of die door hun toestand binnen het reguliere zorgaanbod niet meer opgevolgd kunnen worden, moeten verplicht tijdelijk in een gesloten centrum kunnen opgenomen worden zodat ze adequate hulp en zorg krijgen met het oog op doorstroming naar het reguliere zorgaanbod met als uiteindelijke doelstelling terug volwaardig onderdeel uit te maken van de samenleving. De wet op de beteugeling van de landloperij die in 1993 werd afgeschaft, moet in een hedendaagse versie terug ingevoerd worden. 
  • We maken duidelijke afspraken rond energieschulden met distributienetbeheerders, energieleveranciers, de watermaatschappij en schuldbeheerders. Bij betalingsproblemen schakelen we prioritair over op digitale meters die een minimumbevoorrading garanderen. We blijven ook inzetten op preventie, bemiddeling, activering en budgetbeheer of budgetbegeleiding.
  • Gezinnen waar slechts één ouder werkt zijn extra vatbaar voor armoede. Het belang van financiële zelfredzaamheid wordt in alle cursussen maatschappelijke oriëntatie benadrukt en geduid. In die cursussen wordt specifieke aandacht gegeven aan de activering van vrouwen en moeders. We koppelen deze activering voorwaardelijk aan OCMW-bijstand.
  • Werkbereidheid is een essentiële voorwaarde om beroep te kunnen doen op de solidariteit van de gemeenschap. Hulp moet altijd voorwaardelijk zijn, want onvoorwaardelijke hulp holt solidariteit uit. Ook overheden hebben de verantwoordelijkheid om werkbereidheid te stimuleren door het financieel verschil tussen werken en niet werken voldoende groot te houden.
  • Kennis van het Nederlands is dé basis voor opwaartse mobiliteit. In kleuterscholen krijgen kinderen de kans om hun kennis van onze gemeenschappelijke Nederlandse taal te ontwikkelen. We koppelen kleuterschoolparticipatie voorwaardelijk aan OCMW-bijstand.
  • Door de nefaste dynamiek van onder andere huwelijksmigratie, begint het integratieproces elke generatie opnieuw. De vertraging van het integratieproces is onlosmakelijk verbonden met een hogere kans op armoede en andere sociale risico’s. We stappen actief mee in campagnes en acties om te sensibiliseren rond en ontraden van huwelijksmigratie. Gedwongen of schijnhuwelijken, gedwongen wettelijke samenwoning of schijnwettelijke samenwoning, en schijnerkenningen van kinderen zijn strafbaar, en moeten streng vervolgd worden. Hiervoor blijft de stad intensief samenwerken met de politie en de federale Dienst Vreemdelingenzaken.
  • Werken moet lonen, daarom herbekijken we de aanvullende steunverlening van het OCMW en alle andere extra’s die de stad aanbiedt.
  • Om de opwaartse sociale mobiliteit van leefloners op te krikken, eisen we steeds dat naast de al bestaande trajecten ook een vorm van zinvolle sociale gemeenschapsdienst wordt geleverd. Dat kan gaan over toezicht in schoolrefters, assistentie bij oversteekplaatsen, activiteiten ondernemen met senioren in een woonzorgcentrum, boodschappendiensten, het proper houden van het openbaar domein etc.
  • Onterecht verkregen financiële steun wordt systematisch teruggevorderd.
  • Huisbezoeken worden ingezet als middel om fraude, intrafamiliaal geweld, misbruik of andere wantoestanden te achterhalen. Deze informatie moet op een wettelijke manier benut kunnen worden in het correct inzetten van middelen en het straffen van fraudeurs. Kinderen die slachtoffer zijn van wanpraktijken moeten tijdig en afdoend beschermd en opgevangen worden.
  • Het professionele jeugdwerk vertrekt vanuit de wijk, maar bouwt mee aan het welzijn, de ontwikkeling en de activering van jongeren. Ze geven jongeren een veilige en vertrouwde plek. Er is bijzondere aandacht voor jongeren die het moeilijk hebben. Zij worden door het professionele jeugdwerk actief van de straat gehaald en bekijken samen de mogelijkheden tot zinvolle tijdsbesteding. Waar nodig wordt jeugdbescherming ingeschakeld.
     

GEZONDHEIDSZORG

  • In alle beleidsdomeinen hebben we aandacht voor het thema gezondheid. Een goede gezondheid draagt immers bij tot het welzijn van de Antwerpenaar en zijn of haar deelname aan het maatschappelijk stadsleven. We faciliteren maximaal het bevorderen van een gezonde levensstijl en zetten in op ziektepreventie en het toegankelijker maken van de eerstelijnszorg.
  • De stad neemt de regie en speelt in op de oproepen van de Vlaamse overheid met betrekking tot toegankelijke eerstelijnszorg. Wij streven naar een integrale benadering van de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood. De stad zal een ondersteunende en sturende rol opnemen in de eerstelijnszones.
  • We ontwikkelen samen met de eerstelijnszones een zorgstrategisch plan in functie van onze (toekomstige) zorgbehoeften. We doen dit op basis van een doorgedreven omgevingsanalyse en in overleg met alle betrokken actoren, waaronder ook de districten.  We organiseren onze zorg op basis van de noden van de Antwerpenaar. Dit met een basiszorg die letterlijk dicht bij de mensen staat en met een gespecialiseerde zorg die de nodige expertise en schaalgrootte heeft. 
  • Tijdens de coronapandemie was Antwerpen een voorbeeld voor Vlaanderen, Europa en de wereld met de organisatie van onze vaccinatiecampagne. Aan de basis van dit succes lag ons enorm vrijwilligerslegioen. Dit Antwerps vrijwilligersmodel kan gebruikt worden in anderen pandemieën naargelang de nood. We promoten dit model en onze expertise ook buiten Antwerpen als goede praktijk en voeren gesprekken om dit structureel in te bedden op Vlaams niveau.
  • Het tekort aan huisartsen en tandartsen is een prangend probleem, we vragen aan de bevoegde hogere overheden om dit probleem ten gronde aan te pakken en de nodige initiatieven te nemen. We blijven ondertussen vanuit de stad niet stilzitten en spelen maximaal onze rol in samenwerking met de artsenkringen en eerstelijnszones. We gaan na hoe het artsentekort in specifieke wijken het best opgevangen wordt. We voorzien stimuli om de vestiging van brede eerstelijnspraktijken te bevorderen. Op die manier helpen we mee het artsentekort weg te werken. In grote nieuwbouwprojecten bekijken we of er een plek voor een huisartsenpraktijk kan voorzien worden idem kinderopvang.
  • We zetten in op het ontzorgen van zorgverleners, hun praktische belemmeringen worden maximaal weggewerkt binnen onze stedelijke bevoegdheden. We zorgen waar mogelijk voor de nodige locaties voor groepspraktijken in nieuwe ontwikkelingen zoals woonwijken, woonzorgcentra en ziekenhuizen.
  • We vragen de federale overheid haar verantwoordelijkheid te nemen inzake de financiering en ondersteuning van huisartsen. Daarnaast blijven wij inzetten op de ondersteuning van de huisartsen met de inzet van verpleegkundigen zodat de huisarts zich kan focussen op zijn kerntaak.
  • Waar er tekorten zijn, springen we in met zorgpunten en noodartsen zoals we dat al succesvol hebben gedaan. Omwille van patiëntenstops in vele praktijken, faciliteren we een zorgpunt voor nieuwe en tijdelijke inwoners. Dit zorgpunt moet indien nodig de patiënt na een eerste screening gericht doorverwijzen naar de reguliere zorg, zonder dat deze belast wordt met een stroom van telefoons van zoekende patiënten.
  • Als hartveilige stad zorgen we voor een goede spreiding van en voldoende AED-toestellen op het openbaar domein en voorzien we sensibiliserings- en vormingstrajecten zodat de Antwerpenaar deze levensreddende toestellen met vertrouwen kan gebruiken in noodsituaties. De stad zorgt ook voor een digitaal overzicht van al deze toestellen op haar grondgebied. In het middelbaar onderwijs moet deze vorming alsook een EHBO-cursus tot het basispakket behoren.
  • Eenzaamheid is niet enkel een ouderdomsprobleem, het is een uitdijende olievlek met meerdere oorzaken. De strijd aanbinden met eenzaamheid en sociaal isolement is een taak van ons allemaal. We geven de gemeenschap alle ruimte om elkaar te helpen. Zoals bijvoorbeeld het succesvolle project ‘Leve de ouderen!’ dat we ondersteunen met een verdere uitrol in Antwerpen. Hiermee bestrijden we sociaal isolement door het netwerk rond kwetsbare ouderen te versterken via telefonische opvolging en huisbezoeken. We onderzoeken of de oprichting van een digitaal en telefonisch meldpunt noodzakelijk en realiseerbaar is.
  • Met het Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) zorgen we voor het meest performante ziekenhuisnetwerk van Europa. We brengen specialisten van Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) en Gasthuiszusters Antwerpen (GZA) samen voor de uitbouw van echte ‘centres of excellence’ per pathologie. Zo garanderen we de beste gespecialiseerde zorg voor elke Antwerpenaar.
  • Het nieuwe Cadix-ziekenhuis is hét voorbeeld voor de geïntegreerde zorgcampussen die we willen realiseren. Dit met zorgboulevards waar de focus ligt op preventie en waar een toegankelijke eerstelijnszorg wordt aangeboden.
  • Het ‘Zorgcentrum na Seksueel Geweld’ garandeert optimale lichamelijke én psychologische zorg voor slachtoffers op één adres. Daarnaast zorgt het voor sterkere juridische dossiers tegen daders. We ondersteunen de nazorg voor de slachtoffers. Als stad investeren we op die manier in zorg en in veiligheid.
     

SENIORENZORG

  • Onze senioren moeten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, daar zetten we met ons beleid op in. Wanneer het nodig is, moeten senioren terecht kunnen in een serviceflat of naar een kwaliteitsvol en betaalbaar woonzorgcentrum in de eigen buurt.
  • De zorgoplossingen zijn steeds meer op maat: thuiszorg, thuisverpleging, mantelzorg en ondersteunende technologie.
  • Nieuwe woonzorgcentra worden bij voorkeur ingebed in levendige kernen met een mix van generaties en samenlevingsvormen. Kleinschalige huiselijke wooneenheden maken deel uit van een meer grootschalige zorgstructuur. Zo zetten we maximaal in op leefbaarheid en betaalbaarheid.
  • Via een ‘akte van vertrouwen’ stimuleren we gebruikers van de diensten van het Zorgbedrijf tot kritische participatie om het Zorgbedrijf op die manier alert te houden voor de noden en wensen van onze senioren. De ‘akte van vertrouwen’ waarborgt de autonomie, de inspraak en de participatie van de bewoners.
  • De stad stimuleert woon- en opvangvormen zoals kangoeroewonen, zorgwonen en co-housing met de ondersteuning van dienstencentra, centra voor dagverzorging of nachtopvang en zogenaamde ‘woonzorgzones’ waar noden en aanbod op elkaar zijn afgestemd.
  • Dienstencentra stellen zich maximaal open naar de buurt en naar het lokale verenigingsleven. Waar mogelijk of waar de vraag is, plaatsen we de werking van een buurtsecretariaat en digipunten in de dienstencentra.
  • Mantelzorg is een belangrijke vorm van hulpverlening voor onze ouderen. Daarom blijven de stad en het Zorgbedrijf informatiesessies en (psychologische) begeleiding organiseren zodat mensen ervaringen kunnen delen en mantelzorgers hun competenties verder kunnen opbouwen. We stimuleren de ontwikkeling van zogenaamde ‘buurtzorgnetwerken’.
  • We leggen de digitale lat ook in de zorg hoog en we stimuleren ‘e-zorg’. Zowel voor patiënten als voor zorgverleners en mantelzorgers bundelen we informatie, en zorgen we voor slimme en efficiënte processen. Gemakkelijk afspraken maken, vlotte toegang tot eigen gegevens, en niet steeds heen en weer moeten reizen voor controles betekenen winst. Dit voor patiënt en zorgverstrekker.
  • Het Zorgbedrijf wordt volledig zelfbedruipend. Dit uiteraard als middel met als uiteindelijk doel een kwalitatieve zorg aan te kunnen blijven bieden in een concurrentiële sector en een aantrekkelijke werkgever te kunnen zijn op de zeer concurrentiële arbeidsmarkt van zorgverleners. Door middel van efficiëntiewinsten en slimme investeringen houden we de prijs zo laag mogelijk. De stad blijft de doelstellingen en activiteiten van het Zorgbedrijf sturen door een gegarandeerd meerderheidsaandeel.
  • Onze senioren krijgen alle kansen om hun eigen zorg te organiseren, dit dankzij een uitgebreid en kwalitatief aanbod aan dienstverlening, woonvormen en toegankelijke informatie. Zorginnovatie, eHealth-instrumenten en ketenzorg zijn belangrijke instrumenten in een inclusief beleid voor onze meer kwetsbare ouderen.
  • Bij de stadsdiensten worden senioren ondersteund bij een digitale vorm van betalen. Waar mogelijk wordt cash betalen voorzien.
     

TOEGANKELIJKE STAD 

  • In onze beleidskeuzes hebben we aandacht voor de specifieke noden van Antwerpenaars met een beperking. We streven naar een ‘integrale toegankelijkheid’ om stedelijke voorzieningen, dienstverlening en de publieke ruimte zo maximaal bruikbaar en bereikbaar te maken.
  • Ook bij mobiliteitsoplossingen vormt toegankelijkheid steeds een belangrijk aandachtspunt. Zo investeren we in de (rolstoel)toegankelijkheid van ons openbaar domein. We sensibiliseren de Antwerpenaar hierover ook door onder meer te wijzen op het feit dat voetpaden niet mogen worden versperd, ook niet door laadkabels van elektrische wagens op de stoep.
  • We zorgen voor voldoende parkeerplaatsen voor mensen met een beperking op het openbaar domein. Deze parkeerplaatsen worden voorzien van het sensibiliserend bord “Neem je mijn parkeerplaats, neem dan ook mijn handicap”. We spelen, bijvoorbeeld na verhuisbewegingen, snel in op veranderende noden waarbij voorbehouden parkeerplaatsen met aangepaste ondergrond kunnen worden bij gecreëerd of verwijderd. Deze parkeerplaatsen moeten ook in gemakkelijk begaanbaar materiaal worden uitgevoerd, zodat ze voldoen aan alle integrale toegankelijkheidsvereisten. In openbare gebouwen voorzien we leenrolstoelen.
  • Mensen moeten zich zo vlot mogelijk en zo veel mogelijk op eigen kracht in onze stad kunnen verplaatsen. We moedigen iedereen aan om mee te investeren in toegankelijkheid. Dit kan gaan van horeca, winkels, cultuurhuizen, sociale organisaties, etc. Dit doen we met gerichte ondersteuning en via clausules in samenwerkingsovereenkomsten.
  • Bij (ver)bouwprojecten van woonmaatschappij Woonhaven, zorgen we voor een aanbod aan aangepaste en toegankelijke woningen. Bij grotere private bouwprojecten en nieuwe woonontwikkelingen, vragen we de nodige aandacht voor (rolstoel)toegankelijkheid.
  • We stimuleren het gebruik van de European Disability Card. Deze kaart bevordert de toegang van mensen met een beperking tot allerlei vrijetijdsactiviteiten, denk bijvoorbeeld ook aan verminderde tarieven of vrije toegang voor een begeleider.
  • Kinderen leven zich graag uit in een speeltuin, dit geldt ook voor kinderen met een beperking. Bij het (ver)bouwen van speelterreinen houden we rekening met hun noden. Denk aan specifieke speeltuigen zoals bijvoorbeeld rolstoelschommels, of aan de toegankelijkheid van de paden op het speelterrein. De heraanleg van de Robinsontuin en de speelterreinen aan het Nachtegalen- en Steytelinckpark zijn hier mooie voorbeelden van. Waar mogelijk gaan we ook aan de slag met onze Antwerpse speelbossen om de toegankelijkheid te verbeteren.
  • De toegankelijkheid van stedelijke evenementen wordt getoetst door vrijwilligers. Zij kunnen een concreet toegankelijkheidsadvies voor onze evenementen geven. We bekijken hoe we deze vrijwilligers kunnen ondersteunen en belonen.
  • We zorgen voor integraal toegankelijke mobiliteitsoplossingen. Bij elke beleidskeuze, beslissing, inrichting is toegankelijkheid een verplicht aandachtspunt. We investeren in de (rolstoel)toegankelijkheid van het openbaar domein. Toegankelijke routes zijn breed genoeg, hebben goed begaanbare bestrating en zijn drempelloos. Eventuele hoogteverschillen op een route zijn visueel herkenbaar. Waar nodig worden grotere hoogteverschillen op looproutes voorzien van een leuning en/of helling. We zetten een programma op om bestaande straathoeken op belangrijk routes toegankelijk te maken. Bij heraanleg is dit al de standaard. Aan drukke tramoversteken voorzien we waarschuwingssignalen zoals dat nu al is gerealiseerd aan de Opera. We verbeteren de informatie over de mate van toegankelijkheid voor verschillende groepen, bijvoorbeeld via de Slim naar Antwerpen app en belangenbehartigers.
  • (Digitale) wegbegeleiding is niet alleen belangrijk voor blinden en slechtzienden. Iedereen heeft hier baat bij. Daarom zetten we in op goed leesbare routes in het openbaar domein door gebruik van materialen, kleurverschillen, plaatsing van objecten en ondersteunende borden. Rondom openbaar vervoer en op specifieke routes voorzien we geleidelijnen voor blinden en slechtzienden. Op complexe locaties zoals slimme schakels (multimodale overstappunten) besteden we extra aandacht aan de vindbaarheid van de verschillende modi en informatie over de gebruiksmogelijkheden en dienstregeling. Om de toegankelijkheid verder te verbeteren, onderzoeken we de mogelijkheid om interactieve knoppen toe te voegen die informatie hoorbaar maken, zoals digitale borden met real-time updates van het openbaar vervoer die, op aanvraag, vertrektijden en lijnen uitspreken.
     

STAD VAN VRIJWILLIGERS 

  • Onze samenleving is meer dan een overheid alleen of een optelsom van alle individuen. Als gemeenschapspartij geloven wij in de verbanden die burgers met elkaar hebben of aangaan, onder andere via het kostbaar sociaal weefsel en verenigingen in het vrije en rijke verenigingsleven dat Antwerpen kent.
  • Antwerpenaren kunnen hun advies en mening bij het beleid neerleggen. Dat kan gaan van persoonlijke contacten, via gestructureerde adviesorganen, participatiemomenten of formele bezwaren. Daarbij is het belangrijk dat de deelnemer goed weet hoe hij input moet leveren en wat het statuut van zijn input is.
  • Organisaties uit het kostbaar sociaal weefsel zijn per definitie niet-gouvernementeel. Het zijn samenwerkingsverbanden die van onderen uit onze samenleving groeien. Omdat we hun bijdrage aan de samenleving als uitermate waardevol beschouwen, willen we hen vanuit de stad ondersteunen en faciliteren. Onder meer door infrastructuur of materiaal te voorzien, door expertise en kennis te delen, door hen in contact te brengen met andere verenigingen, of door samenwerkingsovereenkomsten met hen af te sluiten. Steeds met respect voor de inzet en individuele vaardigheden van de vrijwilligers.
  • Verenigingen brengen diverse mensen samen en slaan bruggen tussen verschillende groepen Antwerpenaren, dat is hun sterkte. Hiervoor is het uiteraard essentieel dat er gewerkt wordt binnen ons gemeenschappelijk normen- en waardenkader, en in onze gemeenschappelijke taal, het Nederlands.
  • We stimuleren het gebruik van het Nederlands in het verenigingsleven zodat niet-Nederlandstalige Antwerpenaren er zonder schroom kunnen spreken en oefenen. Tegelijk leren nieuwe én oude inwoners de stad, haar straten en pleinen, haar rijke aanbod en enorme verscheidenheid beter kennen. We vragen onze districten ook om bij verenigingen die zij ondersteunen extra aandacht te besteden aan projecten die het gebruik van het Nederlands stimuleren.
  • Bewonersgroepen en buurtcomités die de bewoners van hun wijk willen samenbrengen en verbinden, leveren belangrijk werk om de sociale cohesie te versterken. We stimuleren lokale verenigingen die duurzame socio-culturele activiteiten willen organiseren. We zetten jaarlijks een thema in de kijker, dit om te veel versnippering van de ondersteuning tegen te gaan. Districten kunnen jaarlijks op een thema focussen, aanvullend op de bestaande ondersteuning via Stadsmakers.
  • In het kader van schoolveilige routes en schoolstraten zoeken we permanent naar vrijwilligers om als gemachtigde opzichter dit mee te begeleiden. Ze worden opgeleid door de politie en de coördinatie kan, zoals in Borsbeek, gebeuren door de districten.
  • Het koesteren van vrijwilligers, betekent ook een vlotte dienstverlening aanbieden. Onze verenigingen kunnen via een centraal (digitaal) loket bij de stad terecht met al hun vragen. Via dit systeem zullen dubbele subsidieaanvragen ook vermeden worden. Dit kan gaan van het reserveren van een lokaal, over de aanvraag van materiaal tot een toelating voor bepaalde activiteiten.
  • Vrijwilligers zijn het toonbeeld van maatschappelijk engagement, hun belangeloze inzet in alle domeinen van onze samenleving waarderen we ten zeerste. Onder andere de coronapandemie heeft bewezen dat Antwerpen kan rekenen op een echt vrijwilligerslegioen, en daar zijn we bijzonder fier op. Bij ons Vrijwilligerspunt Antwerpen kunnen zowel (kandidaat-)vrijwilligers als organisaties die op zoek zijn naar vrijwilligers terecht met al hun vragen over het statuut en de voorwaarden van vrijwilligers of om een match te vinden. Straatvrijwilligers die hun wijk mee proper houden worden ondersteund met het gepaste materiaal.
  • We zoeken naar mogelijkheden om scholen en andere stadsgebouwen na de uren open te zetten voor Antwerpenaars die hun hobby (bijvoorbeeld muziek spelen of handwerk met gereedschap) thuis moeilijk kunnen beoefenen zonder geluidshinder voor hun buren.
     

INTEGRATIE EN INBURGERING 

  • Aan nieuwkomers vragen we om onze gemeenschappelijke toekomst te delen, om Nederlands te leren, om zich in te schrijven in onze Westerse normen en waarden, en om snel aan het werk te gaan. Zo kunnen nieuwkomers actief mee vorm geven aan onze Antwerpse en Vlaamse samenleving.
  • Wie in Vlaanderen woont, werkt, leeft en participeert, omarmt de Vlaamse identiteit. Die identiteit heeft een rijk verleden dat ons trots maakt. Tegelijk is de Vlaamse identiteit toekomstgericht, ze is veranderlijk en staat open voor invloeden. Ook dat typeert de Vlaming. Om dit dynamische proces te laten gebeuren, is een niet-onderhandelbaar kader van normen, waarden en vrijheden noodzakelijk. Wie die dit verwerpt, vanuit eender welke extremistische visie, is hier niet welkom.
  • De hyperdiverse samenleving in een stad als Antwerpen, het samenleven van verschillende nationaliteiten, religies, gemeenschappen, zorgt voor maatschappelijke uitdagingen. Het versterken van ons kostbaar sociaal weefsel en samenhang is onontbeerlijk. Om te voorkomen dat bepaalde groepen zich isoleren of geïsoleerd geraken, voeren we een inclusief integratiebeleid. We vermijden de uitbouw van parallelle samenlevingen, aparte reglementen en aparte structuren.
  • We koppelen het volgen van een inburgeringscursus voorwaardelijk aan de OCMW-bijstand.
  • Aan het einde van elk inburgeringstraject worden nieuwkomers in Antwerpen plechtig onthaald. Tijdens deze plechtigheid vragen we aan nieuwkomers om een Antwerps charter met grondrechten, vrijheden en plichten – gebaseerd op de Vlaamse nieuwkomersverklaring – te ondertekenen.
  • Het Nederlands is de voer-, omgangs- en bestuurstaal in Antwerpen. De stad en haar dochterbedrijven volgen de taalwetgeving in bestuurszaken rigoureus, overheidscommunicatie gebeurt dus in het Nederlands. Meertalige communicatie kan enkel in uitzonderlijke gevallen, denk bijvoorbeeld aan toeristische mededelingen of acute noodsituaties voor de volksgezondheid. Ook vragen we aan de lokale geloofsgemeenschappen om preken tijdens religieuze plechtigheden in het Nederlands te houden.
  • Burgers zijn per definitie niet neutraal, de overheid haar dienstverlening moet dit wel zijn. Die neutraliteit vertaalt zich in de werking en uitstraling van de overheid en is ook zichtbaar. Dit betekent dat levensbeschouwelijke of ideologische symbolen niet toegestaan zijn in de dresscode bij rechtstreekse klantencontacten van onze openbare dienstverlening.
  • We stellen als stad alleen tolken ter beschikking op voorwaarde dat de eindgebruiker hiervan minder dan 2 jaar in ons land verblijft en zich ertoe verbindt om binnen de 6 maanden een vorming Nederlands aan te vatten. Heeft de eindgebruiker het statuut van rechthebbende inburgeraar, dan verplichten we meteen tot het effectief volgen van een inburgeringscursus.
  • Via een open oproep voorzien we in bijkomende lessen Nederlands voor nieuwkomers. Nieuwkomers leren echter sneller Nederlands als zij ook buiten de les gestimuleerd worden om te oefenen. Daarom staan we achter initiatieven in (brede) scholen, bibliotheken, taalkampen voor kinderen en jongeren, Stadsklap, cultuurhuizen, buddywerking, etc. die nieuwkomers zoveel mogelijk met het Nederlands in aanraking doen komen.
  • Zacht voor de kwetsbaren, hard voor wie onze gastvrijheid misbruikt. Wie ons nodig heeft, kan op ons rekenen. Maar misbruik pakken we daadkrachtig aan. Als stad investeren we enorm veel tijd en middelen om nieuwkomers in te burgeren. Wie niet ingaat op al de kansen die we bieden en geen wil toont om zich te integreren in onze samenleving, zal gesanctioneerd worden. Bijvoorbeeld door middel van het schrappen van bepaalde sociale voordelen. Voor wat, hoort wat.
  • We ontwikkelen een integraal stedelijk beleid rond gebedsruimtes. Dit met aandacht voor religieuze vrijheid én tegelijk voor de impact op onze samenleving, de wijk en de omwonenden. Bij de locatiebepaling, vergunningen en het beheer van gebedsruimtes, houden we onder andere rekening met volgende belangrijke criteria: (brand)veiligheid, geluidsoverlast, mobiliteit, gebruik van het Nederlands tijdens de erediensten, inburgeringsplicht van bedienaren van de erediensten, de lokale inbedding en integratie in de wijk, en ruimtelijke veiligheid.
     

DIERENWELZIJN 

  • We voeren informatie- en sensibiliseringscampagnes over de rechten en plichten van diereneigenaars, verantwoord huisdiereigenaarschap en dierengedrag. Ook zetten we in op campagnes om het bewustzijn voor dierenwelzijn te verhogen, daarbij focussen we onder andere op de schoolgaande jeugd om de thematiek al van jongs af aan mee te kunnen geven.
  • Dierenmishandeling en -verwaarlozing moeten streng worden bestraft. Onze Antwerpse dierenpolitie is 24/7 bereikbaar via de Blauwe Lijn en bevoegd om vaststellingen te maken, pv’s op te stellen en indien nodig dieren in beslag te nemen.
  • We blijven een nultolerantie hanteren voor thuisslachtingen en slachten in niet-erkende instellingen. Deze praktijken zijn verboden en zullen streng vervolgd worden.
  • De stad werkt samen met dierenasielen voor de opvang van zwervende, achtergelaten of verloren dieren. Ook dieren die door een noodsituatie niet bij hun eigenaar kunnen blijven, vinden tijdelijk plek in het asiel. De huidige samenwerking met dierenasielen en opvangcentra zetten we verder.
  • De dierenambulance haalt gewonde dieren op die zich zonder eigenaar op het openbaar domein bevinden. Ze worden naar de dierenarts gebracht waar ze de nodige zorgen toegediend krijgen. De huidige werking met de dierenambulance zetten we verder. Tegelijkertijd lanceren we een bewustmakingscampagne om de bekendheid van de dierenambulance te vergroten, zodat elke inwoner van Antwerpen weet waar ze terechtkunnen wanneer ze een gewond dier aantreffen.
  • De stad houdt de populaties zwerfkatten, duiven en meeuwen onder controle op een zo diervriendelijk mogelijke manier. Het beleid rond de bestrijding van ratten en ander ongedierte wordt verder opgevoerd.
  • We streven naar een goed evenwicht tussen de belangen van hondeneigenaars en die van andere inwoners en bezoekers die willen ontspannen op het openbaar domein. We verwachten dan ook dat eigenaars hun honden aan de leiband houden waar het moet en ervoor zorgen dat de dieren niet voor nachtelijke geluidsoverlast zorgen. We zetten verder in op hondenloopzones doorheen de districten van de stad.
  • Achtergelaten hondenpoep en honden die plassen tegen gevels zijn terechte ergernissen. Hondeneigenaars moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen. We werken niet alleen preventief. Wanneer eigenaars betrapt worden, zullen ze hiervoor beboet worden.
  • De stad werkt samen met experts in dierengedrag na incidenten of openbare ordeverstoring met dieren in het opleggen van gepaste maatregelen en de ondersteuning van de uitvoering hiervan.
  • We promoten een sticker die huisdiereigenaars op hun raam of deur kunnen kleven waarmee hulpdiensten geïnformeerd worden over aanwezige dieren in geval van nood.
  • Op Werelddierendag zetten we onze Antwerpse dieren extra in de kijker.
  • Sommige honden houden ervan om een duik in het water te nemen. Hiervoor kunnen ze terecht in de twee hondenzwemvijvers aan de Middenvijver op Linkeroever. We onderzoeken waar er nog andere hondenzwemvijvers ingericht kunnen worden.
  • Het overlijden van een huisdier is vaak een ingrijpende gebeurtenis die gepaard gaat met een rouwproces. We onderzoeken in samenwerking met private partners of en waar we in de stad een dierenbegraafplaats kunnen inrichten.
  • Bijen en insecten zijn onmisbaar voor veel planten en voor de productie van ons voedsel. We blijven samen met de districten investeren in bijkomende bijenkasten en insectenhotels omwille van het grote belang voor de biodiversiteit in de stad.
  • Ook de gierzwaluw is belangrijk voor onze biodiversiteit. We sensibiliseren de Antwerpenaar over het belang van voldoende nestplaats voor deze vogels. Bij renovatiewerken van stadspatrimonium hebben we oog voor de bescherming van de nesten en faciliteren we waar mogelijk bijkomende broedplekken.

GOED WONEN

Antwerpen koestert de ambitie om de meest leefbare stad van Vlaanderen te zijn, waar het bijzonder aangenaam wonen, werken en vertoeven is. De ambitie van een kwaliteitsvolle leefbare stad realiseren we door slim in te zetten op duurzame ontwikkelingen, zowel in de residentiële, commerciële als publieke sector. Als aantrekkelijke, innovatief en duurzaam uitgebouwde grootstad blijven we investeringen uit zowel binnen- als buitenland naar onze Scheldestad trekken. We ontwikkelen de stad verder en zorgen voor extra groen (bomen, parkjes, perkjes, …) en watervlakken om onze stad klimaatrobuust te maken. .

Een leefbare stad is een groene stad. De voorbije jaren hebben we enorm ingezet om Antwerpen verder te vergroenen, met succes. Er kwamen tal van tuinstraten, parken, natuurgebieden, toekomstbomen, etc. bij. Waar we konden, creëerden we groen en natuur bij. Zo zorgen we voor meer ademruimte voor de Antwerpenaar, letterlijk en figuurlijk.Om de leefbaarheid van onze omgeving te garanderen is verduurzaming onontbeerlijk. Wij zijn niet de eigenaar van deze stad, hoogstens de rentmeester. We hebben de plicht om de stad die wij van vorige generaties hebben overgeërfd als een goede huisvader te beheren en door te geven aan de volgende generaties. Voldoende open ruimtes met groen en water, een gezonde lucht en beperkte lawaaihinder zijn geen vanzelfsprekendheden in een grootstad als Antwerpen en zijn blijvende aandachtspunten. We geloven als N-VA dat de technologische ontwikkeling onze voertuigen, machines, onze manier van werken, leven en ontspannen blijvend zullen verbeteren en verduurzamen. Dit is ook een verhaal van evenwicht. Leefbaarheid heeft vele aspecten, niet alleen milieuaspecten maar ook economische en sociale aspecten die samen van Antwerpen een stad maken waar het goed is te wonen, werken en ontspannen.

Antwerpen moet een stad zijn waar elke laag van de bevolking er zijn thuis wil én kan maken. We willen een diverse stad zijn in de échte zin van het woord. Daarom moeten we een grote mix van profielen (jongeren, tweeverdieners, …) aantrekken en binden aan de stad. Door een gezonde sociale mix kan de kwaliteit van het leven in de stad ook duurzaam gegarandeerd worden. Dit doen we door de stad steeds aantrekkelijker en levendiger te maken. We blijven hier verder vol op inzetten. Door samenwerkingen aan te gaan met private partijen kunnen we zorgen voor meer betaalbare woningen voor een divers publiek. Daarnaast houden we de woningen betaalbaar voor starters en geven we mensen de kans om te groeien binnen onze stad. Daarom zetten we onder meer in op alternatieve woonvormen die de afbetaling of huurprijs binnen de mogelijk houdt.

Ook de sociale huisvesting is vanzelfsprekend een pijler van ons woonbeleid. We focussen daarbij op kwaliteit en op doorstroom. Sociale woningen mogen geen eindpunt zijn, wel een springplank om op eigen benen te kunnen staan. Samen met Vlaanderen ontwikkelen we graduele instrumenten om de activerings- en promotieval te vermijden. Daarnaast actualiseren we de marktwaarde van de bestaande sociale woningen om de doorstroom naar private markt of kleinere sociale woning bij onder bewoning  te stimuleren. En uiteraard geen springplank zonder kwaliteit. Mensen moeten in een waardige en kwalitatieve woonst kunnen wonen en prioritair, in een voldoende ruime en betaalbare woning voor het gezin dat geeft mensen en vooral hun schoolgaande kinderen echt kansen die renderen voor de hele maatschappij.

Samen met de Antwerpenaar houden we onze stad proper. Sluikstort en zwerfvuil zijn symptomen van een mentaliteitsprobleem. We pakken zwerfvuil en sluikstort aan op elke front. Met een concreet strijdplan kiezen we voor een driesporenbeleid van sensibiliseren en informeren, opruimen, en voor wie niet wil horen: streng bestraffen.

We spreken iedereen aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Wie sluikstort, toont geen respect voor zijn buren en leefomgeving en al helemaal niet voor de medewerkers van de dienst stadsreiniging. We informeren en sensibiliseren elke Antwerpenaar rond ons afvalbeleid. We passen maximaal het principe van de vervuiler die betaalt toe. Antwerpen draagt actief bij aan de doelstelling om de afvalstroom te verminderen en hergebruik van afval als grondstof aan te moedigen. De stad blijft de regie voeren van het afvalbeleid.

 

ERFGOED

  • Na het stadhuis, het Steen en het Loodswezen restaureren we nu het Vleeshuis. Het Vleeshuis blijft een museum, maar krijgt wel een nieuwe publieksfunctie op het gelijkvloers. Ook voor de historische panden en tuin van Mayer van den Berg, het Brouwershuis en het Kasteel Schoonselhof worden een projecten opgestart waarbij de publieke toegankelijkheid voorop staat.
  • We blijven inzetten op de verdere restauratie van onze monumentale kerken en hun interieur.
  • De lopende projecten aan de Droogdokken en de Bourlaschouwburg worden afgerond.
  • Voor grote erfgoeddossiers, zoals die van de forten, gaan stad en het betrokken district samen actief op zoek naar middelen bij de hogere overheden. Voor de verschillende forten zorgen we voor een – waar nodig – geactualiseerd masterplan, waarvan de uitvoering gestart wordt.
  • We brengen de verhalen en het erfgoed van de fortengordels in de buitendistricten terug in het vizier. Deze stellingen moesten onze stad verdedigen en verbergen nog veel verhalen, mythes en militaire kennis. De militaire geschiedenis van Antwerpen heeft een educatieve functie en mag niet vergeten worden. Een digitaal ontsloten erfgoedroute opgebouwd van fort naar fort, van verhaal naar verhaal, is een meerwaarde voor de Antwerpenaar van nu en van de toekomst.
  • Erfgoed bescherm je door het functioneel te houden, want dan blijft het onderhouden. Het alternatief is leegstand, met uiteindelijk verloedering en hoog oplopende kosten… We zetten extra in op herbestemming. Een ‘tweede leven’ is immers de grootste garantie voor een lang leven. Daarom bekijken we ook hoe bij woningen gelegen in CHE-gebied, het renoveren wel mogelijk kunnen maken zonder veel kostelijke herstelvoorwaarden.
  • We voeren een herbestemmingstoelage in voor eigenaars die een inventarispand willen renoveren volgens de hedendaagse energienormen en toegankelijkheid. Bij een ingediend dossier, bekijken de stad en de betrokken districten of het openbaar domein rond deze panden moet worden aangepakt.
  • Discutabele beschermingen en uitzichtloze of veel te dure dossiers worden stopgezet. Beschermingen die hun betekenis of functie verloren hebben, heffen we op, zodat een andere bestemming, beter beheer of afbraak mogelijk wordt.
  • We schakelen een versnelling hoger met de herbestemming van ongebruikte kerken met respect voor de architecturale waarde van het gebouw. We gaan hierover actiever in overleg met het bisdom.
  • We blijven inzetten op herinneringseducatie bij de jongste generaties, en nemen de democratische grondwaarden van vrijheid en gelijkheid daarbij als uitgangspunt.
  • We zetten verder in op ons herdenkingsbeleid dat afgelopen legislatuur succesvol op poten werd gezet. In de volgende bestuursperiode werken we het Namenmonument aan de Scheldekaaien verder af en bouwen we het digitale namenmonument verder uit.
  • Ons funerair erfgoed in Antwerpen mag gezien worden. We zetten een campagne op om het Schoonselhof, het Père-Lachaise van de Lage Landen, breed in de kijker te zetten en een ruimere functie te geven. Het Schoonselhof is niet enkel een begraafplaats, het is ook een architecturale en groene parel die een deel van de Antwerpse geschiedenis herbergt. Daarnaast wordt de begraafplaats ook bezocht door Antwerpenaren die ademruimte zoeken en de rust van het Schoonselhof opzoeken.
  • In 2029 zorgen we – 85 jaar na de gebeurtenissen – voor een permanent, goed zichtbaar monument aan de De Keyserlei ter hoogte van de voormalige cinema Rex, ter herdenking van de meeste dodelijke V-bom die er 567 doden eiste. 
  • Onze begraafplaatsen zijn geschiedenis en historisch erfgoed. Ze zijn een enorme bron van informatie over ons verleden. Daarom zetten we verder in op de mogelijkheid om het peterschap op te nemen van oude historische graven. Daarnaast maken we de begraafplaatsdatabank publiek doorzoekbaar.
  • We vormen de Deurnese gesloten begraafplaats Sint-Fredegandus om tot een toegankelijk lokaal begraafpark met stilteplekken. We onderzoeken daarnaast welke begraafplaatsen daar nog voor in aanmerking kunnen komen.
  • Op onze actieve begraafplaatsen zetten we maximaal in op troost- en rouwplekken. We diepen de masterplannen van lokale begraafplaatsen verder uit en zorgen voor serene stilteplaatsen. We voorzien een nieuwe uitstrooiplek aan Lillo-haven.
     

STADSONTWIKKELING

  • We werken verder aan de stad van morgen binnen een nieuw strategisch ruimteplan, dat slim en ruimtelijk ambitieus is. De focus ligt daarbij op Antwerpen als levendige woonstad op maat van de Antwerpenaren. Wil de stad meer bewoners kunnen ontvangen en tegelijkertijd betaalbare woningen én veel openbaar toegankelijk groen willen garanderen zal er gericht ‘verdicht’ moeten worden.  Met andere woorden, hoogbouw is geen doel op zich maar waar het kan en past is het de beste oplossing voor woonkwaliteit en leefbaarheid.
  • De districten in het noorden en zuiden van de stad hebben nog heel wat open ruimte die een belangrijke meerwaarde is voor klimaat, waterbuffering en voor het welzijn van de inwoners. Deze open ruimte willen we zoveel als mogelijk behouden.
  • Bepaalde stadsdelen voldoen omwille van hun historisch-organische ontwikkeling niet aan de hedendaagse normen die stadsbewoners mogen verwachten op vlak van leefbaarheid, groene en open ruimte, duurzaamheid, draagkracht, ruimtelijke veiligheid en woonkwaliteit. Om zulke stadsdelen aantrekkelijk te maken voor jonge gezinnen is er nood aan een radicale make-over. We denken daarbij aan het voorbeeld van de Ten Eekhovelei in Deurne. Dat model willen we verfijnen en breder toepassen. Eigenaars in stadsdelen die daarvoor in aanmerking komen, kunnen een eerlijk bod krijgen voor hun pand. Dat kan dan plaats maken voor meer leefruimte en meer groen, of geïntegreerd worden in een groter project. Ontwikkelaars kunnen door een wedstrijd betrokken worden om deze stadsdelen een nieuwe toekomst te geven. Projecten die de beste woonkwaliteit, open ruimte en rentabiliteit opleveren, worden ondersteund. Wie wil investeren in de stad – zowel de individuele burger als de grote investeerder – moet kunnen rekenen op een klantvriendelijke, vereenvoudigde en moderne aanpak bij de behandeling van bouwvergunningen.
  • We ijveren er ook voor dat het onmogelijk gemaakt wordt dat één enkele burger omwille van particuliere belangen grote (infrastructuur)projecten kan kelderen tegen het algemeen belang in. Tegelijkertijd werken we in de stad met een nieuwe bouwcode. Die bevat minder regels en creëert tegelijkertijd meer duidelijkheid en meer vertrouwen voor wie in Antwerpen wil investeren en wonen. We slaan de Antwerpenaar niet dood met muggezifterige regels, want dat zorgt enkel voor frustratie. We streven (samen met Vlaanderen) naar een betere en efficiëntere procedure voor de verwerking van omgevingsvergunningen. Hierbij geldt het primaat van de politiek en werkt de administratie binnen het door het beleid uitgezette kader.
  • Antwerpen laat zich verder begeleiden door een Stadsbouwmeester op het vlak van stedenbouwkundige kwaliteit.
  • We vragen Vlaanderen om een oplossing te zoeken voor historische bouwovertredingen, op basis van bepaalde voorwaarden.
  • We zetten verder in op kwalitatieve stadsontwikkelingsprojecten zoals het Spoorpark, de herontwikkeling van de Arenawijk, de reconversie van de Lageweg en van de Stuivenbergsite. Het nieuwe Zuidpark – 7 hectare met 123 extra bomen en 30.000 nieuwe planten, geldt als schoolvoorbeeld van de vergroening waar we graag verder op blijven focussen. Bij grote nieuwbouwprojecten moet er steeds rekening gehouden worden met de noodzakelijke publieke voorzieningen. Deze worden mee ingepland in de ontwikkeling.
  • Onze haven én stad zijn één. De Schelde is de levensader van onze stad. We hebben met onze rug veel te lang naar de Schelde geleefd. De heraanleg van de 7km lange Scheldekaaien laat de Antwerpenaar terug met het gezicht naar het water leven.  Samen met het eveneens gerealiseerde project Zuidpark illustreren deze mooi welke impact stadsontwikkeling volgens de principes van vergroening en verblauwing kan hebben en hoe we graag verder werken. Van Droogdokkeneiland in het noorden tot Blue Gate in het zuiden van de stad zijn de Scheldekaaien stap voor stap van uitzicht aan het veranderen met onder andere groene wandelboulevards en ruimte voor sport, spel en ontspanning. Met een heuse stadsboomgaard ter hoogte van Nieuw Zuid toe. Dit huzarenstukje werken we deze legislatuur verder af en zo geven we de Schelde terug aan de Antwerpenaar. We blijven met stadsontwikkeling verder de band tussen Antwerpenaar en Schelde versterken. We bekijken hoe we de kaai tussen Blue Gate en Hoboken kunnen optimaliseren. De stad is trots op haar haven; die fierheid mag nog verder in de verf worden gezet. Initiatieven als het havenbelevingscentrum ‘Havenwereld’ die garanderen dat die fierheid ook naar volgende generaties wordt overgedragen zijn dan ook broodnodig.
  • We realiseren alle stedelijke functies (evenementen, sport, spel, ambulante handel, parkeren) en vergroening in balans met elkaar.
  • We brengen nog meer openbaar toegankelijk groen (bomen, planten, graszone … nieuwe parken) in alle districten van de stad. We kijken ook samen met de districten naar bestaande parken die een make over kunnen gebruiken om deze gezelliger en biodiverser en met meer robuust groen in te richten. Zo halen we het maximum uit het bestaande groen in onze stad.
  • Goed doordachte ingrepen in onze stedelijke infrastructuur en ons stedelijk weefsel kunnen voor een enorme meerwaarde zorgen. We pakken de omgeving van de Harmonie aan met een betere organisatie van het verkeer die voor een vlottere doorstroming van het autoverkeer, veiligere en logische fietsverbindingen en een beter georganiseerd knooppunt voor het openbaar vervoer. Die doordachte ingrepen zorgen er voor dat de drie parken – Harmonie, Albertpark, park rond het Provinciehuis – beter bij elkaar aansluiten. Zo creëren we een aangename groene en veilige verbinding tussen de omliggende wijken en een aantrekkelijke recreatieve zone. Om een vlottere afwikkeling van het verkeer in de buurt te organiseren via de Grotesteenweg, maken we die terug dubbelrichting.
  • In Ekeren ligt er een verborgen groene parel van Antwerpen, namelijk domein Muisbroek. Hier heeft Antwerpen een grote trekpleister als internationaal bekende duikplaats in de putten van Ekeren, kan je wandelen in het naastgelegen natuurgebied, hebben vele mensen een volkstuintje, … Deze site heeft echter nog veel meer potentieel voor dagrecreatie. We maken werk van een algemene visie voor de uitbouw van het domein Muisbroek en zorgen voor meer recreatieve mogelijkheden met respect voor de natuur.
  • We richten een stadsgroenfonds op, waarmee we als stad gronden kunnen opkopen om zo meer groen in een buurt te kunnen realiseren. Bijdragen aan dit fonds kunnen passen binnen de voorwaarden die de stad onder de noemer stedelijke ontwikkelingskost oplegt aan een ontwikkelaar. Als een ontwikkelaar door hoger of meer te kunnen bouwen een meerwaarde kan realiseren, moet een deel van die meerwaarde door de stad kunnen gerecupereerd worden om meer toegankelijk groen in en voor de stad te kunnen realiseren. Als we meer mensen en meer groen in een leefbare stad willen, moeten we omhoog bouwen.
  • We maken de stad verder bestand tegen wateroverlast en spelen slim in om momenten van droogte te kunnen opvangen door het inrichten van onder andere ondergrondse wateropvang, wadi’s voor natuurlijke infiltratie.
  • Antwerpen heeft een rijke geschiedenis van stedelijke transformaties. Met de realisatie van het ambitieuze Ringstad-programma schrijven we misschien wel het meest spectaculaire hoofdstuk binnen stadsontwikkeling. Deze Ringstad zal samen met de Ringparken die hun ontstaan danken aan de infrastructuurwerken van Oosterweel, het Toekomstverbond en de gedeeltelijke overkapping van de Ring, binnen- en buitenstad organisch verbinden. De enorme infrastructuurwerken waarmee de Antwerpenaar geconfronteerd wordt levert hem uiteindelijk veel meer wijk- en buurtgroen op en verhoogt de marktwaarde van zijn woning.
  • We zetten verder in op de vergroening van speelplaatsen in scholen. Om tijdelijk buurt- en afkoelingsgroen te creëren bekijken we samen met de Antwerpse scholen waar we speelplaatsen kunnen openstellen tijdens schoolvakanties en na de schooluren voor georganiseerd jeugdwerk, sport- en buurtverenigingen.
  • Zoveel mogelijk Antwerpenaren moeten kunnen genieten van ons publiek groen. We maken ons stedelijk groen breder toegankelijk. Ook de voorzieningen blijven we verbeteren met meer zitbankjes, vuilnisbakken, etc. Waar mogelijk koppelen we bestaande parken slim aan elkaar.
  • We onderzoeken de mogelijkheden om  toegankelijke dakparken in te richten op de daken van stedelijk patrimonium in wijken waar er op straatniveau weinig groenaanbod is.
  • We koesteren onze Antwerpse volkstuinen. Ze dragen bij aan onze biodiversiteit, zorgen voor groen en vervullen daarenboven ook nog eens een belangrijke sociale functie. In samenwerking en overleg met de volkstuinen bekijken we naar mogelijkheden om bepaalde delen breder toegankelijk te maken. Daarnaast bekijkt de stad ook of hier nog meer ruimte voor voorzien kan worden.
  • De Stad gebruikt perceeltjes in stadseigendom of koopt perceeltjes aan om kleine parkjes te creëeren.  Deze parkjes zijn afsluitbaar en enkel overdag open (winter- en zomeruren) en zijn vooral bedoeld als groene rustplekjes in de stad. We bekijken hoe we het beheer kunnen delen met buurtvrijwilligers, gelijkend op de afspraken met de volkstuinverenigingen.
  • Wij passen ons bomenbestand aan de klimatologische veranderingen aan. De combinatie van klimaatbestendige groeiplaatsen met klimaatbestendige bomen zorgt ervoor dat het Antwerpse bomenbestand ook in de toekomst de klimaatverandering kan weerstaan.
  • We zetten ons beleid met betrekking tot groendaken en verticaal groen verder. Bij elke stadsvernieuwing bekijken we de mogelijkheden om een verticale vergroening toe te passen zowel op stads- als kantoorgebouwen.
  • Waardevolle natuur in een stedelijke context moeten we koesteren en behouden voor de toekomst. We werken samen met partners verder aan het goed beheer en toegankelijkheid van onze stedelijke natuurgebieden.
  • Natuur in een stedelijke omgeving staat vaak onder druk. We zetten ten volle in op de kwaliteit van onze stadsnatuur. We bekijken hoe en waar we bestaande stedelijke groen kunnen verrijken opdat zoveel mogelijk natuurwaarde ontstaat en hoe we nieuwe kwalitatieve natuur in onze stad kunnen brengen.
  • Met het Natuurhuis Brialmont brengen we doorgedreven natuureducatie naar de Stad. Antwerpse scholen moeten voortaan niet meer op de bus naar Kalmthoutse Heide voor natuureducatie, maar kunnen hiervoor terecht in de stad.
  • Luchtkwaliteit blijft een aandachtspunt. De voorbije jaren is die reeds aanzienlijk verbeterd al is er nog ruimte voor verbetering. De Europese normen zijn onze richtlijn.
  • We gaan verder met het uitrollen van warmtenetten waar zij op efficiënte wijze de industriële restwarmte kunnen herbenutten, dit in harmonieuze samenwerking met het Havenbedrijf en de Vlaamse overheid.
  • Antwerpen bezit een unieke positie als havenstad. We bekijken hoe we de industriële restwarmte kunnen benutten voor ‘buren’ als alternatieve energiebron die zowel duurzaam als rendabel kan zijn.
  • We bekijken zonder taboes ook andere vormen van duurzame brandstoffen. Walstroom voor de schepen die Antwerpen aandoen, onderzoek naar de mogelijkheden van waterstof en andere brandstoffen behoren daartoe.
  • Geluid is een permanent gegeven in een grootstad. Door innovatieve ingrepen willen we geluidsoverlast waar mogelijk aanpakken. Geluidswerende en maskerende maatregelen zoals groeven in de asfalt, fonteinen ed. worden getest en gestimuleerd. Daarnaast brengen we de bestaande stilteplekken in de stad in beeld via stiltekaarten.
  • De aanleg van de parken in de Ring zullen gepaard gaan met heel wat geluidswallen en -muren, die de geluidsoverlast van het wegverkeer in de aangrenzende stadsdelen aanzienlijk moet verbeteren. Zo zullen onder andere ringpark de Groene Vesten en Park Brialmont hiertoe bijdragen.
  • We blijven pleiten bij het Vlaams Gewest voor meer en betere geluidsschermen voor onze woonwijken die grenzen aan bestaande snelweginfrastructuur die ook een oplossing bieden voor de inbraakgevoeligheid.
  • We zorgen voor een duurzame en veilige oplossing voor de verwerking van ons Antwerps afval. Hierbij wordt de toekomst van de intercommunale ISVAG verzekerd en gaan we geen taboes uit de weg.
  • We informeren verenigingen voor mede-eigenaars over het realiseren van de renovaties die nodig zijn voor isolatie en andere energie optimaliserende maatregelen zoals het toelaten van verticale zonnepanelen, het plaatsen van laadpalen...
     

STADSPATRIMONIUM 

  • We gaan verantwoordelijk om met het vastgoed dat we in het kader van ondersteuningsbeleid ter beschikking stellen en rollen dit verder uit. We stellen enkel ter beschikking wat geschikt is voor de beoogde functie en waarvoor de nodige budgetten voorradig zijn.
  • We focussen ons op stedelijke kerntaken. Wat de privé beter doet, laten we met veel plezier over aan de privé. Er mag geen taboe zijn om historische gebouwen te vermarkten. Er zijn talrijke goede voorbeelden: Botanic Sanctuary, Handelsbeurs, Groen Kwartier.  Ook voor de toekomst van Stuivenberg moeten we durven kijken naar private partners.
  • Door de verkoop van vastgoed dat niet noodzakelijk is voor de stad verminderen we niet enkel onze onderhoudslast, maar genereren we ook middelen voor het Vastgoedfonds die we kunnen aanwenden om de onderhoudsachterstand in te halen.
  • We brengen en houden de onderhoudsconditie van het patrimonium op peil en maken ons vastgoed klimaat-neutraal in 2050.
  • We zetten ons beleid rond groendaken en verticaal groen verder. De vergroening van Den Bell is hiervan een mooi voorbeeld. Groendaken en verticaal groen dragen bij aan de biodiversiteit en de schoonheid van onze stad, ze zorgen voor verkoeling en vangen water op. Waar mogelijk combineren we dit met zonnepanelen op stadspatrimonium.
  • We zetten ons stedelijk vastgoed in als hefboom voor gebiedsontwikkeling.
  • Per district bekijken we hoe we stedelijke activiteiten en verenigingen (zoals sportclubs of seniorenwerking) kunnen concentreren in kwalitatief vastgoed. Daardoor zien we erop toe dat het eigen patrimonium multi-inzetbaar is uitgerust zodat het slim en snel op ontstane noden kan inspelen en gedeeld gebruikt kan worden.
  • AG Vespa verwezenlijkt het grond- en pandenbeleid van de stad, binnen een algemene ontwikkelingsvisie op wijken en buurten. Het koopt leegstaande, verwaarloosde of omgevingsverstorende panden op om die als kwaliteitsvolle wooneenheden of ondergeschikte winkeleenheden terug op de markt te brengen. De ontwikkelingen die AG Vespa uitvoert, zijn steeds complementair aan de private sector. In geen geval zal AG Vespa in de plaats van de reguliere private markt treden.
     

WONEN 

  • We stimuleren de private markt die kwalitatief woonaanbod wil bij creëren in onze stad. Een groter aanbod zet een neerwaartse druk op de prijzen en zorgt zo voor meer betaalbaar wonen.
  • We baseren ons woonbeleid op een succesvolle wooncarrière, dit van zowel de huidige als toekomstige Antwerpenaren. Net zoals in ons sociaal beleid, creëren we een opwaartse mobiliteit zonder ons rijke sociale woningenpatrimonium te laten vervallen tot transitiewijken of doorgangswijken. Hierbij kunnen Antwerpenaren wonen en doorstromen naar gepaste woningen naargelang hun mogelijkheden, leeftijd, draagkracht, noden en verzuchtingen. Dit evenwicht versterkt leefbaarheid en lokale binding.
  • Om Antwerpen leefbaar te houden streven we naar een evenwichtige sociale mix. Om hieraan bij te dragen, moet er bij elke nieuwe ontwikkeling aandacht zijn voor voldoende kwalitatieve en betaalbare woningen voor gezinnen uit de middenklasse.
  • We willen eengezinswoningen beschermen. Het opsplitsen van familiewoningen in steeds kleiner wordende woningen willen we tegengaan. Gezinnen moeten nog steeds een betaalbare woning in de stad kunnen vinden.
  • We leggen een woningmix op bij grotere bouwprojecten, dit om voldoende diversiteit in ons woningaanbod te bewaren en creëren. We streven naar voldoende grondgebonden woningen om Antwerpenaren in  te huisvesten.
  • Met de realisatie van de Fierensblokken konden we zo 122 Antwerpse starters en gezinnen een betaalbare woning aanbieden. We onderzoeken hoe we de privésector kunnen betrekken om bij dit model het aanbod van betaalbare woningen te vergroten. We evalueren het beleid rond ‘woningdelen’ of ‘co-living’ zodat dit een kwalitatieve aanvulling op het aanbod betaalbaar wonen vormt. Ook kan dit dienen als instrument in de bestrijding van leegstand van panden die moeilijker te herbestemmen zijn. Naast het meest klassieke concept, kan co-living ook verschillende andere vormen aannemen. Denk aan het VillaVip-project waarbij volwassenen met een beperking samenwonen in co-living met een zorgkoppel. De stad blijft dergelijke gemeenschapsvormende woonmodellen ondersteunen. We maken hiervoor zoveel mogelijk gebruik van het Vlaams model van geconventioneerd huren en stimuleren privépartijen om dat ook te doen.
  • Voor sommige gezinnen, alleenstaanden of starters is het moeilijk om meteen een eigen huis te kopen of te huren. Daarom blijft de stad experimenteren met verschillende woonmodellen om het aanbod aan betaalbare woningen te vergroten. Zo onderzoeken we onder meer het systeem van woonrechtcertificaten. Hierbij wordt er geen eigendom overgedragen en kunnen allerhande kosten zoals registratierechten of notariskosten uitgespaard worden. Ook formules met gebruik van een erfpacht waarbij de grond stadseigendom blijft en woningen gebouwd worden door een private partner kunnen de kosten besparen.
  • De stad evalueert het proefproject van de Vlaamse overheid met het systeem van wooncoöperatie in de Arenawijk. Dit is een vorm van collectieve eigendom waarbij de deelnemende gezinnen aandelen hebben in een woning en deze samen onderhouden en beheren. Zo kunnen deze mensen of gezinnen wel investeren in een eigen woning en worden ze niet verwezen naar het sociale woonaanbod. 
  • De woonmaatschappij Woonhaven Antwerpen is het unieke en laagdrempelige aanspreekpunt voor mensen die in aanmerking komen voor een sociale huur- of koopwoning, een betaalbare huurwoning of sociale kredietbemiddeling. Woonhaven Antwerpen ondersteunt en begeleidt hen naar een betaalbare en kwaliteitsvolle woning op maat van hun behoeften.
  • De toewijzingsvoorwaarden voor sociale huisvesting worden uiterst strikt toegepast, gecontroleerd en opgevolgd. Fraude, zoals het verzwijgen van onroerend bezit in binnen- of buitenland, domiciliefraude, onderverhuring van een sociale woning, identiteitsfraude, enz. wordt in geen enkele vorm getolereerd en wordt streng bestraft. Antwerpen is pionier in het fraudeonderzoek, in het bijzonder wat betreft onrechtmatig verkregen sociale woningen, en we zetten die strijd onverkort verder. Het is verwerpelijk en asociaal dat mensen het sociaal systeem en de solidariteit van de gemeenschap misbruiken en tegelijk kansen ontnemen van mensen die echt hulp nodig hebben. Daarnaast blijven we periodiek evalueren of de gezinsgrootte van een sociale huurder nog in overeenstemming is met het type woning dat deze betrekt. Woonhaven controleert periodiek of haar huurders nog voldoen aan de inkomstenvoorwaarden van een sociale woning.
  • Asociaal gedrag en overlast zoals sluikstorten, geluidsoverlast, criminaliteit, enz. worden snel en kordaat aangepakt. Van wie gebruik maakt van onze voorzieningen vragen we een minimum aan respect. Het systeem van ‘gemeentelijke administratieve sancties’ wordt voor dergelijke overlast consequent toegepast én uitgebreid. Ook bepaalde medewerkers van Woonhaven zullen GAS-bevoegdheid krijgen. Mensen die hun gebouw systematisch onleefbaar maken gaan er onverbiddelijk uit. Ze verliezen hun sociale woning en worden uitgesloten van sociale huisvesting in de toekomst.
  • Ook voor betaalbare woningen geven we voorrang aan Antwerpenaren die in onze stad een knelpuntberoep uitoefenen en die een band hebben met de stad.
  • Deze voorrangsregels voor sociaal en betaalbaar wonen worden gecontroleerd en gehandhaafd. Door strenger te handhaven creëren we ruimte voor mensen die recht hebben op deze woningen. We passen het toewijzingsreglement in deze zin aan.
  • Bij nieuwe ontwikkelingen realiseren we verhoudingsgewijs ook bijkomende sociale en betaalbare woningen. In wijken waar er vandaag al verhoudingsgewijs veel sociale woningen zijn, komt er geen nieuw aanbod bij. Het bestaande percentage aan sociale huisvesting in de stad blijft in de toekomst gehandhaafd. Waar mogelijk wordt eerder gekozen voor kleinschalige sociale woningprojecten dan voor grote complexen met veel bewoners. Zodat we niet alleen inzetten op betaalbaarheid, maar ook op evenwichtige spreiding en sociale mix.
  • De renovatie van ons bestaand Woonhaven-patrimonium is een absolute topprioriteit. We hebben de kentering de voorbije jaren ingezet. We zetten deze inspanning verder en focussen vooral op het renoveren van sociale woningen in plaats van er alleen maar bij te bouwen. Woonhaven wil en moet mensen kwalitatieve woningen kunnen aanbieden. Het is onaanvaardbaar dat sociale huurders meer zouden betalen aan pakweg een verwarmingsfactuur dan aan de huur. Gezien de bestaande wachtlijsten, waken we erover dat renovatiewerken snel vooruitgaan. Bij renovatiewerken zorgen we ook voor een aanbod aan aangepaste en toegankelijke woningen.
  • Sociale huurders hebben recht op een goede dienstverlening, ook dat bevordert de leefbaarheid. Woonhaven garandeert een snelle tussenkomst bij technische mankementen. Huurgeschillen na betalingsproblemen worden in samenwerking met het OCMW aangepakt.
  • In onze strijd tegen leegstand en de sociale woningnood, blijven we eigenaars aanmoedigen om via het systeem van ‘huurzorgbeheer’ hun woning via de woonmaatschappij te verhuren. De woonmaatschappij voert de nodige renovatiewerken uit en verhuurt de woning op de sociale huurmarkt. Eigenaars worden op die manier ‘ontzorgd’ en zijn verzekerd van een inkomen, ook al wordt het pand een tijd niet verhuurd. Zo verhogen we het aanbod van woningen aan sociale huurtarieven.
  • Leegstand, verwaarlozing en verkrotting worden actief aangepakt. Asociaal gedrag van eigenaars, wat zorgt voor verloedering van een buurt, tolereren we niet. Dit onder andere met een jaarlijkse verhoging van de heffing voor de betrokken panden, via leegstands- en/of belasting op verwaarlozing of via renovatiepremies. Tegelijkertijd besteden we de controles die nodig zijn voor het bekomen van een conformiteitsattest voor ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen uit aan externe partners. Zo kan een groter aantal woningen in kortere tijd gecontroleerd worden.
  • We zorgen voor een ruimer aanbod betaalbare aangepaste woningen voor senioren en voor mensen met een beperking, met de juiste zorg in de directe omgeving. We stimuleren hiertoe ook de private markt met onder meer de instrumenten zoals de wedstrijd ‘vernieuwende alternatieve woonvormen’.
  • We zetten, complementair aan acties van andere overheden, in op sensibiliseringsacties in het kader van preventieve veiligheidsmaatregelen. Denk bijvoorbeeld aan asbest, brandveiligheid, CO-vergiftiging, etc.
  • We blijven inzetten op de renovatie en verduurzaming van onze Antwerpse woningen en zorgen ervoor dat renoveren mogelijk wordt zonder dat huizen onbetaalbaar worden. We vragen de hogere overheden om bij beleid rond de renovatie en duurzaamheid rekening te houden met de stedelijke context.
     

PROPERE STAD

  • De verantwoordelijke van foutief aangeboden huisvuil (te laat/vroeg op straat gezet, verkeerd gesorteerd, geen correcte zak,…) wordt passend aangesproken en gesanctioneerd. De dienst stadsreiniging ruimt gemeld sluikstort binnen de 24 uur op, ook tijdens weekends en op feestdagen. We weten namelijk dat sluikstort bijkomend afval aantrekt. Het meldingskanaal voor sluikstort wordt beter bekend gemaakt. We willen elke Antwerpenaar mee ambassadeur maken van een propere stad.
  • De automatische beeldherkenning in onze meldingsapplicatie rollen we verder uit. Op die manier komen sluikstortmeldingen meteen terecht bij de juiste stadsdienst en kan er zo snel mogelijk gereageerd worden.
  • Voertuigen van de stad worden uitgerust met een nieuwe generatie camera’s die objecten kunnen scannen en herkennen. Op die manier zijn we minder afhankelijk van meldingen en kunnen we proactief meer sluikstort ophalen.
  • Vandaag rijden er in Antwerpen zo’n 125 zwerfvuilzuigers rond, geen enkele andere grootstad doet ons dit na. Deze machines verlichten het werk van onze medewerkers en zijn de ideale bondgenoot tegen moeilijk op te ruimen zwerfvuil zoals peuken. We breiden deze effectieve dienstverlening uit.
  • Per stuk zijn peuken het grootste zwerfvuilprobleem. Hiertegen worden alle middelen ingezet. We vragen rokers om hun burgerzin te tonen en voorzien als stad voldoende peukenvuilbakken.
  • Onze recyclageparken zijn gebruiksvriendelijk en toegankelijk, ook buiten de reguliere werkuren. We behouden het afsprakensysteem zodat niemand nog oeverloos in de rij moet staan wachten. Voor de Antwerpenaar die nood heeft aan iets meer flexibiliteit, blijven we één vrije inloopdag per week voorzien.
  • De mobiele recyclagepunten zijn een groot succes, elke werkdag stond er zo eentje in Antwerpen. We verdubbelen de capaciteit van onze mobiele recyclagepunten en we verhogen daarmee ook de frequentie.
  • GFT-afval komt vaak onnodig in de restafvalzak terecht. We stimuleren een hoger gebruik van de groene vuilniszakken en containers. Daarnaast blijven we samenwerking met buurgemeentes zoeken om compost aan te kunnen bieden aan de Antwerpenaar.
  • Afhankelijk van de lokale situatie, kiezen we voor het systeem van sorteerstraten dan wel van de huis-aan-huisophaling. Het is niet zo dat één systeem per definitie het beste werkt voor het volledige Antwerpse grondgebied. De stad gaat de ondergrondse sorteerstraten niet systematisch verder uitbreiden over het hele grondgebied.
  • We stroomlijnen de voorwaarden om sorteerstraten te plaatsen en durven ook beslissen om bestaande sorteerstraten te verwijderen wanneer ze niet optimaal renderen.
  • We zetten technologie en innovatie in om onze dienstverlening te optimaliseren. Onze openbare vuilnisbakken worden verder uitgerust met vullingsgraadsensoren zodat ze tijdig leeggemaakt kunnen worden. Ondergrondse afvalcontainers voorzien we van een stanksensor, zo kunnen containers tijdig schoongemaakt worden wanneer nodig.
  • Geen vuilnisbak zien is nooit een excuus om zwerfvuil achter te laten. Om dit nepargument helemaal in de kiem te smoren, steken we onze vuilnisbakken op drukke plekken in een speciaal kleurtje met ‘glow-in-the-dark’ verf. Zo vindt de Antwerpenaar zelfs ’s nachts zijn weg naar de vuilnisbak.
  • Reclamebladen verdwijnen vaak rechtstreeks in de vuilnisbak zonder gelezen te worden, of nog erger en ze belanden op straat in de vorm van zwerfvuil. Om hier een halt aan toe te roepen, keren we de logica van de nee-sticker waarbij aangegeven wordt geen reclame te willen ontvangen om. Wie geen reclame wil, doet niets meer. Wie wel reclame wil, kleeft een ja-sticker op de brievenbus of dit wordt georganiseerd via een digitale aanvraag.
  • In samenwerking met lagere en secundaire scholen organiseren we themalessen over de werking van onze dienst stadsreiniging en hoe ons afvalbeleid in elkaar zit. We stimuleren klassen om mee zwerfvuil te gaan opruimen. Hetzelfde geldt voor jeugd- en sportverenigingen.
  • In onze stad hebben we duizenden straatvrijwilligers, we koesteren hen. We blijven hen ondersteunen met raad en daad. We reiken ook de hand naar Antwerpse ondernemers en bedrijven om de handen in elkaar te slaan en ons straatvrijwilligerslegioen zo nog meer slagkracht te geven.
  • We blijven inzetten op vernieuwende en schone technologieën voor de aandrijving van onze stedelijke vloot waar mogelijk. Daarbij zetten we maximaal in op elektrificatie en bekijken we hoe technologieën zoals CNG, waterstof, etc. ons kunnen helpen om zo snel mogelijk af te geraken van fossiele brandstoffen. Onze eerste huisvuilwagens op waterstof zijn hiervan een voorbeeld. We maken onze Antwerpse vloot toekomstbestendig.
  • We informeren en kijken toe op een schone en aantrekkelijke stad door ondernemers van uithaalvoedingszaken aan te moedigen om tijdens de openingstijden een afvalbak buiten hun zaak te plaatsen. Deze maatregel is gericht op het direct aanpakken van zwerfvuil dat vaak voortkomt uit consumptie bij nabijgelegen handelszaken. Door ondernemers te betrekken bij het schoonhouden van hun directe omgeving, streven we naar een vermindering van afval op straat en een verhoogd bewustzijn van de impact van afval op de openbare ruimte.
  • We zetten verder in op degelijk en regelmatig groenonderhoud. Onze straten en plantsoenen moeten er netjes bij liggen. We breiden het aantal middelen en mensen uit om de verwijdering van onkruid op verharding nog kordater aan te pakken. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid om samen te werken met personen die gemeenschapsdienst vervullen, om onze groenonderhoudsteams te versterken. Wij zorgen ervoor dat het openbaar domein er elk seizoen proper bij ligt. De stad geeft het goede voorbeeld van groenonderhoud en appelleert aan de burgerzin van eenieder om hetzelfde te doen met diens groen. We zorgen ervoor dat het onderhoud uitgevoerd wordt met voldoende kennis over de bewust geplante planten en onkruid. We dringen ook aan bij andere overheden om hun plantsoenen en bermen deftig te onderhouden.
  • Ook in ons groenonderhoud zetten we maximaal in op technologische vooruitgang en innovatie. Zo bekijken we de mogelijkheden om drones in te zetten bij boomcontroles.
  • We stappen voor onze parken en bossen mee in de ‘Laat ze liggen’-campagne waarbij we al dan niet verhakselde bladeren en stammen in het groen laten liggen waar mogelijk. Zo creëren we gratis humus die water kan vasthouden en zorgen de gevallen bladeren voor een winterverblijf voor allerlei dieren.
  • In de herfst zullen we ervoor zorgen dat de straten, fiets- en voetpaden veilig en toegankelijk gehouden worden. Bladeren worden tijdig opgeruimd.
  • Op verschillende plaatsen in de stad woedt de Japanse duizendknoop, een invasieve plant die andere planten wegconcurreert en schade aanricht aan gebouwen en infrastructuur. De plant groeit gemakkelijk door beton, leidingen en wegen heen, en is erg moeilijk uit te roeien. Als duurzame oplossing hiertegen, zetten we een kudde schapen in die de plant weg grazen.

BRUISENDE STAD

Antwerpen beleven, dat doen we allemaal. Van jong tot oud, iedereen vindt zijn gading in de verschillende evenementen, de cultuur-, sport- en jeugdorganisaties die onze stad rijk is. We zijn dan ook trots en dankbaar voor iedereen die hier mee zijn schouders onder zet. De stad moedigt elke Antwerpenaar aan om deel uit te maken van deze acties en activiteiten, die onze stadsgemeenschap mee vorm geven. Evenementen kleuren onze stad. Ze zorgen voor ontspanning en vinden plaats in harmonie met de bewoners van onze stad.

Mens sana in corpore sano. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Sport is fijn, gezond en brengt je tal van fysieke voordelen. Er zijn echter nog meer positieve effecten aan sporten en bewegen dan een betere gezondheid. Van sporten gaat ook een grote emanciperende kracht uit. Met programma’s als ‘sport+’ laten we  bijvoorbeeld probleemjongeren terug aansluiting vinden met de maatschappij, integreren we kansengroepen en laten we mensen met een beperking boven zichzelf uitstijgen. 

We sporten dus niet enkel voor de sport. Het gaat óók over gezondheid, persoonlijke ontplooiing en samenhorigheid. Sport brengt mensen samen en is een krachtig middel voor sociale inclusie. Sport vindt plaats in een veilige, heel concrete en gewoon ook fijne sportieve context, met veel aandacht voor interactie en duidelijke taal. We zetten dan ook bewust in op taaloefenkansen tijdens het sporten.

Een stad komt pas volledig tot ontwikkeling en in beweging als er ook voldoende aandacht en ruimte is voor de ‘versporting’ van de stad. We koesteren de herinnering aan de VIIe, Antwerpse Olympiade. De voorbije jaren hebben we als stad een stevige inhaalbeweging gemaakt op het vlak van sportinfrastructuur en sportstimulering. Ook de komende jaren willen we als Sporthoofdstad van Vlaanderen een voortrekkersrol blijven spelen en nog méér Antwerpenaren aan het sporten en bewegen krijgen én houden.

We komen met onze culturele identiteit naar buiten. We zijn fier en tonen iedereen die naar Antwerpen komt wie of wat we zijn en waar we voor staan. We hebben een rijke cultuurgeschiedenis en daar mogen we best trots op zijn en regelmatig eens mee uitpakken.

Tegenover het elitair cultuurpessimisme plaatsen wij actief burgerschap en een fundamenteel geloof in de vooruitgang. Antwerpen heeft alle troeven in handen om terug een gouden eeuw te creëren, ook op cultureel gebied.

Antwerpen heeft de afgelopen jaren al een aantal mooie dingen gerealiseerd op cultureel gebied. Met deze ervaring en niet gebonden door het verleden. We maken voldoende middelen vrij om snel te ageren op nieuwe initiatieven. Tenslotte moet de stad binnen de vooropgestelde doelstellingen zoveel mogelijk stimuleren en faciliteren en zo weinig mogelijk zelf een actor willen zijn.

Onze jongeren zijn onze toekomst, die willen we alle kansen bieden om zich te ontplooien in onze stad van morgen. Op economisch gebied bijvoorbeeld, omdat de jeugd van nu de beroepsbevolking van straks is. Op maatschappelijk vlak brengt deze groei tal van mogelijkheden maar ook uitdagingen met zich mee. Daarom zetten we in op een alomvattend beleid voor de kinderen en jongeren in onze stad. Want in een stad waar kinderen en jongeren hun talenten optimaal kunnen ontplooien, groeien ze uit tot open en zelfredzame burgers die positief bijdragen aan de samenleving.

Kinderen en jongeren zijn sterk aanwezig in het Antwerpse straatbeeld. We zetten in op het creëren van voldoende fysieke en mentale ruimte voor alle kinderen en jongeren zodat ze zich in hun vrije tijd kunnen ontspannen en ontplooien.

 

EVENEMENTEN

  • Voor evenementen zijn twee dingen belangrijk:
    • we versterken onze feesten en tradities en dus ook ons stedelijk weefsel;
    • we zorgen ervoor dat mensen van buiten de stad naar het evenement komen en creëren zo een meerwaarde voor de stad op toeristisch, economisch en inclusief vlak.
  • We koesteren onze tradities en feesten. Evenementen moeten Antwerpenaren doen genieten, in het centrum én de districten. Evenementen moeten toegankelijk en laagdrempelig zijn. Evenementen moeten verbinden in gemeenschappelijke waarden en onze rijke cultuur en verleden aan bod laten komen. Anderzijds kunnen ze bezoekers ook nieuwe, verrassende aspecten van de stad laten ontdekken.
  • Evenementen zoals de Zomer en Winter in Antwerpen, het Bollekesfeest, Vlaanderen feest op 11 juli, de intrede van de Sint, 85 jaar bevrijding in 2029, de 10 Miles, de Ronde van Vlaanderen, het Gansrijden, het Carnaval in Ekeren, de Geitestoet, de jaarmarkt in Borsbeek, de Reuzenstoeten en de Sinksenfoor blijven de sterkhouders van ons beleid. Ook in de districten trachten we ondernemers warm te maken om zich voor evenementen te engageren.
  • We faciliteren de beiaardconcerten in de zomer en bekijken waar we deze kunnen koppelen aan bestaande sterkhouders zoals de Bollekesfeesten, de Winter in Antwerpen met onder andere de kerstmarkt en Zomer van Antwerpen. We maken de concerten bekend bij het brede publiek zodat de Grote Markt steeds meer een plek van samenkomen wordt.
  • We organiseren, faciliteren en verwerven positionerende en gemeenschapsversterkende evenementen zoals The Tall Ships Races in 2026 en 2030, het EK 3x3 basketbal in 2026, het EK Futsal waarbij alle gemeenschappen worden betrokken, een Dartsevenement, een Grote wielerronde in 2030, een grootschalig culinair evenement dat de opening van het Vlaams Culinair Centrum viert, een E-sports evenement/beurs en een nieuw Urban evenement. We stellen ons kandidaat om gaststad te zijn van Eurogames. Dit internationaal sportevenement van de LGBTQI+ gemeenschap brengt een sportieve en positieve sfeer naar onze stad.
  • We vieren elke belangrijke stap die in De Grote Verbinding wordt afgewerkt, met een groots evenement of volksfeest. We zoeken originele manieren om de Antwerpenaar als eerste een afgewerkt deel te laten ontdekken.
  • De Stad faciliteert samen met de geïnteresseerde productiehuizen de zoektocht naar een nieuwe overdekte locatie voor 3000-5000 personen in of aan de rand van de Stad waar populaire musicalproducties, optredens, concerten en events kunnen doorgaan.
  • We zorgen voor een goede spreiding van evenementen en pakken overlast en afval aan. Organisatoren van evenementen worden goed opgevolgd en wie zich niet aan de afspraken houdt, wordt geweerd. We handhaven de locaties voor evenementen volgens het ‘Agent of Change’-principe. We willen met andere woorden de bestaande evenementenlocaties behouden.
  • Iedereen moet zich veilig kunnen voelen op evenementen. Daarom zorgen we ervoor dat mensen die belaagd worden of zich onveilig voelen op de stedelijke evenementen, steeds terecht kunnen in een veilige plek. Die kan ingericht worden bijvoorbeeld bij de EHBO.
  • Bij de verdere positionering van Antwerpen als culinaire wereldstad gaan we actief op zoek naar verborgen parels binnen de diverse gemeenschappen om aan te sluiten bij bestaande initiatieven als smaakmeesters, Antwerpen proeft, …
  • Antwerpen faciliteert evenementen van lokale verenigingen, bewoners en ondernemers in harmonie met de bewoners in de buurt. Steeds met respect voor de inzet van de vrijwilligers. Dit doen we door onder andere voldoende feestmaterialen zoals tafels, stoelen, tenten… gratis te beschikking te stellen aan verenigingen en niet-commerciële organisatoren.
  • De stad onderzoekt actief een aantal mogelijke locaties om uitgaansinfrastructuur te realiseren binnen de nieuwe ringparken die worden gerealiseerd binnen de Grote Verbinding. Dat kan gaan van clubs, tot locaties die verhuurd kunnen worden, tot plekken waarin in de zomer zomerbars/cultuurevenementen/… kunnen plaatsvinden.
     

CULTUUR

  • In Antwerpen komen Meesters uit heden en verleden elkaar tegen. We zijn fier op wat ons vooraf ging en zijn nieuwsgierig naar wat er op ons pad zal komen. Het cultuuraanbod in de stad nodigt uit om te beleven en prikkelt de verbeelding van elke Antwerpenaar. In onze stad is er voor elk wat wils, gaande van meesters uit de Gouden eeuw tot hedendaagse performers, van amateurkunstenaars tot grootse operaproducties. Het culturele aanbod in onze stad ontstaat niet zomaar. Het ontstaat vanuit de grote en kleine culturele instellingen, de culturele centra, musea, bibliotheken, galerijen en individuele kunstenaars. Daarnaast maken we een monumentaal statement met beeldcultuur in de openbare ruimte om internationale belangstelling te creëren voor onze stad.
  • De culturele sector moet zichzelf blijven uitdagen om maximaal zelfredzaam te zijn, subsidies zijn geen verworven recht en allerminst vanzelfsprekend. De steun van de stad Antwerpen is een katalysator om meer en andere investeringen aan te trekken. Gebruik maken van aanvullende financieringsbronnen en eigen inkomsten is cruciaal. De stad Antwerpen wil daarin faciliteren en een voortrekkersrol spelen. Cultureel ondernemerschap wordt een bepalende voorwaarde voor wie vanwege de stad financiële ondersteuning wil ontvangen.  We maken komaf met de manier waarop we het culturele veld subsidiëren. Cultuursubsidies moeten correct aangevraagd, toegekend, gebruikt en verantwoord worden. Het huidige subsidiebeleid wordt volledig herbekeken en we sluiten nieuwe overeenkomsten af in een systeem waar instroom van nieuwe organisaties en uitstroom van bestaande organisaties mogelijk is.
  • Onze bibliotheken zijn de meest toegankelijke bron van verbeelding en verbinding. Leesplezier staat hier voorop want alles begint bij graag lezen. Wie graag leest, zal ook goed kunnen lezen en dat is een cruciale vaardigheid om deel te nemen aan onze maatschappij. Van een gesprek met de buurman of buurvrouw tot een sollicitatie: het Nederlands is de sleutel tot integratie, tot de arbeidsmarkt en een hechte samenleving. Een sterk en eigentijds aanbod ontsluiten op maat van elke Antwerpenaar, jong én oud, blijft prioriteit nummer één.
  • We onderzoeken of in de bibliotheken en academies, de literatuur, schilder- en beeldhouwkunst elkaar kunnen bestuiven door het gebruik van dezelfde fysieke ruimtes. Daarnaast bekijken we of meer gedeeld ruimtegebruik ook mogelijkheden biedt voor het deeltijds kunstenonderwijs en de culturele centra.
  • Het BIB-plan was het uitgangspunt. We blijven die weg bewandelen en zorgen ervoor dat het stedelijk netwerk van bibliotheken zich blijft heruitvinden met een aanbod op maat waarbij de lezer centraal staat. Een innovatieve manier om de bibliotheek terug aantrekkelijk te maken, is het uitwerken van een online platform waar verschillende boeken, dvd’s, educatief materiaal gedigitaliseerd worden. We voorzien het online platform ook van een auditieve ervaring, waarbij het materiaal voorgelezen kan worden.
  • Het succesvolle systeem van de digitale bibs wordt verder uitgebreid over het Antwerpse grondgebied.
  • De ondersteuning van de grote culturele huizen overstijgt de draagkracht van de stad. We sluiten een overeenkomst met Vlaanderen waarbij er meer middelen worden overgedragen aan het stedelijk niveau. Op die manier maken we een volwaardig stedelijk cultuurbeleid mogelijk met verschillende vormen van ondersteuning.
  • Rubens reist op dit moment de wereld rond. In 2027 komt hij terug thuis. Dat zal hét Rubensjaar bij uitstek worden. Tijdens het Rubensjaar is er ook aandacht voor gastronomische Rubensgerechten. We vieren zijn 450ste verjaardag waarbij  Antwerpen en de wereld terug herenigd worden met hun Meester.
  • Cultuur is meer dan kunst alleen. Het gaat over wie we zijn, wat we doen en waarom we onszelf ‘Antwerpenaar’ noemen. In themajaren over Antwerpen zetten we al onze eigenzinnigheden in de kijker: ons Antwerps dialect, onze volksverhalen, onze tradities en onze volksfiguren.  Dat betekent dat we ook de lokale identiteit en cultuur van de districten koesteren, die uit zich in een brede waaier van tradities, gebruiken en erfgoed.
  • Kleinschalige initiatieven kunnen ook groots zijn. De typisch Antwerpse curiosa zoals de Poesjenellen worden ondersteund zodat deze cultuurhistorische theaters opnieuw kunnen floreren.
  • Nieuwe Antwerpse meesters moeten aan de bak kunnen in Antwerpen. De presentatieplekken, in het bijzonder de culturele centra, spelen een cruciale rol in het ondersteunen van die nieuwe initiatieven. Zij zijn in staat om de culturele onderstroom een podium te geven en moeten daar ook maximaal op inzetten. We bekijken hoe de grote cultuurhuizen ook een plaats kunnen bieden aan deze nieuwe kunstenaars.
  • Cultuur is een zaak van stad en al zijn districten. Het district Ekeren heeft geen volwaardige polyvalente socio-culturele infrastructuur. We maken er komende legislatuur werk van om deze problematiek op te lossen. In Borsbeek bouwen we het Tirolerhof uit als cultureel ontmoetingscentrum. Ook in postcode 2018 ontbreekt dergelijke infrastructuur, er wordt gekeken of er eventueel in samenwerking met partners als De Singel dergelijke ruimte voorzien kan worden.
  • Het cultureel visitekaartje van Antwerpen? Dat schrijven we allemaal! Van individuen tot amateurverenigingen, van professionele kunstenaars tot culturele ondernemingen. Allemaal maken we deel uit van het sociaal-culturele weefsel van de stad. Een logistiek, promotioneel of financieel duwtje voor wat er in onze stad georganiseerd wordt, kan veel betekenen om een positieve dynamiek te creëren en inwoners van de stad te verbinden.
  • Cultuur is een gangmaker om de wereld naar Antwerpen te halen en Antwerpen op de wereldkaart te zetten. Via cultuur kunnen we verbinden met de wereld. Deze culturele diplomatie onderstreept onze positie als innovatieve en creatieve metropool.
  • Cultuur doorbreekt de grenzen van onze verbeelding. Maar ook de grenzen van de kunstdisciplines en andere sectoren moeten doorbroken worden. We blijven de cultuurinstellingen stimuleren én uitdagen om een netwerk uit te bouwen met vertakkingen naar economie, onderwijs, jeugd, toerisme en de sociale sector.
  • Cultuureducatieve projecten bevinden zich op het snijpunt van cultuur en onderwijs. Een coördinatiecel moet de brug slaan tussen beide beleidsdomeinen en met specifieke middelen deze projecten mogelijk maken.
  • In het kader van de herontwikkeling van de stadsschouwburg krijgt HETPALEIS een nieuw onderkomen. De stad Antwerpen heeft steeds een voortrekkersrol genomen in het jeugdtheater en zal die rol niet lossen.
  • De stad en haar districten tellen tal van amateurverenigingen en -gezelschappen. Antwerpenaren die in hun vrije tijd met kunst bezig zijn, zijn evenzeer Antwerpse meesters. In samenwerking met het deeltijds kunstonderwijs en andere partners organiseren we een Antwerps amateurkunstenfestival om de amateurkunsten als volwaardige discipline in de schijnwerpers te zetten. De districten en de lokale verenigingen worden hierbij betrokken.
  • Antwerpen is toonaangevend op vlak van de podiumkunsten, maar in de schaduw van onze schouwburgen en podia werken ook de beeldend kunstenaars mee aan de internationale uitstraling van onze stad. We moeten hen actiever naar de voorgrond doen treden door onder meer kunstintegratie in de publieke ruimte, de ondersteuning van een atelierbeleid en de inzet op hedendaagse kunstaankopen. De vele toonaangevende, private galerijen beschouwen we hier als een cruciale en waardevolle partner. Daarnaast nemen ook de districten hun rol op voor lokale initiatieven die het geheel versterken.
  • We bouwen een state of the art depot, het Collectie Centrum Antwerpen, op een strategische plek, waar we onze kunstcollecties in de allerbeste omstandigheden kunnen bewaren, restaureren en ontsluiten voor het brede publiek.
  • Antwerpen is dé museumstad van Vlaanderen. Allemaal lokken ze heel wat binnen- en buitenlandse toeristen met hun topcollecties en gevarieerd tentoonstellingsaanbod. De heropening van het KMSKA heeft voor een enorme boost gezorgd in de sector. Naast de stedelijke en Vlaamse musea, mogen we ook meer en meer private initiatieven verwelkomen in onze stad. We bouwen op dit elan verder door samenwerking en innovatie blijvend te stimuleren.
  • Het Museum aan de Stroom krijgt een nieuwe invulling. We waarderen de bestaande collecties en durven keuzes te maken. De unieke collectie van het voormalige scheepvaartmuseum behoudt een prominente plek. We transformeren het MAS in essentie tot een echt stadsmuseum over de Antwerpse geschiedenis.
  • In de districten wordt ook aandacht gegeven aan lokaal erfgoed en heemkunde. Zo wordt onder andere ook het poldermuseum in Lillo, onder handen genomen. Ook het Natuurhistorisch Museum Boekenberg, met paleontologische vondsten uit het Antwerpse, en het VolXmuseum in Deurne hebben een dringende restauratie nodig.
  • Behalve grote infrastructuurprojecten zijn de behoeften van kleine en middelgrote organisaties op vlak van infrastructuur zeer groot. We brengen deze in kaart en voorzien middelen om tegemoet te komen aan deze ruimtevragen.
     

SPORT 

  • De meer dan 900 Antwerpse sportverenigingen en sportpartners vormen de ruggengraat van ons inclusief sportbeleid. Sterke en zelfredzame verenigingen die naast het sportieve ook aandacht hebben voor hun sociale en maatschappelijke rol in de wijk, zijn de beste garantie op levenslang sporten. We doen dan ook de nodige inspanningen om clubs gericht te ondersteunen en hun organisatiekracht op bestuurlijk en sportief vlak te verhogen. De stad en de districten zorgen voor ondersteuning met subsidies, informatie, logistiek en infrastructuur.
  • We stimuleren de diverse samenwerkingsvormen tussen Antwerpse sportverenigingen en sportpartners werken onder andere verder aan het project ‘Stad Sjot’, waarbij we de grote en kleine Antwerpse voetbalclubs samenbrengen om ervaringen uit te wisselen. Door samenwerking geven we een nieuwe impuls aan het Antwerpse jeugdvoetbal.
  • Op het gebied van sportparticipatie zijn we nu al één van de beste leerlingen van de klas, maar we willen nog een bank vooruit en leggen de lat daarom bewust nog wat hoger. Een 100% actieve stad en bruisende stad is een fijne stad om in te wonen, werken en studeren. Hiervoor gaan we aan de slag met het aanwezige sportkapitaal in onze stad. We stimuleren alle Antwerpenaren om de beweegnorm te halen en promoten zo een actieve levensstijl.
  • Jong geleerd is oud gedaan. De basis voor een goede motorische ontwikkeling, sportieve gewoontevorming en een gezonde levensstijl wordt gelegd door als kind systematisch te bewegen en te sporten. Bewegen heeft dus véél zin; en net daarom moeten we ook onze allerkleinsten goesting geven om te bewegen. Daarom zetten we in op initiatieven die de bewegingsarmoede bij onze jeugd moeten terugdringen. Bij een goede motorische ontwikkeling hebben kinderen op latere leeftijd een hogere fysieke activiteitsgraad en sterkere sociale vaardigheden, en worden ze minder geconfronteerd met overgewicht, leerstoornissen en psychische problemen.
  • Ook mensen met een beperking moeten we structureel de kans geven om zich sportief te ontplooien en hun talenten te etaleren. Naast de steun aan de Antwerpse G-sportclubs, stimuleren we acties voor een geïntegreerde werking, op vrijwillige basis, bij alle sportverenigingen en ondersteunen we de initiatieven van G-Sport Vlaanderen.
  • We streven naar een topsportklimaat waarin zowel gevestigde waarden als jonge talenten optimaal gedijen en het beste uit zichzelf halen. Als stad willen we bovendien de grote diversiteit aan Antwerps topsporttalent koesteren en versterken.  Clubs en atleten die inzetten op het creëren van een maatschappelijke meerwaarde en een actieve bijdrage leveren aan de sportieve en positieve uitstraling van de stad, worden beloond voor die inspanningen.
  • Het succes van de grote sportevenementen heeft Antwerpen nog sterker op de kaart gezet als de Sporthoofdstad van Vlaanderen. We blijven verder inzetten op kwaliteitsvolle sportevenementen en de ondersteuning van lokale initiatieven met aandacht voor de draagkracht van elke wijk.
  • Uit onderzoek blijkt dat jongeren tussen 12 en 16 jaar beginnen af te haken bij sportverenigingen en (nog) minder bewegen. Daarom zetten we extra in op deze doelgroep met acties rond populaire street- en urban sporten en ook met doelgerichte motivationele communicatie.
  • Samen met de districten blijven we inzetten op voldoende sport- en spelaanleidingen. Zo maken we verder werk van een beweegvriendelijke stad, een openbare ruimte die als het ware uitnodigt om te bewegen. We blijven hierbij speciale aandacht hebben voor de Urban sporten die volop in ontwikkeling zijn. Het zijn relatief nieuwe sporten en komen voor in allerlei varianten. Allen kennen een groei en een grote populariteit door hun laagdrempeligheid. Ze kunnen vrij en autonoom uitgeoefend worden zodat er steeds meer aandacht komt voor sport en bewegen in de openbare ruimte.
  • De stad en de districten schenken ook voldoende aandacht aan de traditionele volkssporten.
  • Alle Antwerpenaars moeten de kans krijgen om te leren zwemmen. Daarvoor zetten we het bestaande zwemwater nog efficiënter in; en stemmen we de inspanningen van het onderwijs, de zwemclubs, de Antwerpse zwemschool en erkende privé-zweminitiatieven op elkaar af.
  • Met het nieuwe watersportplan breiden we de mogelijkheden voor watersport en waterrecreatie uit in onze stad. Zo komen er nieuwe zwemmogelijkheden in het Bonapartedok en aan het Lobroekdok.
  • Sport is ook een ideaal instrument om kansengroepen te emanciperen en probleemjongeren laagdrempelig opnieuw op het goede spoor te zetten. We willen via sport als middel maatschappelijke doelstellingen nastreven die tegemoetkomen aan de noden van de Antwerpse realiteit. We ondersteunen organisaties die inzetten op het verminderen (of voorkomen) van overgewicht en/of motorische achterstand bij kinderen. Samen met ‘onderwijs’ en ‘werk’ helpen we jongeren, door hen aan een positieve werkattitude te laten werken en andere competenties te verwerven.
  • Een modern, kwaliteitsvol en duurzaam sportpatrimonium is één van de sleutels om nog meer Antwerpenaren in de beste omstandigheden aan het sporten en bewegen te brengen. We zetten verder in op de renovatie en aanpassing van de bestaande zwem- en sportinfrastructuur met extra aandacht voor de modernste zwembadtechnieken en energie- en klimaatmaatregelen. Met de Green Deal Sportdomeinen van de Vlaamse overheid als leidraad is het onze ambitie om onze openluchtlocaties duurzamer, groener en innovatiever te maken, zonder daarbij in te boeten aan sportruimte.
  • We investeren verder in de integrale toegankelijkheid van onze sportinfrastructuur, zowel fysiek als op het vlak van informatie en communicatie. Elke Antwerpenaar heeft baat bij kwaliteitsvolle en toegankelijke sportfaciliteiten. Voor personen met een beperking is die ingebakken ‘toegankelijkheidsreflex’ cruciaal om maximaal te kunnen participeren aan het Antwerpse sportgebeuren.
  • Om in te zetten op slim en efficiënt gebruik van de beperkte ruimte, streven we naar multifunctionele sportclusters waar er wordt samengewerkt tussen bedrijven, scholen, clubs, buurtbewoners en sporttakken. We stimuleren gedeeld gebruik om extra sportruimte te creëren. We onderzoeken de mogelijkheden voor extra sportinfrastructuur op bedrijventerreinen of in parken.
  • We behouden de bestaande sportinfrastructuur maximaal en investeren volgens de noden per district in het wegwerken van de tekorten voor openlucht- en indoorsportinfrastructuur. Het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur gebeurt in afstemming met de districten. We onderzoeken hierbij de mogelijkheid hoe we bestaande sportsites nog meer kunnen ontsluiten voor de buurtbewoners. We bekijken de noden in de districten en zorgen dat er voldoende sportvoorzieningen in proportie tot het aantal inwoners zijn, zodat er mogelijkheden zijn voor nieuwe initiatieven en een divers aanbod mogelijk is
  • De Antwerpse scholen zijn een belangrijke partner in het sportbeleid. Het maximaal openstellen van schoolsportinfrastructuur buiten schooltijd biedt veel mogelijkheden om via gedeeld gebruik de (kostbare) sport- en beweegruimte in de stad op een efficiënte en duurzame wijze op te krikken.
  • We stimuleren en ondersteunen clubs en andere partners die verantwoordelijkheid nemen en participeren aan het beheer en onderhoud van nieuwe en bestaande sportinfrastructuur met een gericht ondersteunings- en concessiebeleid.
  • We zetten onze investeringen in kunstgrasveldenverder en geven de grote traditieclubs de kans om verder te groeien in hun bestaande infrastructuur met extra aandacht voor jeugdvoorzieningen.
  • We stimuleren de districten om ook verder te investeren in een ‘sportief’ openbaar domein met onder andere openlucht fitnesstoestellen.
     

JEUGD

  • De jongeren van vandaag zijn de burgers van morgen. Daarom is het van belang om als stad een duidelijk kader te bieden om jongeren te helpen op weg naar het opnemen van verantwoordelijkheid voor de mensen en de omgeving. We koesteren onze jongeren vandaag en willen dat ook verder doen in de toekomst.
  • Als stadsbestuur doen we dit samen met de districten die verantwoordelijk zijn voor het vrijwillig jeugdwerk, een uiterst belangrijke pijler van deze doelstelling.
  • Jeugdbeleid kan niet bestaan in isolatie ten opzichte van de andere bevoegdheden: aandacht voor jongeren nemen we breed mee in alle stedelijke doelstellingen, van stadsontwikkeling tot veiligheid. Omgekeerd kan jeugdwerk ook niet los gezien worden van het geïntegreerd geheel dat een stad vormt.  Het moet zich dus ook inschakelen in een breed netwerk van stadsorganisaties en  beleidsdomeinen; van participatiebeleid tot veiligheid.
  • Deel uitmaken van jeugdverenigingen en jeugdhuizen is een belangrijke aanvulling voor jongeren om zich optimaal te ontplooien. Onze Antwerpse jongeren leren er samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en versterken zo het sociale weefsel in hun buurt. Daarom blijven we investeren in kwalitatief en vrijwillig jeugdwerk.
  • Binnen het jeugdwerk blijft Nederlands de omgangstaal; zowel met de kinderen en jongeren, als met de ouders.
  • Tijdens het schooljaar is er voldoende aanbod om kinderen en jongeren ’s ochtends, ’s avonds en woensdagnamiddag uit te dagen met sport-, spel-, taal-, huistaak of creatieve activiteiten. Tijdens de vakantieperiode kijken we vooral naar de speelpleinwerking voor een kwalitatief en voldoende gevarieerd aanbod van zinvolle vrijetijdsbesteding. Daarnaast is er ook voldoende aanbod in vakantiekampen, cultuurkampen, spelen in de wijk of vakantie-opvang bij kinderopvanginitiatieven voor de allerjongste Antwerpenaar. Ook ondersteunt de stad vormingen van jongeren tot monitor bij de gekende jeugdorganisaties.
  • De vraag naar ruimte voor onze jongeren is enorm. De bestaande concessies worden onder de loep genomen en er wordt gekeken waar dubbel gebruik mogelijk is. Er is niet enkel nood aan voldoende buitenruimte, met mogelijkheden tot sport, spel en ontspanning; maar ook op vlak van veilige jeugdinfrastructuur blijft de vraag groot. Daarom kiezen we maximaal voor gedeeld gebruik van het bestaande patrimonium. Maar ook bij nieuwbouw kijken we steeds naar een efficiënte invulling van de bestaande ruimtes.
  • Grote avontuurlijke en natuurlijke speelterreinen, op loop- of fietsafstand van gezinnen, blijven een prioriteit. Mits een slimme invulling kunnen deze terreinen ook gebruikt worden door lokale jeugdverenigingen zoals Scouts en Chiro. Netheid, onderhoud en toegankelijkheid van speelzones verdienen voldoende aandacht.
  • Onze jongeren zijn de weggebruikers van de toekomst. Daarom is het belangrijk dat ze zich veilig in het verkeer kunnen begeven, met respect voor de verkeersregels en andere weggebruikers. Naast extra aandacht hiervoor op school, is het ook belangrijk dat ze deze regels en normen meekrijgen binnen het jeugdwerk.
  • We stimuleren bestaande zaaluitbaters om aan redelijke prijzen hun infrastructuur aan jeugdorganisaties en jongeren aan te bieden, zodat er  voldoende betaalbare fuifruimte beschikbaar is in de stad.
  • In coördinatie met het stedelijk muziek- en onderwijsbeleid zorgen we voor voldoende repetitie- en werkruimte zodat jongeren zich muzikaal kunnen ontwikkelen
  • De droogdokkensite wordt een belangrijke plek voor jongeren in deze stad waar naast en rond het maritiem erfgoed zowel een educatief aanbod als een unieke fuif- en feestruimte wordt uitgebouwd. 

VERANTWOORDELIJKE STAD

Antwerpen is vandaag een financieel gezonde stad. Dat willen we zo houden. We zullen onze kinderen niet opzadelen met een financieel juk uit het verleden. Dat doen we echter niet zonder te investeren in onze toekomst. De voorbije bestuursperiode hebben we onze schuld kunnen afbouwen, en toch jaarlijks steeds meer geïnvesteerd in onze stad. We hebben als centrumstad zelfs de personenbelasting kunnen laten zakken tot het gemiddelde in Vlaanderen. Ook de volgende bestuursperiode werken we aan een stabiele budgettaire marge om de belastingen verder structureel te verlagen, zowel voor onze bewoners als onze bedrijven.

We verwelkomen ons 10e district Borsbeek en zetten verder op de ingeslagen weg van de decentralisatie. We bekijken verder hoe de districtsbesturen hun autonome bevoegdheden optimaal kunnen invullen binnen de stedelijke context. Zo kunnen ze hun beleid dicht bij de burger blijven voeren en verstevigen.


 

FINANCIËN 

  • De stad is financieel gezond en daar mogen we trots op zijn. We zetten ons voorzichtig en evenwichtig financieel beleid verder. We werken met het geld van de belastingbetaler. We zijn daarom niet enkel streng voor anderen, we leggen de lat ook hoog voor onszelf. We stellen onszelf voortdurend de vraag ‘Doen we de dingen juist en doen we de juiste dingen?’ Met een integraal beleid voor de groep leggen we zo de focus op wat er echt toe doet en komt er tijd vrij voor verdiepende analyses en opvolging van cruciale en/of complexe dossiers. We gaan voor een slimmere en efficiëntere stad die inzet op haar kerntaken. We doen de juiste dingen. En daar staat een juiste kostprijs tegenover. We hebben geen schrik om de volledige werking van de stad door te lichten. Telkens maken we hierbij de afweging of het om een kerntaak van de stad gaat. We zijn niet bang om onnodige taken of diensten af te schaffen.
  • De historische schuld hadden we vorige legislatuur al afgelost, waardoor we niet langer onder curatele staan. We heffen geen belastingen en rekenen geen retributies aan om frivoliteiten te bekostigen. Deze legislatuur zullen ook de overgenomen schulden van de voormalige OCMW-ziekenhuizen afgelost zijn. De fusie met Borsbeek creëert financiële beleidsruimte die de inwoners van het nieuw district ten goede komt.
  • In 2023 werd de laatste historische stedelijke schuld afbetaald. Hierdoor hebben we de aanvullende personenbelasting met 1% kunnen verminderen. We gaan verder op dit elan en net zoals in het meerjarenplan 2020 – 2025 houden we ook in de toekomst vast aan een strikt financieel beleid door een jaarlijkse positieve autofinancieringsmarge. We herbekijken het geheel van stedelijke belastingen en retributies met als bedoeling de belastingdruk voor onze bewoners en bedrijven verder te verlagen. Net zoals deze legislatuur willen we ook de volgende legislatuur de aanvullende personenbelasting met 1% verlagen.
  • We zetten verder in op de afschaffing en vereenvoudiging van verschillende soorten intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Dit ten voordele van bewoners en ondernemers, zowel op vlak van dienstverlening als op vlak van kostprijs.
  • De financiering van de pensioenen zal een nog grotere hap uit het budget vragen dan tot nu toe het geval is. We steken onze kop niet in het zand en zullen hiervoor opnieuw de nodige middelen inschrijven. Optimalisaties, vereenvoudigingen van processen en structuren, focus op kerntaken, …. zullen ons helpen om hiervoor de nodige budgetten vrij te maken. Onvoorziene eenmalige ontvangsten zullen in het pensioenfonds gestoken worden. De verderzetting van de Vlaamse tussenkomst van 50% van de responsabiliseringsfacturen zal hopelijk ook de volgende periode deze financiële uitdaging behapbaar maken. Daarnaast kijken we zeker ook naar de Federale Overheid om hiervoor eindelijk een stevige duit in het zakje te doen.
  • We betoelagen organisaties om mee onze doelstellingen te realiseren. We verzilveren de stappen die er op dit gebied reeds gezet zijn in de processen en de systemen. Betoelaging kan enkel onder voorwaarde van financiële transparantie. Er wordt streng gecontroleerd op de correcte aanwending van de toegekende ondersteuning. Organisaties die zich niet houden aan de afsprakennota’s of de normen en waarden die de stad vooropstelt, kunnen geen aanspraak meer maken op toelages of steun van de stad. De mate van opvolging en controle zal in verhouding staan tot die ondersteuning. Wanneer het over aanzienlijke bedragen gaat, zal bijkomend toezicht worden georganiseerd door de aanstelling van een stadscommissaris.
  • De Vlaamse overheid heeft haar subsidieregister opgeleverd. De stad en de districten pleiten voor een integratie en consolidatie van dit register met haar eigen lijsten om zo transparantie van subsidiëringen helder in beeld te brengen.
  • Het is geen kerntaak van een stedelijke overheid om aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Het budget daarvoor is te beperkt en de impact te gering. De middelen voor ontwikkelingssamenwerking heroriënteren we.
     

BINNENGEMEENTELIJKE DECENTRALISATIE 

  • De districten hebben meer slagkracht gekregen en de financiering van de districten is vereenvoudigd door middel van de objectieve verdeelsleutel. Zo weet elk bestuur wat ze aan inkomsten kan verwachten. De besluiten over de bevoegdheidsverdeling worden nu na één legislatuur geëvalueerd en er wordt bekeken waar de uitvoering en samenwerking kan verbeteren. De bevoegdheden van de districten worden verder verfijnd. Alle bevoegdheden die dicht bij de burger staan, worden bij de districten gelegd. Het moet duidelijk zijn voor burger en stadsmedewerker dat de districten het eerste aanspreekpunt vormen voor hun lokale bevoegdheden.
  • We verwelkomen de bewoners van Borsbeek en nemen hen op in onze stadsgemeenschap. De leefbaarheid en de toekomst van het dorp naast de stad vol leven wordt voor deze nieuwe Antwerpenaren gegarandeerd.
  • De verdeelsleutel voor de budgetenveloppes van de districten blijft behouden. Het budget voor de districten wordt opnieuw bekeken op basis van hun bevoegdheden. In het kader van de investeringsnoden van het openbaar domein worden er meer middelen voorzien.
  • De stadsadministratie werkt voor 11 besturen: het stadsbestuur en de tien districtsbesturen. Het aantal personeelsleden per district wordt bepaald door de verdeelsleutel. Daarnaast schakelen ook de stedelijke medewerkers zich in om de besluiten van de districtsbesturen mee uit te voeren waar nodig. De N-VA wil dat er inzicht komt in de prestaties van de personeelsleden van stad en districten, zodat geobjectiveerd en gecontroleerd kan worden dat elke stadsmedewerker de taken van de 11 besturen uitvoert.
  • De districten krijgen ook de mogelijkheid om een lokale medewerker voor beheer en opvolging van het openbaar domein aan te duiden. Dit is een medewerker of zijn medewerkers die als projects- en beheersconsulent kunnen optreden voor het openbaar domein en aanhorigheden van het district. Deze medewerker krijgt de opdracht en het mandaat om kleine herstelwerken snel uit te (laten) voeren.
  • De stad neemt de procedures voor de (her)aanlegprojecten van het openbaar domein van de districten onder de loep met het oog op optimalisaties. De doorlooptermijn voor deze projecten is vandaag lang. De districten zijn de investeringsbesturen bij uitstek, dus moeten zij snel en efficiënt kunnen schakelen in de planning en uitvoering van projecten.
  • Het systeem van trekkingsrechten gaat in werking, een transparant en slim systeem waarmee de districten hun indirecte personeelsmiddelen kunnen inzetten. De districten doen in de eerste plaats een beroep op de stadsadministratie en pas als deze niet over de nodige middelen beschikt, kan een district gebruik maken van raamcontracten met externen.
  • In de projectwerking van de stad en de districten worden de verantwoordelijkheden scherp gezet. Vaak gaat een dossier door handen van verschillende medewerkers, waardoor niemand zich er verantwoordelijk voor voelt. Dit is een groot probleem in de opvolging van dossiers. De stad gaat voor één verantwoordelijke voor één dossier over de verschillende beleidsdomeinen heen. Dit doen we door een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheid van de medewerker en beoordeling van die medewerkers op basis van de realisatie en uitvoering.
  • De bevoegdheid openbaar domein is (deels) de bevoegdheid van de districten. Alle betrokken draaiboeken en andere kaders worden met hen afgestemd. Idealiter zijn er in de toekomst enkel nog schepenen voor openbaar domein in de districten en enkel nog een schepen voor mobiliteit en openbare (bovenlokale) werken op stadsniveau. Zo is de bevoegdheidsverdeling voor de burger duidelijk.
  • De stad geeft geen geoormerkte investeringsdotaties meer op het openbaar domein van de districten. De stad kan wel de investeringsdotaties voor de districten verhogen in het kader algemene beleidsdoelstelling voor vergroening en klimaatadaptatie om de vernieuwing van het publiek domein te versnellen, zonder deze middelen in welbepaalde projecten vast te zetten.
  • Elk district heeft een waardige trouwlocatie of trouwzaal nodig. In Berchem investeren we verder in een nieuwe locatie om de Berchemnaar een waardige huwelijksceremonie aan te bieden in een volwaardig nieuw districtshuis.
  • De districten die niet over een regioloket beschikken krijgen een medeweker toegewezen die het district een gezicht geeft voor de Antwerpenaar. Naast de taken van een fysiek onthaal bemannen, werken rond klantenmanagement en het ondersteunen bij huwelijken, kan het district deze medewerker inzetten om de aanspreekbaarheid voor de burger te vergroten.
  • In 2001 kregen de Antwerpse districten een democratisch bestuur. Om het 25-jarig jubileum hiervan te herdenken, het Antwerpse bestuursmodel te vieren en het belang van de democratische waarden te benadrukken, zal het jaar 2026 een heus feestjaar worden voor de districten. Daarenboven verwelkomen we ook het nieuwe district Borsbeek. Dat feestjaar zal de identiteit en het unieke karakter van onze districten in de verf zetten. In samenwerking met de districtsbesturen zullen we voor elk district afzonderlijk een uitgebreid feestprogramma uitwerken waar alle districtsbewoners van kunnen genieten.
     

PERSONEEL 

  • Werken voor de stad – in dienst van alle 530.000 Antwerpenaren – is een hele eer. Onze stadsmedewerkers zijn ambassadeurs van Antwerpen en werken voor het algemeen belang van de stad. Stad Antwerpen is een unieke werkplek met uitdagende jobs. We blijven ons profileren als een aantrekkelijke werkgever met een hedendaags personeelsbeleid. Werken voor de stad betekent werken in een dynamische omgeving die gericht is op resultaatsgericht werken.
  • We organiseren het aanwervingsbeleid van de stad op een snelle en flexibele manier, zodat we goed kunnen inspelen op de evoluties van de arbeidsmarkt. We willen niet dat capabele kandidaten afhaken omwille van lange selectieprocedures en -termijnen.
  • De Antwerpenaar heeft recht op een neutrale en onpartijdige dienstverlening. Die neutraliteit en onpartijdigheid worden zichtbaar gemaakt door een neutrale kledingstijl voor personeel dat in rechtstreeks contact komt met de Antwerpenaar in de openbare dienstverlening en bij contact met externe partners. Religieuze of ideologische symbolen zijn dus niet toegelaten in deze functies.
  • We evalueren de stedelijke organisatie met als doel maximale efficiëntie en kwalitatieve dienstverlening. Dit wil niet zeggen dat de stad voor alle dienstverlening zelf moet instaan. We moeten opportuniteiten omarmen en verder uitwerken, wanneer dit de dienstverlening aan de Antwerpenaar ten goede komt. We zorgen ook voor voldoende continuïteit en behoud van kennis van en in onze diensten.
  • We zetten in op een personeelsbeleid waarbij onze medewerkers zich volop kunnen ontplooien. Iedereen verdient de kans om zijn competenties ten volle te benutten. Daarom zorgen we voor redelijke aanpassingen voor mensen met een arbeidsbeperking en blijven we werken aan tewerkstellingstrajecten voor bijvoorbeeld HOA. Elders Verworven Competenties (EVC) en ervaring worden mee in rekening gebracht in het aanwervings- en bevorderingsbeleid.
  • We herbekijken de personeelsmobiliteit binnen de stad en hoe deze ten gunste van de stabiliteit en continuïteit van de dienstverlening georganiseerd wordt. Te veel positiewissels kunnen zorgen voor verlies van kennis en kunde binnen de administratie.
  • Al onze werknemers moeten zich goed kunnen voelen op het werk. Werkbaar werk, het voorkomen van en streng optreden tegen pesterijen en ongepast gedrag blijven hoog op de prioriteitenlijst staan. De A-waarden staan hierbij centraal. Daarnaast zorgen we voor een aangename sfeer door onze personeelsleden te betrekken bij de echte Antwerpse feestdagen, zoals Verloren Maandag en Moederdag.
  • Onze medewerkers zijn onze ambassadeurs en zorgen mee voor een aangename stad. Ze zijn mee met de nieuwste technologieën, en gebruiken deze ook om problemen in te seinen zoals sluikstort, overlast, slechte staat van het openbaar domein,… zodat onze stad voor u een betere plaats wordt. Hiervoor zet de stad in op een verdere ontwikkeling van de ‘Mijn Antwerpen’app, die dit moet faciliteren.
  • Werken voor de overheid betekent ook meegaan met moderne ontwikkelingen of inspelen op crisissituaties. Dit is niet voor iedere medewerker evident. Daarom bouwen we de werking rond welzijn en veerkracht bij onze personeelsleden verder uit. We schenken extra aandacht aan kort en lang verzuim.
     

LOKETTEN 

  • Meer efficiëntie, minder administratieve rompslomp en minder verplaatsingen, dat is het motto. Een belangrijke stap hierin is de verdere digitalisering van de dienstverlening. Antwerpen maakt haar ambitie als de ‘Slimste stad’ van Vlaanderen waar, zodat de burgers niet steeds een dagje verlof moeten nemen om hun administratie in orde te maken. Maximaal digitaal, van op de sofa thuis met de mijn Antwerpen app in de hand. De Antwerpenaar die digitaal gaat, helpt om de administratieve last af te bouwen. De doelstelling om de nabijheid te verhogen, moet steeds voor ogen gehouden worden. Een buddy-systeem voor die Antwerpenaren die digitaal minder mee zijn: een correcte, snelle en klantvriendelijke dienstverlening staat voorop in het contact tussen de stad en de burger. De stad en de districten werken immers voor de burger, niet andersom.
  • Het stadspersoneel stelt zich klantvriendelijk, behulpzaam en beleefd op ten opzichte van de burgers. Communicatie van de stad naar de burgers is altijd duidelijk, hoffelijk en uitsluitend in het Nederlands. De processen en procedures worden regelmatig getoetst vanuit het oogpunt van de burger. De stad is er voor zijn inwoners, niet andersom.
  • De dienstverlening past zich aan de burger aan. We werken hiervoor nauw samen met de Vlaamse en federale overheid en blijven werken aan het vereenvoudigen van deze procedures. De Antwerpenaar kan hiervoor uit een breed scala van mogelijkheden kiezen: de mijn Antwerpen app, de website, mijn burgerprofiel of de zelfbedieningszuilen verspreid over het grondgebied van Antwerpen. Als stad dringen we ook aan bij de hogere overheden om stappen te nemen om een verregaande digitalisering op een gebruiksvriendelijke manier voor de inwoners mogelijk te maken. De stad ondersteunt het Vlaamse relanceproject 'Gemeente zonder gemeentehuis’, een burgergerichte digitale dienstverlening om steden en gemeenten samen innovatieve, digitale oplossingen uit te laten werken om hun dienstverlening en interne werking klantgerichter te maken. (Een eerste project dat nu vorm krijgt, is de digitale aangifte van overlijden.)
  • De burger kan ook buiten de reguliere werkuren terecht in een regioloket, minstens 2 avonden per week en iedere zaterdagvoormiddag. De loketfunctie wordt waar mogelijk ook gekoppeld met andere stadsfuncties.
  • Mensen die een verblijfsaanvraag indienen bij loket migratie, krijgen voorrang indien de aanvraag gebeurt in het kader van tewerkstelling.
  • De stad is 7/7 bereikbaar om meldingen van burgers te ontvangen, die automatisch worden doorgegeven aan de desbetreffende diensten. De Antwerpenaar kan de status hiervan opvolgen via de mijn Antwerpen app.
  • De mijn Antwerpen app is de toegangspoort tot digitale dienstverlening. De Antwerpenaar vindt hier snel en overzichtelijk al zijn interacties met de stedelijke administratie terug en kan eenvoudig zelf de status van de eigen dossiers opvolgen.
  • De (stedelijke) dienstverlening verloopt hoe langer hoe meer digitaal. Voor minder digitaal vaardige Antwerpenaren is dit echter niet evident. Ook hen laten we niet in de steek. Onze sociale centra en woonzorgcentra staan het dichtst bij deze klanten en zorgen voor (fysieke) begeleiding op maat. Daarnaast werken we een digitaal buddysysteem uit voor de website en de mijn Antwerpen app. Bezoekers van de website of de app krijgen meteen een pop-up waarbij ze kunnen kiezen om een ‘buddy’ te activeren. Deze ‘buddy’ zal hen begeleiden doorheen de website of de app om de juiste informatie te vinden of om een juiste afspraak te maken.
  • In gebieden met een hoge concentratie aan senioren, zijn de bewoners gebaat met een ontmoetingsruimte met vrije inloop die zowel specifieke diensten aanbiedt (lokettenzuil, taxicheques, digitale lessen, zitgelegenheid, workshops,…) als eenzaamheid detecteert. De stad ondersteunt dergelijke buurtinitiatieven en organiseert hier ook een seniorenloket op regelmatige tijdstippen. Op die manier komt de Stad naar haar senioren toe. Na evaluatie kan een stadsbrede uitrol volgen.
  • Wanneer een ondernemer in contact komt met de stad, legt hij een vlot parcours af doorheen de verschillende vergunningen die nodig zijn. Hiervoor stellen we het online ondernemersloket verder op punt en voorzien we performante teams die werken op maat van de ondernemer en niet andersom.
  • De doorlooptijden van omgevings- en terrasvergunningen worden korter. We herschikken de administratieve werking zo dat ondernemers meteen na hun aanvraag zicht hebben op een reactie van de stad. De digitalisering van het ondernemersloket draagt bij tot klantvriendelijkheid en een transparante manier van werken. De procedure “vergund geacht” waarbij reeds lang bestaande niet vergunde delen van een gebouw geregulariseerd worden, moet vereenvoudigd en korter worden.
  • Antwerpen erkent het belang van een efficiënte en effectieve overheid. Daarom streven we naar de optimalisatie van de datadoorstroming tussen verschillende overheidsdiensten, waaronder de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) en het rijksregister. De stad zet zich in om de nodige technologische en organisatorische maatregelen te nemen om dit streven te ondersteunen, in samenwerking met relevante overheidsinstanties en -organisaties.